drent2.gif (4653 bytes)home.gif (4432 bytes)Genealogie BOELKEN

laatste update: 1-10-2017

Bron: o.a. Genealogie Boelken, E.G. Schrage, Ons Waardeel 1986, 1988

 

I Albert Boelken, geb. voor 1560, overl. voor 1630 te Roswinkel. De vroegste vermelding van Albert is als buur op Roswinkel op de goorsprake van 20-7-1585.
Op 2-9-1610 is er een beroep voor de Etstoel: "Tusschen den heren drosten, ter eenre, ende die buijr van Roesswinckel, ter ander syden, belangende eenen beroepenen buijrtuich, bij die van Roesswinckel vertuiget ende by den heren drosten beroepen, in saeckenn tusschen Albert Boelken ende Staes Jans., wijsen die 24 etten qualick vertuiget ende wel beroepen".[1]
Een betrekking tot de familie Schulten komt ter sprake op de goorsprake te Anloo van 22-2-1602: "Den 9-10-1601 heft (Hendrik) Sluiter Albert Boelken als man ende momber syner huisfrouwen laten verbieden sodanich landt als s(alige) Claes Schulten sich hadde laten insetten voor 50 daler sonder enich daervan getoent up die erfgenamen van s. Hindrick Rusch guedt ofte wo datselvige een naam mach hebben."
Was Albert getrouwd met een dochter van Claes Schulten, zuster van Johannes? Heeft hij via haar het ambt van onderschulte geerft?
Henrick Sluyter als gesubstitueerde volmacht van Hendrick Oldendorp, burger te Leeuwarden is op 8-10-1610 eiser tegen Allert Boelken namens zijn zwager Geert Schulten. Het betreft de erfenis van Albert Schulten.[2]
Henric Oldendorp, burger binnen Leeuwarden is op 1-4-1611 eiser tegen Albert Boelken, interveniërend voor Geert Schulten te Roswinkel als volmacht van de erfgenamen van wijlen Harmen Schulten als erfgenamen van de goederen van hun broer wijlen Albart Schulten. Het betreft een geschil over de erfenis van wijlen Albart Schulten te Roswinkel.[3]
Op 25-4-1611 verzetten Geerdt Hermans Pijl en Diewere el. aan Albert Boelcken schulten op Roeswinckel twee "voollen weijde" of vier "ijunger beesten weijde" in Geerdes heerd land op Suirvehnne alhier gelegen.[4]
Een zekere Geert Schulten is op Roswinkel vermeld in de grondschattingsregisters van 1630, 1642 en 1643, terwijl de weduwe van Gerdt Schulte voorkomt in het register van 1645. Willem Ellinge te Roswinkel is erfgenaam en kleinzoon van Albert Boelken.
Willem Harmens te Eext en zijn zusters zoon Hinrick Guldemans, mede voor zijn moeder Margareta Wallinge zijn op 15-6-1646 eisers tegen Harmen Boelken te Roswinkel. Het betreft de betaling van de helft van 600 daalder met rente, door de vader van de verweerder, wijlen Albert Boelken uit de goederen van wijlen Johannes Schulte te Roswinkel, de oom van de partijen genoten. Er is sprake van getuigenissen voor het gerecht van Westerwolde.[5]

Tr. N.N. Schulten, dr. van Claas Schulten.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

N.N. Boelken, geb. circa 1590 te Roswinkel.
Tr. Hindrik Elling, geb. circa 1590 te Roswinkel. Op 8-2-1612 is er sprake van een dufslag door Hindrik Ellinge aan Claas, de knecht van Hindrik Schoenmakers.[6]
Kerspel Roswinkel Besluiten Belastingen: 6 Stukken afkomstig van de pachter van (vermoedelijk) het "gesaeij" te Roswinkel, Willem Ellinge, 1612, 1614.
Zn. van Willem Elling.

2.

 m 

Harm Boelken, geb. circa 1595 te Roswinkel (zie IIa).

3.

 m 

Jan Boelken, geb. circa 1600 te Roswinkel (zie IIb).

4.

 m 

Roelof Boelken, geb. circa 1600 te Roswinkel, overl. voor 1655. De lottingsprotocollen vermelden in 1629: "De gecommitteerden uit de Etstoel, gezien hebbende seecker eenkintschap des 7-11-1619, opgerigt tusschen Roelof Boelken en Catharina van Selbagh, doch gemerckt daerby geblycket dat der voorkinderen mombers ende verwanten den staat van de goederen overgelegt enz.". Mogelijk zijn Roelof en Catharina in 1619 gehuwd. Van wie die voorkinderen waren, is niet vermeld.[7]
De getuigen bij het huwelijkscontract tussen Roelof Boelken en Engeltje Hillens weduwe van Meijnart Harms zijn:
Zijn kant: Jan Boelcken, broer; Willem Berents
Haar kant: Bonne Hilles, broer; Albert Hilles, broer; Harmen Meijnarts en Luijcken Meijnarts, zonen.[8]
Roelof is overleden tussen 1-2-1654 en 18-5-1655, op welke laatste datum Engeltje Hilvers te Winschoten ten derden male trouwde met Frans Jans, weduwnaar van Frouw Ubbens. Blijkens de grondschattingsregisters heeft Roelof bezittingen te Emmen, Noord- en Zuid-Barge. Er zijn geen kinderen van hem bekend.

Tr. kerk (1) 1619 Catharina van Selbach, geb. circa 1590, overl. voor 1651.
Tr. kerk (2) circa 1651 Engeltje Hillens, dr. van Hillo Haijens en Anna Luikens.


IIa Harm Boelken, geb. circa 1595 te Roswinkel. In 1622 wordt hij vermeldt als onderschulte. In 1630, 1642 en 1645 komt hij voor in de grondschattingsregisters. De naam van zijn echtgenote is onbekend. Zij moet vóór 7-08-1637 zijn overleden, want op die datum bericht Harmen Boelken aan Drost en Gedeputeerden, dat hij de huur van de gronden van Munsterland zal opzeggen. Daarbij deelt hij mee: "dat myn zall. huisfrouwen voorzaten all voer eenen geruimen tyt van jaren geleden die van Langen daerup eenige penningen hebben verschoten".
Deze huuropzegging was het gevolg van een verbod door Drost en Gedeputeerden op 2-7-1635 uitgevaardigd aan Harm om grond in Drenthe van die van Munsterland te huren. Het ging om het gebied tussen de Runde en UbbenbarchLintloh. Huurbetaling door Boelken, inwoner van de Landschap, zou erkenning betekenen van de Munsterse boerschappen Over- en Neder-Langen en Oldenharen als eigenaar van bovengenoemd gebied. Drost en Gedeputeerden evenwel, pretendeerden de souvereiniteit over deze gronden en deze konden daarom niet het eigendom van de Munsterlandse boerschappen zijn. Het verbod werd op 31-7-1637 herhaald. Het landschapsbestuur haalde kennelijk souvereiniteit en particulier eigendom door elkaar. Hier ving een zeer langdurige strijd aan tussen de Boelkens enerzijds en de Munsterlanders, later ook die van Roswinkel, anderzijds.
Eiser: Willem Harmens te Eext en zijn zusters zoon Hinrick Guldemans, mede
voor zijn moeder Margareta Wallinge is op 15-6-1646 eiser tegen Harmen Boelken te Roswinkel. De eiser wil betaling van de helft van 600 daalder met rente, door de vader van de verweerder, wijlen Albert Boelken uit de goederen van wijlen Johannes Schulte te Roswinkel, de oom van de partijen genoten. Er is sprake van getuigenissen
voor het gerecht van Westerwolde.[9]
, zn. van Albert Boelken (zie I) en N.N. Schulten.

Kinderen:

1.

 v 

Aelke Harms Boelken, geb. circa 1600 te Roswinkel, overl. te Den Oever, begr. op 6-12-1679 te Emmen.
Tr. kerk 1627 Jan ten Oever, geb. circa 1600. In 1642 is er een akte van verhuur door Hindrickien ten Oever, wed. Peeter ten Oever, c.s. aan olde Jan, Willem en jonge Jan ten Oever van respectievelijk de erven ten Oever, Segers en Neie Sickinge te Noordbarge.[10]
Uit het Etstoelarchief blijkt op 7-6-1664, dat zij in 1627 daags voor Hemelvaart huwelijksvoorwaarden had gemaakt met Jan, zoon van Peter ten Oever.[11] Als zijn weduwe, met haar kinderen, sloot zij op 25-8-1662 voor de schulte van Emmen, Odoorn en Roswinkel een accoord met haar broer Claes Boelken. Daarbij werden zij en de kinderen afgekocht van haar vaderlijke en moederlijke goederen. Dit akkoord werd op 21-5-1663 door de Etstoel geapprobeerd.[12] Er was een zoon Allert, terwijl blijkbaar een dochter gehuwd was met Jan Nijensickinge te Zuid-Barge.
Zn. van Pieter ten Oever en Hindrikje ten Oever.

2.

 m 

Claas Harms Boelken, geb. circa 1620 te Roswinkel (zie III).


IIb Jan Boelken, geb. circa 1600 te Roswinkel. Samen met zijn broer Harmen komt hij voor in het grondschattingsregister van 1630. Bij de meting der bouwlanden in 1642 bezat hij 19 mud bouwland. In de grondschatting van 1654 staat hij genoteerd voor 9887 gulden. Zn. van Albert Boelken (zie I) en N.N. Schulten.
Tr. Gyssele N.N. Overl. voor 1651.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Claas Boelken, geb. circa 1625 te Roswinkel, overl. na 1645. Op 6-11-1642 waren er huwelijkse voorwaarden opgemaakt tussen Claes Jansen en Anne Pieters. Op 15-10-1661 is er een accoord over de afkoopt gemaakt tussen jonge Jan Boelken te Roswinkel, Willem Haasken, Claes Boelken, schulte te Roswinkel, Johan Binders en Roelof Binders, als voormond en momberen van de twee kinderen van wijlen Claes Boelken bij Gebbejen Binders verwekt. Men verzoekt op 18-10-1661 aan de Etstoel op goedkeuring van de afkoop.[13]
Tr. kerk voor 1651 Gebbe Binders, geb. circa 1625 te Roswinkel, overl. -10-1661, dr. van Hindrik Binders en Harmtje N.N.

2.

 v 

Hindrikje Jans Boelken, geb. circa 1645 te Roswinkel.
Tr. kerk op 15-6-1679 te (h.c.) Jan Broyl, geb. circa 1650 te Ter Apel.

3.

 v 

Gyssel Boelken, geb. circa 1645 te Roswinkel.
Tr. kerk (1) circa 1675 Claas N.N. Gijsel Boelken is vermoedelijk de erfdochter en huwde een Claes N.N., die door introuwen Boelken ging heten. Deze Claes Boelken staat vermeld in de haardstedengeldregisters van 1691 en 1695, en als erfbuur op 13-5-1689. Op 1-3-1689 is hij getuige bij het huwelijkscontract van Ernest Claessen. Zijn erfgenamen zijn in 1703, 1704, 1705, 1706 en 1707 betrokken in processen inzake de "Ulenbeeke", een grondstuk onder de marke van Emmen. Vermoedelijk is Gysel hertrouwd met Jan Oldensickinge, die uit een eerder huwelijk een dochter, Hendrikjen, meebracht.
Tr. kerk (2) circa 1690 Jan Oldensikking, geb. circa 1650 te Zuidbarge, begr. op 4-12-1692 te Emmen. Jan Oldensickinge namens zijn vrouw Gijsele Boelcken en zijn schoonzoon Jan Boelcken zijn op 16-6-1705 eisers tegen de markegenoten van Emmen en Westenesch. De markenoten zouden onterecht gehooid hebben.
[14], zn. van Pieter Sikking en Geesje N.N.

4.

 v 

Jantje Boelken, geb. circa 1650 te Roswinkel, begr. op 27-12-1736 te Emmen. De afstamming van Jantje Boelken volgt uit de processstukkenover de erfenis van de minderjarige Jan Hindriks, die in januari 1730 te Ter Apel overleed. Hij was gedoopt te Klooster Ter Apel of 18-6-1710. als zoon van Hindrik Jans en Hebel Jans. die op 15-6-1679 een huwelijkscontract sloten. De bruid bracht daarbij in onder andere 1300 car. gulden, voldaan uit Boelken huis. Zij moet dus een Boelken, een dochter van Jan geweest zijn. De erfenis van wijlen Jan Hindriks werd opgeeist op 9-12-1730 door Willem Strating te Noord-Barge, nomine uxoris Jantien Boelken. De etstoel stelde hem in het gelijk, maar dat hielp hem niet, want het was een Westerwoldse zaak. Het proces werd dan ook verder gevoerd voor de richter te Vlagtwedde. Het vervolg vinden we in het rechterlijk archief. Als impetrant trad nu op Harmen Boelken te Groningen. De voor de richter afgelegde verklaringen stemden niet in alles overeen, en kwamen hierop neer:
De grootmoeder van erflater Jan Hindriks was een volle zuster van de vrouw van Willem Strating.
de vader van de impetrant Harmen Boelken was een volle broer van erflaters grootmoeder.
daarentegen stelde Willem Strating dat de vader van Harmen Boelken was gehuwd met de oudste zuster van Hendrikjen Jans.

Tr. kerk (1) op 5-11-1682 te Emmen Luichje Hindriks Strating, geb. circa 1650 te Noordbarge, begr. op 24-5-1690 te Emmen. De mombers over het kind van jonge Luichien Stratinge en wijlen Marregien Tamminge hebben een accoord inzake afkoop gesloten met de broers Reinder Tamming en Roeloff Tamming. Op 11-6-1683 verzoeken zij aan de Etstoel om goedkeuring van het accoord.
[15]
Op 7-4-1685 zijn de mombers over Frederik Strating, zoon van Luigje Strating en Margje Tamming: Luigjen Strating, Reinder Tamming, Thij Seubers en Harm Tamming.
[16]
Jantje Boelken weduwe Strating geassisteerd door Willem Sikken, tevens jonge verloofde bruidegom, als man en voogd over haar drie minderjarige kinderen van wijlen Luigje Strating ter ener zijde en Willem Strating ter andere zijde "houdende tesamen mandelig huishouding" verklaren op 18-5-1692 op rente genomen te hebben een ieder voor de gerechte helft van de voormombers van Frederik Strating als Luitje Strating als hoofdmomber en consorten uit des pupillen goederen 1050 gulden toekomende van afkooppenningen "soo Stratinge en Tamminge als door malkanderen door buitenschap getrouwd zijn geweest door afkooppenningen sijn heerkomend".
[17]
Op 7-6-1692 verzoeken de mombers van het minderjarige kind Frerick Stratinge van wijlen Luichien Stratinge en wijlen Marrechien Stratinge verzoek om goedkeuring van de afkoop met de stiefmoeder van de kinderen Jantien Boelken.
[18] Op dezelfde datum verzoeken de mombers om goedkeuring van een eenkindscontract wegens het hertrouwen van Jantien met Willem Sikkinge.[19], zn. van Hindrik Strating en Roelofje Batting.
Tr. kerk (2) op 12-6-1692 te Emmen Willem Sikking (Strating), geb. circa 1660. Jantje Boelken weduwe Strating, geassisteerd door Willem Sikken, tevens jonge verloofde bruidegom, als man en voogd over haar drie minderjarige kinderen van wijlen Luigjen Strating ter ener zijde en Willem Strating ter andere zijde houden tesamen mandelige huishouding op rente genomen een ieder voor de gerechte helft van de voormombers van Frederik Strating als hoofmomber en consorten uit des pupillen goederen 1050 gulden toekomende van afkooppenningen soo Stratinge en Tamminge als door malkanderen door buitenschap getrouwd zijn geweest door afkooppenningen sijn heerkomend.
[20]
Er is een process over de erfenis van de minderjarige Jan Hindriks, die in januari 1730 te Ter Apel overleed. Hij was gedoopt te Klooster ter Apel op 18-6-1710, als zoon van Hindrik Jans (Broyl) en Hebel Jans. Uit de verklaringen in dit proces blijkt, dat hij een kleinzoon was van Jan Broyl en Hindrikien Janssen, die op 15-6-1679 een huwelijkscontract gesloten hadden. De bruid bracht daarbij in onder andere 1300 ca rolusguldens, voldaan uit Boelken huis. Zij moet dus een Boelken, een dochter van Jan Boelken, zijn geweest.
De erfenis van wijlen Jan Hindriks werd opgeëist op 9-12-1730 door Willem Strating te Noord-Barge, nomine uxoris Jantien Boelken. De Etstoel stelde hem in het gelijk, maar dat hielp hem niet, want het was een Westerwoldse zaak. Het proces werd dan ook verder gevoerd voor de richter te Vlagtwedde. De neerslag ervan vinden we in het rechterlijk archief in het Rijksarchief te Groningen. Als impetrant trad nu op Harmen Boelken, te Groningen. De voor die richter afgelegde verklaringen van partijen stemden niet in alles overeen en kwamen in het kort hierop neer:
- de grootmoeder van erflater Jan Hindriks was een volle zuster van de vrouw van Willem Strating
- de vader van impetrant Harmen Boelken was een volle broer van erflaters grootmoeder
- daarentegen stelde Willem Strating dat de vader van Harmen Boelken was
gehuwd met de oudste zuster van Hendrikjen Jans.
Willem Stratinge te Noordbarge nom. ux. Jantien Boelinge als erfgenamen van Jan Hendriks in het Klooster ter Apel zijn op 12-6-1736 eisers tegen Jan Boelken te Roswinkel. De eisers willen betaling van 129 gulden met rente, deze schuld origineel ten laste van de zwager van de verweerder, Willem Berents en zijn zuster Eelke Boelken, en waarvoor de verweerder borg zou staan. Er is sprake van een uitspraak van de Etstoel d.d. 28-11-1730. Er is sprake van de erfgenamen van Jan Hendriks, en de eiser zou in de 4e graad verwant zijn, en Harm Boelken in de 5e graad. Er is sprake van de verweerder, Harm Boelken en nog 4 andere zusters en broers die te Westerwolde wonen.
[21], zn. van Pieter Sikking en Geesje N.N.


III Claas Harms Boelken, schulte van Roswinkel, geb. circa 1620 te Roswinkel, overl. voor 1667. Op 18-10-1661 is er voor de Etstoel een verzoek om goedkeuring accoord over de afkoop van 15-10-1661 tussen jonge Jan Boelkens te Roswinkel en Willem Haasken, Claes Boelken, schulte te Roswinkel, Johan Binders en Roelof Binders, als voormond en momberen over de twee minderjarige kinderen van wijlen Claes en Gebbejen Binders.[22] Er is sprake van de huwelijkse voorwaarden tussen Claes Jansen en Anne Pieters van 6-11-1642.
Op 25-8-1662 koopt Claas Boelken zijn zuster Aelke Harmens Boelken weduwe van Jan ten Oever en haar kindere af van de vaderlijke en moederlijke goederen. Hij verzoekt op 21-5-1663 om goedkeuring van het accoord door de Etstoel.[23]
Hij overleed volgens het landdagprotocol na 1-11-1665 en vóór 5-3-1667. De naam van zijn vrouw was Geertruy, zoals blijkt uit een akte van 21-6-1667, waarin de weduwe van Claes Boelken optrad, gewezen schults op Roswinkel. Uit de ondertekening blijkt haar naam: Geertruy. Zij stamde uit de Westerwoldse familie ter Haar, hetgeen blijkt uit het huwelijkscontract d.d. 1-3-1689 van haar zoon Ernestus. Zij zelf was op die datum reeds overleden. Zij kreeg moeilijkheden met de Munsterlanders. Het landdagprotocol vermeldt op 5-3-1667 een doleantie van de weduwe Claas Boelken en kinderen waarin wordt aangebracht dat de rentmeester te Meppen de "Koeweyde" was binnengevallen en daaruit 40 à 50 beesten naar Dankeren had gevoerd.
Zn. van Harm Boelken (zie IIa).
Tr. Geertruy ter Haar, geb. circa 1625 te Ter Haar, overl. voor 1689. Niet zeker dat ze een dochter is van deze ter Haar. Echter Boelman ter Haar is getuige bij het huwelijkscontract van haar zoon Ernestus, en de Boelkens zijn getuige bij het huwelijkscontract van Boelman Boelmans ter Haar. Dr. van Albert Boelmans ter Haar en Rixte Jarckes Colters.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Ernestus Claassen Boelken, geb. circa 1645 te Roswinkel. Hij sluit op 1-3-1689 te Vlagtwedde een huwelijkscontract met Wupke Aissinck, dochter van Berent Aissinck en Swaencke Stroedingh. De vader van de bruid brengt de erfplaats ter Haar in en de bruidegom brengt 3400 carolus guldens in. Door dit introuwen draagt hij daarna de naam ter Haar. De getuigen bij het huwelijkscontract zijn:
Zijn kant (zoon van Claas Boelkens en zalige Geertruit van der Haer): Harm Boelkens, broer; Schulte Boelkens, broer; Jan Claessen; Hindrik Swier; Claes Boelken, Boelman ter Haar.
Haar kant: (dochter van Berent Aisinck en wijlen Swaeneke Stroedinck) Berent Aisinck, vader; Claes Stroeding; Frerick Hardinck, Harm Huistinck; Hanne Hubbelinck; Frerick ten Veldhuis.[24]
Na zijn overlijden treed op 9-7-1705 broer Harmen op als voormond over de kinderen: Geertruyt, Claes Ernestus en Swaentje Ernestus ter Haar. Zij trouwden met Westerwoldse families. Wupke Aissinck hertrouwde met Jan Jans Keupers.

Tr. kerk op 21-4-1689 te Vlagtwedde Wupke Aising, geb. circa 1665 te Ellersinghuizen, dr. van Berent Detmers Aising en Swaencke Nannes Stroeding.

2.

 m 

Harm Claassen Boelken, geb. voor 1650 te Roswinkel (zie IV).

3.

 v 

Swaantje Boelken, geb. circa 1650 te Roswinkel, overl. voor 1697.
Tr. kerk circa 1670 Hindrik Hindriks Zwiers, geb. circa 1650, overl. voor 1697. Hendrik Zwiers wordt genoemd met een vol erf te Roswinkel in 1672 en 1691/1695. Ook wordt een Hendrik Zwiers al genoemd in het impost op het gemaal in 1630. Deze laaste is waarschijnlijk zijn vader.
Hendrick Zwiers, enige zoon van wijlen Hendrick Zwiers en wijlen Swaentjen Boelken, echtelieden op Roswinkel en de mombers van zijn onmondige zuster Geertruyt Zwiers, te weten Harm Boelken, onderschulte van Roswinkel als hoofdmomber, Harm Friese en Ernestus Boelken in de Haar als medemombers hebben een afkoopregeling t.w.v. 1300 gulden gemaakt op 16-11-1697.[25]
Zn. van Hindrik Hindriks Zwiers en Geeske Jans.


IV Harm Claassen Boelken, geb. voor 1650 te Roswinkel. Op een onbekende plaats en datum is hij gehuwd met een dochter van ds. Adolph Molanus te Sellingen, vermoedelijk Harmina genaamd. Hij was reeds vóór 1670 onderschulte op Roswinkel, want in de haardstedengeldregisters staat hij vermeld in 1672, 1691/95 en daarvan in 1692 en 1693 als schulte en herbergier. Het rechterlijk archief te Groningen bevat een akte van 18-9-1705, waarbij hij met zijn zwager Henricus Schaede, receptor van het gericht te Haren (Munsterland) een "erfwissel" aangaat betreffende een stuk grond bij Blijham, geërfd van wijlen pastor Molanus te Sellingen. Zn. van Claas Harms Boelken (zie III) en Geertruy ter Haar.
Tr. Geertruit Molanus, geb. circa 1645. Op 11-5-1765 is er een verkoop van een kamp land dat eigendom is geworden van een groot aantal Molanus´ nakomelingen. In de acte staat ´een kamp land met de overige drie parten der andere legatarissen, zijnde de naaste decendenten van Harmannus, Everwijn en Geertruid Molanus, ongescheiden liggende´. De verkopers zijn nakomelingen van Willem Adolfs Molanus.[26], dr. van Adolph Molanus, predikant te Sellingen, en Lutgert Willems Corvelent.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Adolf Harms Boelken, geb. circa 1675 te Roswinkel (zie Va).

2.

 m 

Claas Boelken, geb. circa 1675 te Roswinkel (zie Vb).

3.

 v 

Grietje Boelken, geb. circa 1675 te Roswinkel, overl. -4-1762 te Ter Apel.
Tr. kerk -9-1697 te Klooster ter Apel Jan Gansevoort, geb. circa 1654 te Ter Apel? Overl. op 20-2-1742 te Ter Apel, zn. van Berent Gansevoort en Anna van Snelten.

4.

 v 

Gepke Boelken, geb. circa 1675 te Roswinkel, overl. op 15-3-1764 te Roswinkel. De doopdatum is onbekend, overleden te Roswinkel op 15-3-1764 (,,oude Gebkemoi, weduwe van Hindrik Brouwer"). Volgens het lottingsprotocol d.d. 2-6-1717 is zij op of omstreeks 1-5-1703 gehuwd met Hindrik Brouwer, die overleed op 20-2-1750. Hierbij sluit aan het inventarisnummer 6 in het archief Hesse in het Rijksarchief te Groningen: Staat van hetgeen Hindrik Brouwer uit naam van zijn vrouw Gebke Boelken aan afkooppenningen van zijn zwager Adolph Boelken ingevolge afkoopbrief van 1-5-1703 toekwam, gedateerd: Emmen 3-5-1718.
Deze betaling geschiedde pas nadat Hindrik Brouwer op 22-6-1717 voor de Etstoel had geprocedeerd tegen Adolph Boelken inzake achterstallige afkooppenningen. Adolph stelde dat zijn zuster altijd onderhouden was omdat ze gebrekkig en onbekwaam was. Gebke zei echter dat ze na de dood van haar moeder voor de huishouding had gezorgd, maar wegens een lammigheid aan de hand niet alles had kunnen doen. Hindriks´ eis werd gefundeerd verklaard.
De naam van Hindrik Brouwer blijkt eigenlijk te zijn: Hindrik Jans Vrieze. Het haardstedengeldregister vermeldt in 1742 Hindrik Brouwer als halfboer op Roswinkel. In 1754 vertrok Gebke Harms Boelken met attestatie van Roswinkel naar Ter Apel, waar ze op 19-10-1758 nog woonde.

Tr. kerk op 1-5-1703 Hendrik Jans Vriese, brouwer, geb. circa 1680 te Roswinkel, overl. voor 1742. Etstoel Deel/folio/datum55/216v/25-11-1766
Eiser:Jan Vriesen voor zich en als volmacht van Grietjen Sassen weduwe Albert Arens, R. Wilts erfgenaam van zijn moeder Rine Sassen en Hindrik Vriesen, Jantijn Boelken weduwe Jan Vriesen, Jan Albers erfgenaam van zijn vader Geert Alberts, Gijssel Engbers weduwe R. Sikking, Roelof Binders nom. ux. Janna Vriesen, Albert Geers nom. ux. Rixe Albers, Berent Gansevoort, Geert Vrijlinge nom. ux. Eemtijn Stratinge als te samen voor 7/8 gerechtigd in de erfenis van wijlen Hindrik Brouwer en Gepke Boelken in leven echtelieden te Roswinkel
Verweerder:Harm Coops te Emmen voor zich en als boedelhouder van zijn vader Harm Coops
Onderwerp:panding
Inhoud:153-2-8, 7/8 deel van 175-0 met 77-0 rente wegens lening d.d. 1733 door wijlen Harm Coops van wijlen H. Brouwer
Io 4-12-1742 geeft Gepke Boelken de erfenis van haar man aan.[27]
Inventarisnr. 2
Akte an afstand door Jan Alberts en zijn vrouw Geessien Jansen Vriese te Roswinkel aan zijn zwager en haar broer Jan Jansen Vrieze en zijn vrouw van hun aandeel in de ouderlijke, roerende en onroerende boedel, boedel onder Roswinkel tegen ontvangst van een bepaalde som geld, verleden door S. van Selbach, schout te Roswinkel, 10 september 1701.[28]
, zn. van Jan Jans Vriese en Rixte Harms.

5.

 v 

Geertruit Boelken, geb. circa 1675 te Roswinkel.
Tr. Willem Engberts, geb. circa 1660 te Roswinkel. Willem Engberts is op 1-5-1691, 4-5-1706 en 30-12-1706 keurnoot te Roswin
kel. Als eigenerfde op Roswinkel is hij genoemd op 26-3-1726.
Willem Stratinge van Noordbarge namens zijn vrouw Jantien Boelken in de vierde graad verwant aan Jan Hindricks, 1-1730 overleden in het Klooster Ter Apel en dus naaste erfgenaam is op 28-11-1730 eiser voor de Etstoel tegen Jan Boelken, Albert Boelken, Grietien Boelken en Hinderick Brouwer namens zijn vrouw Gebbeghien Boelken en Willem Enghberts namens zijn vrouw Geertruid Boelken te Roswinkel en Jan Huisingh Boelken te Erm. De eiser wil zijn aandeel van de erfenis van Jan Hindricks. De eiser krijgt gelijk.[29]
Hindrick Jalvinge, Hindrick Berents, Evert Sassen en Lucas Scholten als hoofdmomber en medemombers over Lucas Berents, Jantien Berents, Aaltien Berents, Fenneghien Berents en Hinderickien Berents, minderjarige kinderen van wijlen Berent Lucas en Hinderickien Engberts Willems verzoeken om goedkeuring van een eenkindscontract van 12-11-1729 gemaakt voor de schulte van Coevorden wegens het hertrouwen van de moeder met Volcker Eghberts.[30]
, zn. van Willem Willems Engberts en Gyssel N.N.


Va Adolf Harms Boelken, geb. circa 1675 te Roswinkel, begr. op 12-12-1737 te Roswinkel. Een Hindrik Binders is op 18-6-1739 voormond over Harm Adolfs Boelken. Als zodanig betaald hij op genoemde datum 8 gulden aan de diaconie van het klooster ter Apel. Of deze Hindrik de vader of de broer van Annegyn is, is niet duidelijk. Zn. van Harm Claassen Boelken (zie IV) en Geertruit Molanus.
Tr. Annigje Binders, geb. circa 1670 te Roswinkel. Een Hindrik Binders was op 18 juni 1739 voormond over Harm Adolfs Boelken. Als zodanig betaald hij op genoemde datum 8 gulden aan de diaconie van het klooster ter Apel. Of deze Hindrik de vader of de broer van Annegyn is, is niet duidelijk. Dr. van Hindrik Staas Binders en N.N. Dilling.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Jantje Boelken, geb. circa 1698 te Roswinkel. In 1768 is Jantje 70 jaar oud.
Tr. Jan Vriese, geb. circa 1695 te Roswinkel, begr. op 1-6-1733 te Roswinkel. Jan Vriesen wordt in de haardstedenregisters te Roswinkel genoemd in 1742 als keuter, in 1764 en 1774 als half boer, en in 1774 en 1784 met een vol erf. Zn. van Jan Jans Vriese en Wendel Jans Haasken.

2.

 m 

Harm Adolphs Boelken, geb. circa 1700 te Roswinkel (zie VI).


Vb Claas Boelken, burggraaf, geb. circa 1675 te Roswinkel, overl. voor 1755, zn. van Harm Claassen Boelken (zie IV) en Geertruit Molanus.
Tr. kerk circa 1717 Swaantje Folkerts, geb. circa 1690 te Wedde, dr. van Folkert Engelbartus en Magdaleentien Haselhoff.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Geertruid Boelken, ged. op 15-1-1719 te Wedde.
Tr. op 6-9-1738 te Wedde. Getuigen h.c.:
Zijn kant: Pieter Jans, principaal voormond en aangetrouwde oom, Ede
Stevens, sibbe voogd, Douwe Remkes, vreemde voogd.
Haar kant: Claas Boelken Borgrave en Swaantje Boelken (doorgehaald), vader
(en moeder), Albert Haselhoff en Petertijn Haselhoff, oom en aangetrouwde
moei.
Echtgenoot is Luitje Haijens, geb. op 10-10-1717 te Westerlee, begr. op 8-7-1765 te Wedde. Registratie: 06-09-1738, Wedde
Bruidegom Luitijn Hajes
Bruid Geertruit Boelken
Bruidegoms zijde Pieter Jans, aangetrouwde oom en principale voormond
Bruidegoms zijde Ede Stevens, sibbevoogd
Bruidegoms zijde Douwe Remkes, vreemde voogd
Bruids zijde Claas Boelken Borgrave, vader
Bruids zijde Swaantje Boelken, moeder[31]
Bruids zijde Albert Haselhoff, oom
Bruids zijde Petertijn Haselhoff, aangetrouwde moei
.

2.

 v 

Ettje Boelken, ged. op 31-1-1722 te Wedde, overl. voor 1724.

3.

 v 

Ettje Boelken, ged. op 3-7-1724 te Wedde.

4.

 v 

Gepke Boelken, ged. op 5-8-1726 te Wedde.

5.

 v 

Harmina Boelken, ged. op 3-4-1729 te Wedde.
Tr. Hindrik Harms Tijks. Registratie: 15-11-1754, Wedde
Bruidegom Hinderik Harrems
Bruid Harmine Boelken
Bruidegoms zijde Harrem Hinderiks, vader
Bruidegoms zijde Gesijn Roelefs, moeder
Bruidegoms zijde Haije Albers, halfneef
Bruidegoms zijde Jan Haijes, halfneef
Bruids zijde Swaantijn Boelken, moeder
Bruids zijde Derk Haselhof, sibbevoogd
Bruids zijde Derk Eefsing, vreemde voogd
Bruids zijde Else Haselhof, halfbroer
Bruids zijde Luijtien Haijes, zwager
Bruids zijde Geertruijt Boelken, volle zuster
Bruids zijde Petertijn Haselhof, aangetrouwde moei
Bruids zijde Claas Willems, verzocht maar niet gecompareerd
Bruids zijde Homme Jans, verzocht maar niet gecompareerd
14 mei 1756 - Wedde - Hindrik Harms Tijks en Harmina Boelken (el), wonend te Wedde, lenen van raadsheer Wicher van Swinderen en Anna Maria Trip (el), wonend te Groningen, 2000 Car gld tegen 4% rente.
Zn. van Harm Hindriks en Geesje Roelofs.

6.

 v 

Magdalena Boelken, ged. op 17-8-1732 te Wedde.
Tr. Engelbert Nannens.

7.

 v 

Folkerdina Boelken, ged. op 16-5-1734 te Wedde.
Tr. Geert Jans Groen.


VI Harm Adolphs Boelken, geb. circa 1700 te Roswinkel, overl. op 28-6-1749. Het haardstedengeldregister vermeldt hem in 1742 als keuter, in 1744 was hij schatbeurder te Roswinkel. In 1746 blijkt hij zowel het "Boelken" als het "Engberts" te bezitten. Zijn afstamming blijkt uit het register van nieuw gebouwde huizen waar is aangetekend: "Harm Boelken op `t Boelken: huis 11 vak 28 voet . . . . op `t oude register op de naam van schults Claes Boelken aangeslagen". Zn. van Adolf Harms Boelken (zie Va) en Annigje Binders.
Tr. kerk op 28-10-1724 Trijntje Sikking, geb. circa 1700, dr. van Roelof Sikking en Gijsseltje Engberts.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Roelof Boelken, ged. op 10-3-1743 te Roswinkel (zie VII).


VII Roelof Boelken, ged. op 10-3-1743 te Roswinkel, overl. op 4-10-1787 te Roswinkel. Het archief van de marke Roswinkel bevat omvangrijke bundels stukken betreffende procedures, waarin Roelof gewikkeld was. Zijn opponenten waren diverse boeren op Roswinkel, alsmede de `gemene boer´ van Roswinkel. Uit getuigenverkaringen blijkt, dat Harm zijn vader, Adolph zijn grootvader, Harm zijn overgrootvader en Klaas zijn betovergrootvader was.
Zijn weduwe, Wendel Binders en kinderen waren volgens het kohier der vaste goederen in het kerspel Roswinkel eigenaren van het Luppen erve, het Scholten erve, het Staats erve en het Engberts erve.
Albert Wolters en echtgenote Harmke Wolters en Berent Wolters en echtgenote Rixte Wolters te Roswinkel lenen in 1756 300 gulden van Gijsel Engberts en haar kleinzoon Roelof Boelken.[32]
Roelof Boelken te Roswinkel als bezitter van twee stukken hooiland, genaamd de Gluipe en het Hoge veen bij Roswinkel is op 29-11-1768 eiser tegen Albert Heinen, Harm Heinen, Jacob Rojers, Geert Jacobs Rojers, Jan
Wuiringe en Geert Harms. De verweerders hebben in oktober 1767 een dam gelegd in een sloot om boekweit te vervoeren over het land van eiser. De eiser wil verwijdering van de dam.[33] Op 29-11-1768 is er een uitspraak van de Etstoel. De verweerders krijgen de mogelijkheid in bijzonder natte omstandigheden over het land van eiser te rijden.[34]
Roelof Boelken wordt in het haardstedenregister van Roswinkel genoemd met een half erf in 1784.
De gewapende burgermacht Roswinkel geeft in 1797: Wendeltje Roelofs, weduwe Roelof Boelken, 60 jaar.[35]
, zn. van Harm Adolphs Boelken (zie VI) en Trijntje Sikking.
Tr. kerk op 11-10-1765 te Roswinkel Wendel Binders, ged. op 21-10-1736 te Roswinkel, overl. op 12-3-1813 te Roswinkel, dr. van Roelof Binders en Janna Hindriks Vriesen.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Harm Boelken, ged. op 1-3-1767 te Roswinkel (zie VIIIa).

2.

 m 

Roelof Boelken, ged. op 18-6-1769 te Roswinkel, overl. op 12-10-1773 te Roswinkel.

3.

 v 

Trijntje Boelken, ged. op 20-9-1772 te Roswinkel, overl. op 23-10-1809 te Roswinkel.
Tr. kerk op 23-11-1804 te Roswinkel Jan Lamberts Zwiers, landbouwer, ged. op 11-10-1772 te Roswinkel, overl. op 2-8-1824 te Emmen. Jan Lamberts Zwiers wordt genoemd in de gewapende burgermacht van 1797, 27 jaar oud.[36], zn. van Lambert Hindriks Zwiers en Willemtje Schirring.

4.

 v 

Janna Boelken, ged. op 8-10-1775 te Roswinkel, overl. op 20-6-1777 te Roswinkel.

5.

 m 

Roelof Boelken, ged. op 12-4-1778 te Roswinkel (zie VIIIb).


VIIIa Harm Boelken, ged. op 1-3-1767 te Roswinkel, overl. op 9-12-1817 te Roswinkel. Harm Boelken wordt vermeld in het haardstedenregister te Roswinkel in 1794 en 1804 met 3 paarden.
Op 10-7-1805 leent Hindrik Hindriks en zijn vrouw van Roswinkel 400 gulden van Harm Boelken te Roswinkel.[37]
, zn. van Roelof Boelken (zie VII) en Wendel Binders.
Tr. kerk (1) op 3-8-1798 te Roswinkel Maria ten Holte, ged. op 17-12-1775 te Dalen, overl. op 20-10-1801 te Roswinkel, dr. van Jan ten Holte en Aaltje Rosing.
Tr. kerk (2) op 9-5-1806 te Roswinkel Willemtien Renks, ged. op 28-9-1788 te Roswinkel, overl. op 22-4-1828 te Roswinkel, dr. van Karsten Willems Renks, landbouwer, en Geesje Lamberts Zwiers.

Uit het eerste huwelijk:

1.

 m 

Roelof Boelken, ged. op 16-2-1800 te Roswinkel, overl. op 29-12-1800 te Roswinkel.

2.

 v 

Wemelyn Boelken, ged. op 11-10-1801 te Roswinkel, overl. op 24-12-1802 te Roswinkel.

Uit het tweede huwelijk:

3.

 m 

Roelof Boelken, geb. op 7-7-1808 te Roswinkel, ged. op 10-7-1808 te Roswinkel, overl. op 26-4-1850 te Dalen.

4.

 m 

Karsten Boelken, geb. op 3-12-1810 te Roswinkel, ged. op 23-12-1810 te Roswinkel, overl. op 17-10-1890 te Roswinkel.
Tr. op 8-10-1834 te Emmen Wendelina Boelken, geb. op 22-11-1810 te Roswinkel, ged. op 9-12-1810 te Roswinkel, overl. op 31-12-1883 te Roswinkel, dr. van
Roelof Boelken (zie VIIIb) en Zwaantje Jans Kuipers.

5.

 m 

Willem Boelken, ged. op 23-3-1814 te Roswinkel, overl. op 1-2-1888 te Roswinkel.

6.

 v 

Geertruida Boelken, geb. op 23-3-1817 te Roswinkel, overl. op 13-11-1818 te Roswinkel.


VIIIb Roelof Boelken, ged. op 12-4-1778 te Roswinkel, overl. op 2-10-1813 te Roswinkel, zn. van
Roelof Boelken (zie VII) en Wendel Binders.
Otr. (1) op 14-7-1805 te Roswinkel, h.c. 8-8-1805 Ter Apel
Getuigen:
Zijn kant: Wendel Binders, wed. Roelf Boelken, moeder; Harm Boelken, broer, Jan Swiers, zwager; Trientje Boelken, zuster; Jan Harms Caspers, aangehuwde neef
Haar kant: Hanne Alvering, vader; Grietje Tammes, moeder; Jacob Tammes, oom; Hindrik Geerts Knoop, aangehuwde oom.
Tr. kerk op 2-8-1805 te Klooster Ter Apel Albertje Hannes Gansevoort, geb. op 1-6-1783 te Klooster Ter Apel, overl. op 26-7-1807 te Ter Apel.
Tr. kerk (2) op 14-9-1810 te Roswinkel Zwaantje Jans Kuipers, ged. op 23-2-1777 te Roswinkel, overl. op 28-2-1834 te Roswinkel, dr. van Jan Geerts Alberts, kuiper, en Willemtje Alberts Heins.

Uit het eerste huwelijk:

1.

 v 

Wendelina Boelken, geb. circa 1806 te Ter Apel, overl. op 21-4-1807 te Ter Apel.

2.

 v 

Trijntje Boelken, geb. circa 1806 te Ter Apel, overl. op 18-10-1809 te Roswinkel.

Uit het tweede huwelijk:

3.

 v 

Wendelina Boelken, geb. op 22-11-1810 te Roswinkel, ged. op 9-12-1810 te Roswinkel, overl. op 31-12-1883 te Roswinkel.
Tr. op 8-10-1834 te Emmen Karsten Boelken, geb. op 3-12-1810 te Roswinkel, ged. op 23-12-1810 te Roswinkel, overl. op 17-10-1890 te Roswinkel, zn. van
Harm Boelken (zie VIIIa) en Willemtien Renks.

4.

 m 

Roelof Boelken, geb. op 31-5-1812 te Roswinkel, overl. op 22-8-1812 te Roswinkel.



E-mail


 

[1] Ordelen van de Etstoel, Joosting d.d. 2-9-1601

[2] Etstoel 14 deel 2 folio 59 d.d. 8-10-1610

[3] Etstoel 14 deel 2 folio 110 d.d. 1-4-1611

[4] GrA RA Winschoten folio 199 d.d. 25-4-1611

[5] Etstoel 14 deel 12 folio 251 d.d. 15-6-1646

[6] Etstoel 14 deel 2 folio 204 d.d. 20-4-1612

[7] Etstoel 14 deel 7 folio 182 d.d. 13-4-1629

[8] GrA RA Blijham d.d. 29-12-1651

[9] Etstoel 14 deel 12 folio 251 d.d. 15-6-1646

[10] Toegang 294 Collectie diversen aanvulling 49 d.d. 1642

[11] Etstoel 14 deel 19 folio 129 d.d. 7-6-1664

[12] Etstoel 14 deel 19 folio 33 d.d. 21-5-1663

[13] Etstoel 14 deel 18 folio 89 d.d. 18-10-1661

[14] Etstoel 14 deel 37 folio 77 d.d. 16-6-1705

[15] Etstoel 14 deel 26 folio 16 d.d. 11-6-1683

[16] Schultenprotocol 72 deel 1 folio 42 d.d. 7-4-1685

[17] Schultenprotocol 72 deel 1 folio 111 d.d. 18-5-1692

[18] Etstoel 14 deel 29 folio 410 d.d. 7-6-1692

[19] Etstoel 14 deel 29 folio 410 d.d. 7-6-1692

[20] Schultenprotocol 72 deel 1 folio 11 d.d. 18-5-1692

[21] Etstoel 14 deel 45 folio 1v d.d. 12-6-1736

[22] Etstoel 14 deel 18 folio 89 d.d. 18-10-1661

[23] Etstoel 14 deel 19 folio 33 d.d. 21-5-1663

[24] GrA RA Vlagtwedde d.d. 1-3-1689

[25] Etstoel 14 deel 32 folio 260 d.d. 16-11-1697

[26] GrA RA Westerwolde d.d. 11-5-1765

[27] OSA 1785 blz. 4332 d.d. 10-11-1750

[28] Archief Hesse

[29] Etstoel 14 deel 43 folio 249 d.d. 28-11-1730

[30] Etstoel 14 deel 43 folio 193v d.d. 29-11-1729

[31] doorgehaald

[32] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 170 d.d. 1756

[33] Etstoel 14 deel 56 folio 151v d.d. 5-7-1768

[34] Etstoel 14 deel 56 folio 207 d.d. 29-11-1768

[35] OSA 1383

[36] OSA 1383

[37] Schultenprotocol 72 deel 5 folio 59 d.d. 10-7-1805