drent2.gif (4653 bytes)home.gif (4432 bytes)Genealogie Hamming

laatste update: 1-4-2001


Voor deze genealogie zijn o.a. de volgende bronnen gebruikt:

Drents Genealogisch Jaarboek 1999: Het uitgestorven eigenerfde geslacht Hamming,  C. de Graaf

naar: Genealogie Hamming (1) (Veenhof)

naar: Genealogie Hamming (2) (Gasselte)

naar: Genealogie Hamming (3) (Eext)


Inleiding (Geheel naar DGJ 1999, Het uitgestorven eigenerfde geslacht Hamming door  C. de Graaf_

 Wie voorouders heeft in Noord-Drenthe en in het bijzonder in het dingspel Oostermoer, komt vaak terecht in diverse oude Drentse eigenerfde families, zoals leden van de geslachten Tebing, Aling, Hidding en Hamming. De families zijn onderling zo sterk verwant, dat het uitzoeken van ��n enkele familie eigenlijk niet mogelijk is. Hoewel in dit artikel de nadruk zal liggen op een geslacht Hamming/Hamminck, zullen daar waar nodig is andere eigenerfde geslachten worden behandeld.

 Er zijn in Nederland diverse geslachten Hamming. In Nederland Patriciaat 21 (1933/ 1934), wordt een geslacht Hamming behandeld met als stamvader een zekere Gerrit Geur& kerkmeester te Brummen in de eerste helft van de zeventiende eeuw, wiens kleinzoon Geurt Geurtsen het erf Hammink te Steenderen bewoonde. Aan de boerderij dankt de familie dan ook haar naam. Onder de nakomelingen van de doopsgezinde Hoyke Comelis bevindt zich een tak Hamming die voornamelijk op het Groningse platteland leefde.2) Drie van de vier kinderen van ��n van zijn nakomelingen, Jacob Reinders (1723-1809), noemden zich Hamming, uit wie veel nageslacht is ontstaan.

 Een van oorsprong Drents geslacht Hamming maakte in de stad Groningen carri�re. Over die familie werd gepubliceerd door ds. I. Hamming in 1961. Dit laatste geslacht is, blijkens de huwelijksinschrijvingen in de stad Groningen, afkomstig uit Gasselte. De stamvader zou een zekere Willem Hamming zijn, die te Gasselte omstreeks 1600 zou hebben gewoond. Hij had drie zoons, Arent, Willem en Jacob, welke alle drie te Groningen huwden. Alleen Arent kreeg nageslacht. De enige (bekende) dochter bleef te Gasselte achter, huwde daar en kreeg nageslacht.

 Ds. Hamming schreef in zijn inleiding, dat het hem niet gelukt was meer over de stamvader Willem Hamming te weten te komen dan zijn naam, doordat ��n van zijn kinderen soms gebruik maakte van een patroniem in combinatie met de familienaam. Verder bleek het hem niet mogelijk aansluiting te vinden bij diverse Hammings in de stad Groningen en in diverse plaatsen in Drenthe. Frappant was dat zowel in het door hem behandelde geslacht als in Groningen en Drenthe dezelfde voornamen in gebruik waren. Het is niet gelukt een verband te leggen tussen de Groninger Hammings van ds. Ite Hamming en de hier behandelde Drentse Hammings, hoewel een deel van dit Drentse geslacht eveneens te Gasselte woonde. Deze �Gasselter Hammings� zijn daar eerst in 1628 gaan wonen, nadat Lutchertien Bronniger als weduwe van Jan Hamming voor de tweede maal trouwde in Gasselte. Voordien komt de naam Hamming in Gasselte niet voor, althans ik heb de naam daar niet aangetroffen. Wellicht is het mogelijk, dat de familie van Willem Hamming slechts tijdelijk in Gasselte heeft gewoond, maar dat de kinderen elders zijn geboren. Het meest in aanmerking komt dan Eext, waar aantoonbaar personen met de naam Arent Hamming voorkomen. Een Arent Hamming was diverse malen ette voor Oostermoer tussen 1526-1542. Hij voerde in 1557 een proces over een erfenis tegen Hendrick Goltsmyt en diens broer Jan Berents. De moeder van de beide broers zal op enige wijze verwant aan de Hammings zijn geweest, aangezien het proces gevoerd werd over erfgoederen van de zijde van de moeder:) In 1563 antwoordde hij namens de buren van Eext op aantijgingen van de buren van Gieten inzake het onderhoud van de dijk.

Naast dit eigenerfde geslacht Hamming, zijn er nog enkele geslachten Hamming in Drenthe (met name in Eext) aan te wijzen, die niet in de onderstaande genealogie zijn in te passen. Mogelijk zijn sommige families in een te duister verleden wel ergens verwant, maar van andere families (die laat de naam hebben aangenomen) is het wel zeker, dat het niet het geval is.

Dit geslacht Hamminck/Hamming stierf in mannelijke lijn uit met Roelof Hamming (generatie 1X), die in 1824 te Haren kinderloos stierf. In de vrouwelijke lijn is de naam eenmaal doorgegeven. Door verwantschap met het Groningse geslacht Schepel ontstond de familie Hamminck Schepels�. Bekendste telg uit dit geslacht is de tweede echtgenote van de schrijver Eduard Douwes Dekker: Maria Frederika Comelia Hamminck Schepel.

De naam Hamming is als tweede voornaam veelvuldig doorgegeven. Allen zijn nakomelingen van Jan Hamming. Een dochter van deze Jan Hamming - Lutchertien Hamming - vernoemde een zoon volledig naar haar vader: Jan Hamming ten Rodengate.

Een ieder die zich met genealogie of geschiedenis bezig houdt, weet dat namen geen vaste spelling kennen. Afhankelijk van de scribent wordt bij deze familie de naam gespeld als: Hammingh, Hamminghe, Hamming, Hamminge, Hamminck, Hammynck etc. Opvallend is echter, dat in ��n tak, de mensen zelf zich Hamminck noemden en de naam ook zo schreven. Dit bleek redelijk belangrijk te zijn voor het onderscheid tussen enkele takken, waarin gelijknamige personen voorkwamen.  

Familiewapen

Als schuiten van Gasseltemijveen hadden drie generaties (Jan Vc, Harmannus VIe en Jan VIe2) van dit geslacht Hamming/Hamminck de noodzaak een familiewapen te voeren. Van de oudste Jan is een zegel bewaard gebleven onder een charter in het familiearchief Veltman. De omschrijving luidt: Gedeeld, rechts een halve adelaar en links twee gekruisde stokken. Helmteken een uitkomende adelaar (?). Omschrift: S. IAN HAMMINCK SCHULTS. Zijn eigen zegel is als contrazegel aangebracht en is verder identiek. Het bevat echter geen randschrift, maar slechts de letters I - H (Jan Hamminck). Kleuren zijn niet bekend. Overigens lijkt dit wapen op dat van Roelfien Hammingha IVal) uit 1689 - twee eikenbladen, waartussen een verkort schuinkruis, gevormd door twee over elkaar gelegde stokken, de schuinlinkse over de schuinrechtse, vergezeld van boven en van onderen van een eikel - dat zich op een kandelaar van de RK parochie bevindt.

 

 Wegens gebrek aan bronnen is het erg moeilijk een genealogie op te stellen van een Drentse familie tot v��r 1500. De naam Hamming komt v��r 1500 wel voor, maar de samenhang met de hier besproken familie is niet geheel duidelijk. Wel is het zo, dat de eerste twee (drie) generaties in Gieten worden vermeld, waar ook de stamvader van het onderstaande geslacht wordt vermeld. Vandaar dat hieronder drie generaties Gieter Hammings worden opgevoerd, die mogelijkerwijs de voorvaderen zijn van de stamvader Willem Hamming.

 

Genealogie

 A Johan Hamming, geboren ca. 1420, overleden na 1464.

Johan Hamminge werd, samen met Luden Bavinge en Hetman Papynge, voor het eerst vermeld in 1447 in verband met een naarkoop van een stuk hooiland en veenland van Johan Northove.�� Zijn vermoedelijk laatste vermelding dateert van 1464, toen hij als buur te Gieten werd genoemd�). Theoretisch kunnen alle vermeldingen van de vijftiende-eeuwse Johan Hammings over een en dezelfde persoon handelen, maar gezien de spreiding (1447.1498) lijkt dat niet waarschijnlijk.

Mogelijke zoon:

  1. Johan Hamming, geboren ca. 1445 (zie B).

 

B Johan Hamming, geboren ca. 1445, landbouwer, overleden na 1498 te Gieten of omgeving.

Johan Hamming stond volgens een lotting van de Etstoel in 1480 borg voor Johan de Hunt. De familie De Hunt was gegoed te Gieten en leverde in later jaren ook een schulte van Gieten (Arent die Hunt in 1517). In 1497/8 voerde Gheert Kremer namens zijn vrouw een proces voor de Etstoel tegen zijn schoonvader Johan Hamming wegens niet ontvangen gelden voor uitboedeling. Johan wordt gemaand zijn dochter uit te boedelen net als hij bij zijn andere dochter Alijt, de vrouw van Baerlt Bekelinge, had gedaan. Er moet derhalve nog een zoon zijn geweest, omdat anders uitboedeling niet logisch is.

 Kinderen:

1. NN Hamming, geboren ca. 1470, overleden na 1498, gehuwd voor 1497 met Gheert Kremer, geboren ca. 1465.

2. Alijt Hamming, geboren ca. 1470, overleden na 1498, gehuwd voor 1497 met Baerlt Bekelinge.

3. [Willem] Hamming, geboren ca. 1475 (zie C).

C [Willem] Hamming, geboren ca. 1475,

De persoon van Willem Hamming is in de bronnen niet te vinden. Toch zijn er redenen, waarop we kunnen beredeneren, dat hij zal hebben bestaan als een zoon van Johan Hamming en de vader van Heino Hamming, zonder evenwel een hard bewijs te kunnen geven. Allereerst dient te worden vastgesteld, dat de Hammings onder Gieten in de vijftiende en zestiende eeuw bewijsbaar aanwezig zijn. De bronnen zijn schaars, maar de weinige bronnen die er zijn, duiden op welgestelde eigenerfde landbouwers, deels woonachtig in het kerspel Gieten en deels te Eext.

Immers, enerzijds is er sprake van uitboedeling (onder Gieten), wat duidt op enige welstand en anderzijds is een (Eexter) Hamming als ette aan de Etstoel verbonden.

Vervolgens dient aangetoond te worden, dat Johan Hamming een zoon moet hebben gehad. Johan Hamming onder Gieten had in 1498 een conflict voor de Etstoel met zijn schoonzoon Ghert Kremer. Kremer eiste van zijn schoonvader een gelijke behandeling voor zijn vrouw wat betreft de uitboedeling. Eerder (wanneer is onbekend) was namelijk een tweede dochter Alijt, gehuwd met Barelt Bekelinge uitgeboedeld voor een blijkbaar hoger bedrag. Uitboedeling is alleen nodig, indien er ook (minimaal) ��n zoon is geweest, aangezien in Drenthe de  oerderij bij voorkeur overging op ��n zoon, waarbij de andere kinderen een geldbedrag kregen uitgekeerd. Dus: Johan Hamming had een niet bij name genoemde zoon die, gezien het feit dat twee dochters reeds gehuwd waren in 1498, omstreeks dezelfde tijd de volwassen leeftijd bereikt zal hebben. Hij zal derhalve voor of omstreeks 1475 geboren zijn.

Tenslotte moet ook de vader van Heino Hamming (de volgende generatie) omstreeks  1475/1485 zijn geboren, aangezien Heino zelf omstreeks 1510-1515 zal zijn geboren. Immers, zijn (oudste?) zoon Willem was in 1564 reeds volwassen.

Deze drie argumenten zijn m.i. voldoende om aannemelijk te maken, dat Heino een kleinzoon van Johan Hamming was. Echter, ook de naam van de ontbrekende schakel kan worden beredeneerd. Hierboven werd reeds gemeld, dat Heino�s vermoedelijke oudste zoon Willem heette. Volgens de normale regels zou hij derhalve naar diens grootvader van vaderszijde zijn genoemd. Belangrijker echter is, dat in 1595 een Willem Hamming ofte Hidding werd vermeld, in wie we vermoedelijk de zoon van Alijt Hamming moeten zien (zie aldaar). Deze persoon zal dus volledig naar zijn grootvader van moederszijde zijn vernoemd. Uit deze twee argumenten kan mogelijk worden afgeleid, dat de naam van Heino�s vader (en dus Johans zoon) Willem zal zijn geweest.

Kinderen:

1. Heino Hamming, geboren ca. 1510, overleden 1574/1587 te Bonnen of De Veenhof.

2. Alijt Hamming, geboren ca. 15 15 te De Veenhof, overleden na 1595 te De Veenhof, gehuwd v��r 1550 met (olde) Jan Hidding geboren ca. 1520 te Rolde, overleden 157911595 te Gasselte, zoon van Willem Hidding, ette voor Rolderdingspel 1532-1552.

In 1595 werden de erfgenamen van Johan Hamminge zaliger in De Veenhof vanwege een onterechte eis tegen Alijt Hidding veroordeeld. Waarover de onterechte eis ging, blijft onduidelijk, maar wellicht is dat een erfeniskwestie.��� Een jaar later was sprake van een zekere Willem Hiddinck, die echter in hetzelfde stuk ook Willem Hamminge ofte Hiddinck wordt genoemd. In Alijt Hamming zie ik de moeder van Willem Hamming ofte Hidding, die dan naar zijn grootvader van moederszijde zal zijn vernoemd. Over de familie Hidding is reeds eerder uitvoerig geschreven. Jan werd vermoedelijk in Rolde geboren en verhuisde later naar Gasselte, waar hij de stamvader werd van de Gasselter Hiddings. Jan Hidding zal voor 1595 zijn overleden, als Alijt tenminste inderdaad zijn echtgenote is geweest.