Kwartierstaat van Heiltien Aaltien Dilling

Kwartierstaat van Heiltien Aaltien Dilling


Versie 10-9-2013

Generatie I

1 Heiltien Aaltien Dilling, geboren op 8-7-1929 te Drouwenerveen, overleden op 13-5-2013 te Odoorn
Gehuwd op 29-9-1955 te Borger met Ing. Bernier Lucas Homan Free, landbouwer, geboren op 12-6-1923 te Gieten, overleden op 13-8-1996 te Gieten, zoon van Ing. Elso Free, fabrikant, en Wemelina Homan, begraven op 16-8-1996 te Gieten

Heiltje Dilling

schoolfoto Heiltje Dilling[1]

Heiltje Dilling

Generatie II

2 Harmannus Dilling, landbouwer, geboren op 15-3-1899 te Drouwen, overleden op 27-10-1970 te Assen

Harmannus Dilling met hond

trouwfoto Harmannus Dilling

Marchiene Buiter

Harmannus Dilling

Harmannus Dilling en Marchiene Buiter

Hendrik Buiter

Heiltje Hogenesch

Boerderij Drouwenerveen

grafsteen Harmannus Dilling en Marchien Buiter

Gehuwd op 6-5-1926 te Anloo met
3 Marchiene Buiter, geboren op 14-3-1902 te Eext, overleden op 28-12-1983 te Gieten
Uit dit huwelijk:

Frederik Hindrik Dilling, geboren op 5-4-1927 te Drouwenerveen

Frederik Dilling en Marchien Joling

familie Joling

Van links naar rechts: Jannes Joling geboren 1890, Marchien Joling geboren 1926, Henderkien Joling geboren 1920 en Roelfien Hardenberg geboren 1893.

Gehuwd op 6-5-1954 te Emmen met Marchien Joling, geboren op 9-1-1926 te Emmen, overleden op 23-2-2008 te Borger, dochter van Jannes Joling en Roelfien Hardenberg

Heiltien Aaltien Dilling, geboren op 8-7-1929 te Drouwenerveen (zie 1).

Willem Hoving Dilling, geboren op 19-3-1934 te Drouwenerveen, overleden op 18-11-2009 te Odoorn

Willem Hoving Dilling en Marchien Strating

Geert Strating en Grietje Nijenhuis

Marchien Strating in klederdracht[2]

Gehuwd op 27-8-1959 te Exloo met Marchien Freerkien Lamina Strating, geboren op 10-6-1934 te Valthe, dochter van Geert Strating, landbouwer, en Grietje Gezina Nijenhuis

Generatie III

4 Frederik Dilling, landbouwer, geboren op 19-5-1861 te Bronneger, gedoopt op 1-9-1861 te Borger, overleden op 29-3-1929 te Drouwen

Aaltien Nijenhuis

Frederik Dilling en Henderkien Braam.jpg

geboorteakte Frederik Dilling[3]

huwelijksakte Frederik Dilling[4]

overlijdensadvertentie Henderkien Braam[5]

grafsteen Aaltje Nijenhuis

Gehuwd (1) op 3-12-1895 te Borger met Aaltien Nijenhuis (zie 5)
Gehuwd (2) op 1-8-1904 te Borger met Henderkien Braam, geboren op 8-3-1874 te Gasselte, overleden op 15-2-1960 te Drouwen, dochter van Geert Braam, landbouwer, en Dina Dilling
Uit het eerste huwelijk:

1.	Willem Hoving Dilling, landbouwer, geboren op 17-4-1897 te Drouwen, overleden op 5-10-1974 te Borger Gehuwd op 6-5-1927 te Emmen met Lammina Jantina Hoving, geboren op 28-12-1896 te Emmen, dochter van Jan Hoving, landbouwer, en Mattje Boekholt
2.	Harmannus Dilling, geboren op 15-3-1899 te Drouwen (zie 2).

Uit het tweede huwelijk:

3.	Karsiena Dillingh, geboren op 15-5-1906 te Drouwen, overleden op 7-10-1981 te Coevorden Gehuwd met Hendrik Oldenbandring, geboren op 21-6-1904 te Dalen, overleden op 25-5-1962 te Dalen, zoon van Jan Cornelis Oldenbandring en Grietje Huizing
4.	Frederik Dillingh, geboren op 9-2-1908 te Drouwen Frederik Dilling en Grietje Honning Frederik Dilling met een driespan paarden Gehuwd op 13-10-1937 te Dalen met Grietje Jantina Honning, geboren op 8-3-1911 te Dalerveen, overleden op 3-4-1988 te Groningen, dochter van Lambertus Honning en Rika Strating
5.	Geert Dillingh, geboren op 28-7-1910 te Drouwen, overleden op 1-11-1986 te Gieterveen Geert Dillingh en Jacoba van der Veen Gehuwd op 15-4-1943 te Gieten met Jacoba Jantina van der Veen, geboren op 31-3-1920, overleden op 8-2-2009 te Gieterveen, dochter van Adam van der Veen, landbouwer, en Lammigje Speelman
6.	Gezinus Dillingh, geboren op 24-12-1912 te Drouwen Gezinus Dilling Gezinus Dillingh en Willemina Speelman Gehuwd op 15-10-1942 met Willemina Henderika Speelman, geboren op 19-2-1915 te Borger, overleden op 20-3-1973, dochter van Jan Speelman en Geessien Elling Willemina Speelman

5 Aaltien Nijenhuis, geboren op 29-12-1866 te Bronneger, overleden op 23-2-1901 te Drouwen
Uit dit huwelijk: 2 kinderen (zie onder 4).

6 Hendrik Buiter, landbouwer, geboren op 2-11-1867 te Zuidlaren, overleden op 20-8-1948 te Eext

Hendrik Buiter

Boerderij Hendrik Buiter te Eext in 1922[6]

Boerderij Hendrik Buiter te Eext[7]

Familie Buiter

Boven vlnr.: Marchiene Buiter, Willem Buiter
Onder Albertus, Heiltje Hogenesch, Hendrik, Jan Klaas en Frederik.
Gehuwd op 19-5-1897 te Anloo met
7 Heiltien Hogenesch, geboren op 25-4-1872 te Eext, overleden op 28-3-1959 te Eext

Heiltje Hogenesch

Uit dit huwelijk:

1.	Frederik Buiter, geboren op 1-3-1898 te Eext, overleden op 22-3-1959 te Noorddijk Gehuwd op 19-11-1925 met Geesje Wuffing, geboren op 3-7-1904 te Slochteren, overleden op 4-9-1993, dochter van Egbert Wuffing en Enna Veenema
2.	Willem Buiter, landbouwer, geboren op 23-1-1900 te Eext, overleden op 2-12-1982 te Groningen Gehuwd op 31-5-1927 te Gieten met Marchien Hoving, geboren op 30-3-1904 te Gieten, overleden op 12-4-1976 te Groningen, dochter van Harm Hoving, landbouwer, en Jacobje Hommes
3.	Marchiene Buiter, geboren op 14-3-1902 te Eext (zie 3).
4.	Albertus Buiter, geboren op 25-3-1905 te Eext, overleden op 9-1-1972 te Eext Albertus Buiter Gehuwd op 7-11-1930 te Borger met Willemina Pott, geboren op 29-4-1905 te Borger, overleden op 16-12-2005, dochter van Hendrikus Pott en Grietje Kuipers
5.	Jan Klaas Buiter, geboren op 22-9-1913 te Eext, overleden op 7-11-1990 te Assen Gehuwd op 21-11-1946 te Borger met Geertje Nijenhuis, geboren op 1-2-1919 te Ees, overleden op 18-5-2006 te Zuidlaren

Generatie IV

8 Willem Hoving Dilling, landbouwer, geboren op 7-10-1814 te Bronneger, overleden op 11-8-1870 te Bronneger

Overlijdensakte Willem Dilling[8]

Gehuwd op 11-6-1859 te Borger met
9 Karsina Dilling, geboren op 8-10-1824 te Drouwen, overleden op 20-9-1903 te Drouwen
Uit dit huwelijk:

1.	Frederik Dilling, geboren op 19-5-1861 te Bronneger (zie 4).
2.	Gezina Dilling, geboren op 25-2-1863 te Bronneger, overleden op 24-5-1887 te Drouwen

10 Harmannus Nijenhuis, landbouwer, geboren op 14-1-1816 te Bronneger, gedoopt op 28-1-1816 te Borger, overleden op 21-10-1911 te Bronneger
Gehuwd op 16-11-1858 te Borger met
11 Janna Hidding, geboren op 25-4-1826 te Gasselte, overleden op 26-5-1878 te Bronneger
Uit dit huwelijk:

1.	Gesina Wilmina Nijenhuis, geboren op 19-10-1859 te Bronneger, gedoopt op 4-12-1859 te Borger, overleden op 18-8-1941 te Borger Gehuwd op 6-10-1906 te Borger met Harmannus Nijenhuis, landbouwer, geboren op 6-10-1873 te Bronneger, overleden op 9-2-1934 te Bronneger, zoon van Geert Nijenhuis, landbouwer, en Geesien Lubbers
2.	Grietje Hermannus Nijenhuis, geboren op 13-9-1862 te Bronneger, gedoopt op 2-11-1862 te Borger, overleden op 10-8-1931 te Gieten Gehuwd op 6-5-1887 te Borger met Harm Jans Nijenhuis, landbouwer te Gieten, geboren op 9-11-1851 te Gieten, overleden op 29-7-1922 te Gieten, zoon van Jan Hermannus Nijenhuis, landbouwer, en Geesje Meijering Lid van de Provinciale Staten van Drenthe, lid van de gemeenteraad van Gieten, voorzitter van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen te Gieten.
3.	Aaltien Nijenhuis, geboren op 29-12-1866 te Bronneger (zie 5).

12 Freerk Buiter, landbouwer, geboren op 25-11-1836 te Zuidlaren, overleden op 8-4-1917 te Zuidlaren

Geboorteakte Freerk Buiter[9]

Frederik Buiter

Gehuwd op 16-5-1862 te Zuidlaren met
13 Margje Timmerman, geboren op 27-10-1838 te Zuidlaren, overleden op 6-8-1897 te Zuidlaren

Margje Timmerman

Uit dit huwelijk:

1.	Jan Buiter, geboren op 21-3-1863 te Zuidlaren, overleden op 27-12-1954 te Zuidlaren
2.	Klaas Buiter, geboren op 15-5-1865 te Zuidlaren, overleden op 21-1-1946 te Zuidlaren
3.	Hendrik Buiter, geboren op 2-11-1867 te Zuidlaren (zie 6).
4.	Grietha Maria Buiter, geboren op 1-8-1870 te Zuidlaren, overleden op 27-1-1961 te Alteveer Grietje Buiter Gehuwd op 5-12-1903 te Zuidlaren met Fokko Kremer, landbouwer, geboren op 8-8-1874 te Hoogezand, overleden op 4-11-1946 te Zuidwolde, zoon van Jan Kremer en Antje Postema Fokko Cremer
5.	Hendrikje Buiter, geboren op 5-2-1873 te Zuidlaren, overleden op 15-2-1946 te Waterhuizen Hendrikje Buiter Gehuwd op 6-4-1901 te Zuidlaren met Jannes Pattje, scheepstimmerman, geboren op 21-7-1876 te Waterhuizen (Haren), overleden op 25-2-1954 te Haren, zoon van Jacob Pattje, scheepstimmerman, en Eetta Buising Jannes Pattje
6.	Tidde Buiter, landbouwer, geboren op 22-1-1876 te Zuidlaren, overleden op 21-10-1955 te Onnen Tidde buiter Gehuwd voor de kerk op 4-9-1902 te Haren met Engelina Bolhuis, geboren op 1-5-1882 te Haren, overleden op 18-7-1948 te Haren, dochter van Willem Bolhuis, landbouwer, en Henderika Veldman Liena Bolhuis

14 Willem Hogenesch, landbouwer, veehouder, geboren op 24-11-1840 te Gieten, overleden op 9-12-1921 te Eext

Willem Hogenesch

Gehuwd op 25-5-1871 te Anloo met
15 Aaltien Julsing, geboren op 11-1-1835 te Eext, overleden op 31-1-1877 te Eext

Aaltje Julsing

Aaltje Julsing2

Aaltje Julsing

Uit dit huwelijk:

Heiltien Hogenesch, geboren op 25-4-1872 te Eext (zie 7).

Thie Hogenesch, landbouwer, geboren op 22-6-1874 te Gieten, overleden op 4-12-1949 te Glimmen

Thie Hogenesch en Frederika Homan[10]

Thie hogenesch

Gehuwd op 4-5-1900 te Anloo met Frederika Homan, geboren op 7-11-1877 te Eext, overleden op 8-3-1959 te Glimmen, dochter van Willem Homan, landbouwer te Eext, en Alberdina Dieters

Generatie V

16 Tijmen Dilling, landbouwer, geboren te Bronneger, gedoopt op 6-6-1756 te Borger, overleden op 3-2-1820 te Bronneger
Voor vol aangeslagen in het haardstedenregister van Drouwen/Bronneger van 1804.
Tijmen Dilling, 41 jaar oud, zoon van Frerik Dilling wordt in 1797 genoemd te Bronneger.[11]

Overlijdensakte Tijmen Dilling[12]

Gehuwd voor de kerk op 13-11-1801 te Borger met
17 Geesje Willems Hoving, geboren te Buinen, gedoopt op 17-1-1773 te Borger, overleden op 27-2-1847 te Bronneger
Uit dit huwelijk:

1.	Heiltien Dilling, geboren op 24-9-1802 te Bronneger (zie 31).
2.	Fenna Dilling, geboren op 25-10-1805 te Bronneger, gedoopt op 3-11-1805 te Bronneger, overleden op 12-2-1883 te Eext Gehuwd op 8-6-1843 te Anloo met Jan Homan, landbouwer, geboren te Eext, gedoopt op 5-11-1797 te Anloo, overleden op 1-1-1864 te Eext, zoon van Hindrik Willems Homan, landbouwer, en Grietje Egberts Julsing
3.	Frederik Dilling, landbouwer, geboren op 23-8-1808 te Bronneger, gedoopt op 28-8-1808 te Borger, overleden op 27-2-1869 te Bronneger
4.	Gesina Dilling, geboren op 8-3-1812 te Bronneger, overleden op 4-9-1813 te Bronneger
5.	Willem Hoving Dilling, geboren op 7-10-1814 te Bronneger (zie 8).

18 Frederik Dilling, beijker (1816), landbouwer, geboren te Bronneger, gedoopt op 25-7-1784 te Borger, overleden op 14-10-1856 te Drouwen
In een der winters van de jaren 1862 tot 1865 ontstond te Drouwen brand, en werd de landbouwerswoning van de wed. F. DILLINGH in de asch gelegd, waarbij 17 stuks rundvee verloren gingen. Voorzoover bekend was, had men nooit dit huis vooraf in brand zien staan. En toch vonden de verhalen gretig ingang dat de molenaar, wiens molen in het open veld stond, van dezen brand meermalen het voorteeken zou hebben gezien en dat hij zelfs het geloei van het bij den brand omgekomen vee vooraf had gehoord.[13]

boerderij Frederik Dilling 1832

Gehuwd op 24-9-1816 te Borger met
19 Jantien Rengs, gedoopt op 24-9-1791 te Roswinkel, overleden op 11-3-1870 te Drouwen
Uit dit huwelijk:

1.	Hindrik Dilling, geboren op 23-6-1817 te Drouwen, overleden op 24-1-1899 te Drouwen grafsteen Hindrik Dilling
2.	Geesien Dilling, landbouwersche, geboren op 27-5-1819 te Drouwen, overleden op 10-2-1888 te Drouwen
3.	Wemeltje Dilling, landbouwersche, geboren op 14-9-1822 te Drouwen, overleden op 30-9-1875 te Drouwen
4.	Karsina Dilling, geboren op 8-10-1824 te Drouwen (zie 9).

20 Willem Nijenhuis, landbouwer, geboren te Exloo, gedoopt op 14-11-1773 te Odoorn, overleden op 11-10-1838 te Borger
Willem Nijenhuis wordt in 1797 te Exloo genoemd op huisnummer 19, 23 jaar oud.[14]
Gehuwd voor de kerk (1) op 23-5-1799 te Borger met Margje Dilling, geboren te Bronneger, gedoopt op 28-10-1781 te Borger, overleden 3-1806, dochter van Arent Tijmens Dilling en Lutgertje Wichers
Voor overlijdensdatum zie RAD o114.21 doos 7 akte 28.
Gehuwd (2) op 29-4-1812 te Borger met Geesien Dunning (zie 21).
Uit het eerste huwelijk:

1.	Lutgertje Nijenhuis, geboren op 28-3-1800 te Bronneger, gedoopt op 6-4-1800 te Borger, overleden op 9-2-1834 te Valthe Gehuwd op 20-11-1825 te Odoorn met Jan Zegering, landbouwer, geboren op 20-7-1791 te Exloo, gedoopt op 7-8-1791 te Odoorn, overleden op 24-5-1866 te Exloo, zoon van Roelof Zegering, burgemeester Odoorn; ette Zuidenveld 1789-1790, en Henderica Zegering Getuigen bij het huwelijk zijn:: Zijn kant: Hendrikus Zegering (30), broer; Harm Huizing (42), neef Haar kant: Jan Ottens van Gieten (40), neef; Harmannus Nijenhuis van Valthe (60), neef.
2.	Jantien Nijenhuis, geboren op 8-8-1802 te Bronneger, gedoopt op 15-8-1802 te Borger, overleden op 10-2-1845 te Eext Gehuwd op 30-5-1837 te Anloo met Jacob Homan, landbouwer; wethouder te Anloo, geboren op 2-2-1801 te Eext, gedoopt op 8-2-1801 te Anloo, overleden op 6-1-1886 te Eext, zoon van Otto Jacobs Homan, kerkvoogd, landbouwer, en Jantje Tonnis Braams, landbouwster Hij hertrouwt met Jantien Julsing.
3.	Aaltje Nijenhuis, geboren op 15-1-1805 te Bronneger, gedoopt op 20-1-1805 te Bronneger, overleden op 21-5-1872 te Sleen Gehuwd op 23-6-1841 te Sleen met Arend Hilbing Abbing, landbouwer, geboren te Erm, gedoopt op 16-12-1804 te Sleen, overleden op 26-8-1866 te Erm, zoon van Rudolf Abbing, landbouwer, en Hindrikje Hilbing

Uit het tweede huwelijk:

4.	Jan Nijenhuis, geboren op 3-2-1812 te Bronneger, overleden op 3-3-1813 te Bronneger In zijn geboorteakte vermeld kind van Geessien Dunning, met als vader Willem Nijenhuis. Willem Nijenhuis had het kind erkent. Kind aangegeven door Lucas Dunning, broer van Geessien.
5.	Jan Nijenhuis, vervener, landbouwer, geboren op 16-9-1813 te Bronneger, gedoopt op 26-9-1813 te Borger, overleden op 3-3-1891 te Drouwenermond Gehuwd op 30-9-1857 te Gieten met Marchien Homan, geboren op 22-11-1820 te Smilde, overleden op 4-7-1883 te Drouwenermond, dochter van Bernier Lucas Homan, korenmolenaar, graanhandelaar, landbouwer, en Jantien Niewold
6.	Harmannus Nijenhuis, geboren op 14-1-1816 te Bronneger (zie 10).
7.	Arend Nijenhuis, landbouwer, geboren op 23-2-1818 te Bronneger, gedoopt op 8-3-1818 te Borger, overleden op 26-2-1897 te Erm Gehuwd op 17-5-1850 te Sleen met Marchien Renting, geboren op 18-5-1825 te Erm, overleden op 13-9-1880 te Erm, dochter van Jan Renting en Geesje Hoving
8.	Geert Nijenhuis, geboren op 18-2-1821 te Bronneger, gedoopt op 18-3-1821 te Borger, overleden op 19-3-1821 te Bronneger
9.	Geert Nijenhuis, landbouwer, geboren op 8-10-1822 te Bronneger, overleden op 13-4-1895 te Bronneger Gehuwd (1) op 1-6-1864 te Anloo met Jacobje Jobing, geboren op 23-8-1832 te Eext, overleden op 29-8-1868 te Bronneger, dochter van Hindrik Jans Jobing, landbouwer, en Marchien Homan Gehuwd (2) op 29-4-1870 te Borger met Geesien Lubbers, geboren op 19-3-1848 te Bronneger, overleden op 13-4-1894 te Bronneger, dochter van Harm Lubberts en Janna Roelofs Talens

21 Geesien Dunning, geboren te Drouwen, gedoopt op 30-5-1781 te Borger, overleden op 18-1-1828 te Borger
Uit dit huwelijk: 6 kinderen (zie onder 20).

22 Willem Hidding, landbouwer, geboren op 13-2-1798 te Gasselte, gedoopt op 18-2-1798 te Gasselte, overleden op 5-10-1859 te Gasselte

Handtekeningen huwelijksakte Willem Hidding[15]

Grafsteen Willem Hiddingh.jpg

Gehuwd op 24-6-1819 te Gasselte met
23 Grietje Baving, geboren op 25-10-1793 te Zuidlaren, gedoopt op 3-11-1793 te Zuidlaren, overleden op 6-8-1866 te Gasselte
Uit dit huwelijk:

1.	Otto Hiddingh, landbouwer, gedoopt op 22-5-1820 te Gasselte, overleden op 31-5-1889 te Gasselte Otto Hiddingh en Jantje Rosing, 1870[16] Gezin Otto Hiddingh ca. 1865[17] Gehuwd op 12-11-1844 te Gasselte met Jantien Rosing Aling, geboren op 9-12-1822 te Gasselte, overleden op 30-8-1897 te Gasselte, dochter van Willem Aling, wethouder te Gasselte, en Anna Abbing
2.	Jan Hidding, geboren op 22-10-1823 te Gasselte, overleden op 26-9-1825 te Gasselte
3.	Janna Hidding, geboren op 25-4-1826 te Gasselte (zie 11).
4.	Lammechien Hidding, geboren op 27-3-1828 te Gasselte, overleden op 16-1-1830 te Gasselte
5.	Lammechien Hidding, geboren op 9-10-1831 te Gasselte, overleden op 13-1-1837 te Gasselte
6.	Heildina Roelina Hidding, geboren op 20-4-1834 te Gasselte, overleden op 27-5-1911 te Ees Gehuwd op 30-5-1862 te Borger met Hindrik Beuling, landbouwer, geboren op 7-3-1820 te Ees, overleden op 7-4-1898 te Ees, zoon van Willem Beuling, landbouwer, en Geesje Dilling
7.	Lammechien Hidding, geboren op 24-5-1837 te Gasselte, overleden op 24-6-1837 te Gasselte
8.	Jan Hidding, geboren op 27-6-1838 te Gasselte, overleden op 19-8-1838 te Gasselte

24 Jan Egberts Buiter, landbouwer, geboren op 10-4-1790 te Zuidlaren, gedoopt op 18-4-1790 te Zuidlaren, overleden op 26-4-1882 te Zuidlaren
Gehuwd op 22-4-1828 te Zuidlaren met
25 Hendrikje Eefting, geboren op 23-2-1804 te Zuidlaren, gedoopt op 4-3-1804 te Zuidlaren, overleden op 18-2-1869 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk:

1.	Hendrikje Buiter, geboren op 9-10-1829 te Zuidlaren, overleden op 14-1-1864 te Zuidlaren
2.	Tidde Buiter, predikant, geboren op 15-12-1831 te Zuidlaren, overleden op 25-2-1868 te Bovensmilde
3.	Egbert Buiter, landbouwer, geboren op 22-7-1834 te Zuidlaren, overleden op 3-5-1880 te Zuidlaren
4.	Freerk Buiter, geboren op 25-11-1836 te Zuidlaren (zie 12).
5.	Lammigje Buiter, geboren op 19-2-1839 te Zuidlaren, overleden op 4-3-1843 te Zuidlaren
6.	Hendrik Buiter, geboren op 29-7-1841 te Zuidlaren, overleden op 9-2-1872 te Zuidlaren
7.	Lambertus Buiter, landbouwer, geboren op 31-10-1843 te Zuidlaren, overleden op 28-4-1927 te Zuidlaren Gehuwd op 13-5-1872 te Roden met Lammechien Assies, geboren op 19-3-1842 te Roden, overleden op 24-9-1928 te Zuidlaren, dochter van Jan Assies, koopman/winkelier, en Martien Winsing

26 Klaas Jans Timmermans, landbouwer, geboren te Donderen, gedoopt op 5-7-1810 te Vries, overleden op 16-10-1892 te Zuidlaren
Gehuwd (1) op 9-6-1837 te Zuidlaren met Grieta Maria Wuffing (zie 27)
Gehuwd (2) op 20-2-1854 te Zuidlaren met Harmtje Baving, geboren op 19-8-1815 te Taarlo, overleden op 4-11-1882 te Zuidlaren, dochter van Hindrik Baving en Annigje Ebbinge
Zij is weduwe van Hendrik Buiter.
Uit het eerste huwelijk:

1.	Margje Timmerman, geboren op 27-10-1838 te Zuidlaren (zie 13).
2.	Everdina Timmermans, geboren op 17-5-1840 te Zuidlaren, overleden op 13-3-1859 te Zuidlaren
3.	Hindrikien Timmermans, geboren op 9-7-1841 te Zuidlaren, overleden op 25-1-1919 te Groningen Gehuwd op 18-11-1864 te Zuidlaren met Wiert Poutsma, onderwijzer, geboren op 12-3-1827 te Glimmen, overleden op 13-10-1916 te Haren, zoon van Hendrikus Jans Poutsma en Geertje Wierts ten Have
4.	Jantje Timmermans, geboren op 25-1-1844 te Zuidlaren, overleden op 17-8-1844 te Zuidlaren

Uit het tweede huwelijk:

5.	Annechien Timmermans, geboren op 2-5-1855 te Zuidlaren, overleden op 28-12-1888 te Midlaren Gehuwd op 14-1-1875 te Zuidlaren met Roelof Karsten, landbouwer, geboren op 10-11-1852 te Zuidlaren, overleden op 15-6-1889 te Midlaren, zoon van Willem Karsten, landbouwer, en Hindrikje Bazuin
6.	Jan Timmermans, landbouwer, geboren op 7-8-1857 te Zuidlaren, overleden op 17-2-1900 te Zuidlaren

27 Grieta Maria Wuffing, geboren op 19-2-1805 te Zuidlaren, gedoopt op 24-2-1805 te Zuidlaren, overleden op 21-5-1849 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk: 4 kinderen (zie onder 26).

28 Thie Berends Hogenesch, landbouwer, geboren op 27-5-1801 te Gieten, gedoopt op 7-6-1801 te Gieten, overleden op 20-6-1867 te Gieten
Hij wordt genoemd in de Kadastrale Atlas van 1832 onder sectie E no. 234.

Thie Hogenesch

Gehuwd op 15-6-1826 te Gieten met
29 Jantien Buiting, geboren op 10-3-1802 te Veenhof, gedoopt op 14-3-1802 te Gieten, overleden op 17-7-1868 te Gieten

Jantje Buiting

Uit dit huwelijk:

1.	Berend Hogenesch, landmeter, geboren op 23-5-1827 te Gieten, overleden op 1-4-1861 te Gieten
2.	Hilligje Hogenesch, geboren op 29-8-1829 te Gieten, overleden op 3-12-1906 te Nieuw Annerveen Gehuwd op 3-5-1853 te Gieten met Gezinus Margus Lambers, landbouwer, geboren op 21-8-1826 te Gieten, overleden op 27-11-1880 te Anloo, zoon van Jan Lambers, rijksontvanger, en Margaretha Gezina Rikkers
3.	Jantien Hogenesch, geboren op 24-5-1832 te Gieten, overleden op 22-3-1857 te Gieten
4.	Harmtje Hogenesch, geboren op 27-1-1835 te Gieten, overleden op 25-3-1869 te Gieterveen Gehuwd op 3-5-1859 te Gieten met Harm Groenwold, landbouwer, geboren op 3-12-1829 te Bonnerveen, overleden op 10-1-1903 te Gieterveen, zoon van Remmelt Groenwold, landbouwer te Bonnerveen, en Jantien Harms Meijering Hij is weduwnaar van Lammina Ottens, hertrouwt met Anna Wiegman.
5.	Jan Hogenesch, landbouwer, geboren op 30-12-1837 te Gieten, overleden op 14-6-1931 te Gieten Jan Hogenesch Gehuwd op 3-9-1873 te Gieten met Marchje Jobing, geboren op 9-9-1842 te Gieten, overleden op 20-7-1916 te Gieten, dochter van Hindrik Homan Jobing, landbouwer te Gieten, wethouder van Gieten vanaf 1851-1872, en Jantien Zegering
6.	Willem Hogenesch, geboren op 24-11-1840 te Gieten (zie 14).
7.	Lammigje Hogenesch, geboren op 24-11-1840 te Gieten, overleden op 29-6-1910 te Eelderwolde Gehuwd op 16-6-1871 te Gieten met Egbert Brants, landbouwer, geboren op 1-1-1837 te Zuidlaren, overleden op 29-6-1910 te Eelderwolde, zoon van Tale Hidding Brants en Annigje Sissing

30 Jan Lamberts Julsing, landbouwer, geboren te Eext, gedoopt op 20-7-1794 te Anloo, overleden op 25-11-1852 te Eext
Gehuwd op 10-10-1833 te Anloo met
31 Heiltien Dilling, geboren op 24-9-1802 te Bronneger, gedoopt op 3-10-1802 te Borger, overleden op 7-7-1872 te Eext
Uit dit huwelijk:

1.	Aaltien Julsing, geboren op 11-1-1835 te Eext (zie 15).

Generatie VI

32 Frederik Tijmens Dilling, geboren circa 1723 te Bronneger, overleden na 1797
Frederik Dilling wordt voor vol aangeslagen in het haarstedenregister van Drouwen in 1764, 1774, 1784 en 1794. Hij zal te Bronneger gewoond hebben, maar in de haardstedenregisters werd geen onderscheid gemaakt tussen Drouwen en Bronneger
Op 25-5-1769 lenen Roelof Hindriks te Drouwen en zijn zuster Hindrikje Hindriks 411-14 gulden van de broers Frerik Dilling en Arent Dilling te Bronneger.[18]
In 1797 wordt te Bronneger genoemd: Freerk Dilling 74 jaar oud, boer, weduwnaar.[19] Ook zijn zoon Teunis wordt genoemd, 41 jaar oud op hetzelfde adres, evenals twee knechten, Evert Hendriks en Gerrit Hendriks.
Gehuwd voor de kerk op 30-1-1752 te Borger met
33 Heiltien Lussing, geboren circa 1727 te Drouwen, overleden op 12-12-1792 te Bronneger
Uit dit huwelijk:

1.	Margje Dilling, geboren te Bronneger, gedoopt op 18-2-1753 te Borger
2.	Hindrik Dilling, geboren te Bronneger (zie 36).
3.	Tijmen Dilling, geboren te Bronneger (zie 16).
4.	Harmannus Dilling, landbouwer, geboren te Bronneger, gedoopt op 21-10-1759 te Borger, overleden op 12-2-1827 te Drouwen Harmannus Dilling staat in het haardstedenregister van Drouwen van 1794 met twee paarden. Hij wordt in 1797 te Drouwen genoemd als zijnde 37 jaar oud, boer, gehuwd.[20] Gehuwd voor de kerk (1) 1791 te Borger met Margje Lussing, geboren te Drouwen, gedoopt op 26-11-1758 te Borger, overleden op 5-12-1821 te Bronneger, dochter van Thij Lussing en Alberdina Meijering Gehuwd (2) op 17-10-1823 te Borger met Hindrikje Geerts Veldhuis, geboren te Gieterveen, gedoopt op 26-4-1801 te Gieten, overleden op 28-8-1861 te Wildervank, dochter van Geert Hindriks Velthuis, landbouwer, en Jeigje Willems Meinders Zij hertrouwt met Freerk Speelman.

34 Willem Hoving, geboren te Buinen, gedoopt op 10-2-1726 te Gasselte, overleden voor 1783
Op 15-3-1783 worden er mombers benoemd over de kinderen van wijlen Willem Hoving en Fenna Lankhorst. De kinderen zijn Geesje Hoving en Gezina Hoving. De hoofdmomber is Jan Nijenschuttrups van Odoorn, de medemombers zijn Albert Hoving van Buinen; Hindrik Lankhorst van Odoorn; Hindrik Nijenhuis van Odoorn.[21]
Op 13-4-1793 wordt een momberrekening opgemaakt over de kinderen van wijlen Willem Hoving en Fenna Lankhorst van Buinen. De mombers zijn dan Jan Rosing van Odoorn i.p.v. wijlen Jan Nijenhuis, Hindrik Schirring van Westenes; Roelof Schaange van Odoorn; Hindrik Nijenhuis van Odoorn.[22] Er is een tegoed van H. Lankhorst wegens afkooppenningen 66 gulden. Ontvangst van Hindrik Hoving 800 gulden wegens een akkoord.
Hindrik Schuttrups en echtgenote te Odoorn lenen op 1-5-1795 100 gulden van de voormombaren Jan Rosinge, Roelof Schaange, Hindrik Nijenhuis te Odoorn en Hindrik Schirringe te Westenes over de twee dochters van wijlen Willem Hoving en Fenna Lankhorst te Buinen.[23]
Op 11-9-1797 wordt Wijbe Harms Bakker van Gasselternijveen i.p.v. wijlen Hindrik Nijenhuis als medemomber benoemd.[24]
Gehuwd voor de kerk 1772 te Odoorn met
35 Fenna Lankhorst, geboren op 2-4-1745 te Odoorn, overleden op 15-5-1825 te Buinen
Op 15-4-1772 komt zij met attestatie van Odoorn naar Borger als huisvrouw van Willem Hoving.
Gehuwd voor de kerk (1) 1772 te Odoorn met Willem Hoving (zie 34)
Gehuwd voor de kerk (2) op 16-3-1783 te Borger met Hindrik Lucas Hoving, gedoopt op 10-4-1750 te Odoorn, overleden op 3-1-1823 te Buinen, zoon van Lucas Hindriks en Derkje Derks
Hij wordt aangeslagen in het haardstedenregister te Buinen in 1784 voor 1 paard, in 1794 voor 3 paarden.
Uit het eerste huwelijk:

1.	Geesje Willems Hoving, geboren te Buinen (zie 17).
2.	Jannes Hoving, geboren te Buinen, gedoopt op 26-1-1777 te Borger, overleden voor 1783 te Buinen
3.	Gesina Hoving, geboren te Buinen, gedoopt op 23-5-1779 te Borger

Uit het tweede huwelijk:

4.	Margje Hindriks Hoving, geboren te Buinen, gedoopt op 9-11-1783 te Borger, overleden op 13-6-1819 te Borger Gehuwd voor de kerk op 21-5-1804 te Borger met Roelof Hindriks Oosting, landbouwer, koopman, gedoopt op 12-5-1776 te Borger, overleden op 14-10-1865 te Borger, zoon van Hindrik Jacobs Smit en Jantiena Oosting
5.	Lucas Hoving, geboren op 29-11-1785 te Buinen, gedoopt op 4-12-1785 te Borger
6.	Dina Hoving, geboren te Buinen, gedoopt op 14-10-1787 te Borger, overleden op 27-2-1857 te Buinen Gehuwd voor de kerk op 6-6-1808 te Borger met Hendericus Copinga, landbouwer, geboren op 27-8-1781 te Exloo, overleden op 3-6-1855 te Buinen, zoon van Albertus Copinga en Willemtien Rosing

36 Hindrik Dilling, geboren te Bronneger, gedoopt op 19-5-1754 te Borger, overleden voor 1797
Hindrik Dillinge staat in het haardstedenregister van Drouwen van 1794 vermeld met twee paarden.In 1797 wordt zijn weduwe vermeld.[25]
In OSA 1025 deel 10 wordt vermeld: Hindrik Dilling te Drouwen, gehuwd met Wemeltyn Jans deelt mede dat de nagelaten boedel van R. Banting, overleden 10-7-1791 is gegaan naar hem en Albert Banting en Wilm Jans te Gasselternijveen, benevens Meerten Banting te Meppen.
Op 2-5-1800 worden er mombers benoemd over de kinderen van wijlen Hindrik Dilling en Wemeltje Jans. De kinderen zijn Frerik Dilling, 16 jaar oud; Geesje Dilling, 14 jaar oud; Jan Dilling, 11 jaar oud en Heiltje Dilling, 8 jaar oud. De hoofdmomber is Tijmen Dilling van Bronneger, de medemombers zijn Harmannus Dilling van Drouwen; R.L. Wiggers van Gasselternijveen en Willem Jans van Gasselternijveen.[26]
Ondertrouwd op 4-5-1783 te Borger, gehuwd voor de kerk op 29-5-1783 te Gasselternijveen met
37 Wemeltje Jans Brouwer, geboren op 21-4-1758 te Gasselternijveen, gedoopt op 30-4-1758 te Gasselternijveen, overleden op 19-2-1827 te Westdorp
Ondertrouwd (1) op 4-5-1783 te Borger, gehuwd voor de kerk op 29-5-1783 te Gasselternijveen met Hindrik Dilling (zie 36)
Gehuwd voor de kerk (2) op 15-5-1800 te Borger met Jan Wolting, landbouwer, gedoopt op 15-12-1765 te Westerbork, overleden op 29-8-1845 te Exloo, zoon van Jan Wolting en Jantje Jans
Uit het eerste huwelijk:

1.	Frederik Dilling, geboren te Bronneger (zie 18).
2.	Geesje Dilling, geboren te Bronneger, gedoopt op 26-11-1786 te Borger, overleden op 15-11-1869 te Ees Gehuwd voor de kerk op 22-6-1810 te Borger met Willem Beuling, landbouwer, geboren te Ees, gedoopt op 19-10-1764 te Borger, overleden op 7-2-1831 te Ees, zoon van Albert Beuling en Lammigje Arents Garming
3.	Jan Dilling, geboren te Bronneger, gedoopt op 23-5-1789 te Borger, overleden op 22-11-1829 te Ees
4.	Heiltje Dilling, geboren te Bronneger, gedoopt op 26-2-1792 te Borger, overleden op 5-7-1824 te Roswinkel Gehuwd op 6-10-1817 te Borger met Jan Lamberts Zwiers, landbouwer, gedoopt op 11-10-1772 te Roswinkel, overleden op 2-8-1824 te Emmen, zoon van Lambert Hindriks Zwiers (zie 78) en Willemtje Schirring (zie 79) Jan Lamberts Zwiers wordt genoemd in de gewapende burgermacht van 1797, 27 jaar oud.[27] Hij is weduwnaar van Trijntje Boelken.
5.	Marchien Dilling, geboren op 24-1-1795 te Bronneger, gedoopt op 15-2-1795 te Borger, overleden voor 1829

38 Karsten Willems Renks, landbouwer, geboren op 5-5-1751 te Roswinkel, overleden op 8-10-1811 te Roswinkel
Karsken Willems Renks verpacht op 24-11-1789 voor 9 jaar aan Else Karskens te Onstwedde een behuising en een stuk bouwland, geërfd van Hans Karskens en Elle Geerts.
Carsten Rengs staat in de haardstedenregisters van Roswinkel in 1774 (2 paarden), 1784 (4 paarden), 1794 (2 paarden) en 1804 (4 paarden).
Karsken Rengs wordt in 1781 benoemd als momber over Hebeltje, kind van Roelof Pieters en Jantje Alberts. Hij neemt de plaats in van Jan Hamering. Andere mombers zijn Jan Kuiper, Hindrik Alberts en Harmen Alberts.[28]
Hij wordt genoemd in de gewapende burgermacht te Roswinkel in 1797: Karst Renks, 48 jaar. In 1798 op huisno. 76, 62 jaar, gehuwd, 3 kinderen.[29]

Kerk Roswinkel in 1845[30]

Gehuwd voor de kerk op 9-6-1786 te Roswinkel met
39 Geesje Lamberts Zwiers, gedoopt op 18-9-1768 te Roswinkel, overleden op 20-9-1836 te Roswinkel
Gehuwd voor de kerk (1) op 9-6-1786 te Roswinkel met Karsten Willems Renks (zie 38)
Gehuwd (2) op 6-4-1816 te Emmen met Peter Hindriks Theodor Vos, landbouwer, schrijnwerker, geboren op 19-7-1789 te Creets (Denemarken), overleden op 6-7-1838 te Roswinkel, zoon van Fredrik Ludwich Vos en Akel Catherina Struve
Uit het eerste huwelijk:

1.	N.N. Renks, geboren 9-1787 te Roswinkel, begraven op 26-9-1787 te Roswinkel Vermelding begrafenisregister Roswinkel: De ongedoopte zoon van Karst Renks en Geesijn Swiers.
2.	Willemtien Renks, gedoopt op 28-9-1788 te Roswinkel, overleden op 22-4-1828 te Roswinkel Gehuwd voor de kerk (1) op 9-5-1806 te Roswinkel met Harm Boelken, gedoopt op 1-3-1767 te Roswinkel, overleden op 9-12-1817 te Roswinkel, zoon van Roelof Boelken en Wendel Binders Harm Boelken wordt vermeld in het haardstedenregister te Roswinkel in 1794 en 1804 met 3 paarden. Op 10-7-1805 leent Hindrik Hindriks en zijn vrouw van Roswinkel 400 gulden van Harm Boelken te Roswinkel.[31] Hij is weduwnaar van Maria ten Holte. Gehuwd (2) op 1-7-1820 te Boertange met Jan Jans Hoiting, gedoopt op 29-8-1790 te Sellingen, overleden op 29-1-1838 te Roswinkel, zoon van Jan Geerts Hoiting en Hendrika Jans Reutgen
3.	Jantien Rengs, gedoopt op 24-9-1791 te Roswinkel (zie 19).
4.	Lammechien Rengs, gedoopt op 31-5-1795 te Roswinkel, overleden op 3-4-1853 te Roswinkel Gehuwd op 19-6-1818 te Emmen met Jan Wilts, landbouwer, gedoopt op 24-12-1777 te Roswinkel, overleden op 30-6-1861 te Roswinkel, zoon van Roelof Wilts, landbouwer, en Annigje Harms Veenker OSA 1383 Roswinkel dd. 1798: huisno. 9, 17 jaar.
5.	Willem Renks, landbouwer, gedoopt op 18-2-1798 te Roswinkel, overleden op 23-12-1843 te Roswinkel Gehuwd op 8-6-1826 te Emmen met Frederika Elling, gedoopt op 28-3-1802 te Roswinkel, overleden op 30-8-1838 te Emmen, dochter van Willem Willems Elling, landbouwer, en Geertruida Everwijns Nannings
6.	Geertijn Renks, gedoopt op 22-2-1801 te Roswinkel, overleden op 19-11-1880 te Roswinkel Gehuwd op 12-4-1826 te Emmen met Ernestus Elling, landbouwer, gedoopt op 25-6-1797 te Roswinkel, overleden op 16-9-1846 te Roswinkel, zoon van Willem Willems Elling, landbouwer, en Geertruida Everwijns Nannings
7.	Trientje Rengs, geboren op 10-7-1804 te Roswinkel, gedoopt op 15-7-1804 te Roswinkel, overleden op 2-11-1838 te Roswinkel Gehuwd op 29-11-1833 te Emmen met Aike Sanders, landbouwer, geboren op 5-9-1804 te Roswinkel, gedoopt op 16-9-1804 te Roswinkel, overleden op 14-1-1851 te Roswinkel, zoon van Roelof Jans Sanders en Naanke Hansen Kamps
8.	Lambert Rengs, landbouwer, gedoopt op 4-6-1809 te Roswinkel, overleden op 28-11-1887 te Roswinkel Gehuwd op 13-5-1837 te Emmen met Willemtien Swierts, geboren op 23-10-1818 te Roswinkel, overleden op 9-2-1894 te Roswinkel, dochter van Jan Lamberts Zwiers, landbouwer, en Heiltje Dilling

40 Jan Nijenhuis, karspelbestuurder, geboren circa 1737 te Valthe, overleden op 6-2-1806 te Exloo
In de lijsten van de gewapende burgermacht wordt Jan Nijenhuis te Exloo vermeld als zijnde 60 jaar, gehuwd, samen met zijn twee zoons Harmans en Willem. Zij woonden waarschijnlijk op het erf van zijn schoonvader Harm Huising.[32] Jan Nijenhuis wordt als keuter boer vermeld te Exloo in de haardstedenregisters van 1774/1784 en voor half in 1794/1804.
Op 22-6-1771 wordt Jantien Rosing, weduwe van Jan Hovinge aangeklaagd door Jan Nijenhuis nomine uxoris Aaltien Hoving, volle zuster van Jan Hoving, en voor de helft erfgenaam, mede als hoofdmomber over Janna en Everdina Marissen; Annegien Marissen wed. Abbing; Tymens Geerts ten Kamp nom.ux. Margijn Marissen, kinderen van wijlen Hillegien Hoving in leven ook volle zuster van Jan Hoving, en dus voor de andere helft erfgenaam. De klagers maken bezwaar tegen het testament van 22-12-1769 van Jan Hoving en zijn vrouw, waarbij deze hun goederen wederzijds aan de langstlevende laten toekomen. Volgens de klagers was dit niet rechtmatig. De eis wordt echter afgewezen[33]
Het register op de dertigste penning vermeld in 1782 dat Jan Nienhuis nom.ux. Jantjen Rosing de lijftucht van haar eerste man Jan Hovinge heeft begroot op 5000 gulden.[34]
Gehuwd met
41 Jantien Willems Rosing, geboren circa 1738, overleden te Odoorn
Gehuwd voor de kerk (1) voor 1771 met Jan Everts Hoving, geboren circa 1720 te Exloo, overleden voor 1771, zoon van Evert Hoving en Margje Huising
Gehuwd (2) met Jan Nijenhuis (zie 40).
Uit het tweede huwelijk:

Harmannus Nijenhuis, landbouwer, geboren op 24-8-1772 te Exloo, overleden op 28-3-1833 te Gieten
Hij wordt genoemd in 1797 te Exloo op huisno. 19, 24 jaar oud.[35] Ook wordt hij bwe de bewoners van Gieten in 1825 genoemd op huisno. 21, en in de kadastrale atlas van 1832 op sectie E no. 411.
Ondertrouwd op 3-5-1807 te Gieten, gehuwd voor de kerk op 29-6-1807 te Odoorn met Jantje Ottens, geboren te Bonnen, gedoopt op 10-7-1785 te Gieten, overleden op 26-4-1843 te Bonnen, dochter van Harm Ottens en Rolina Rosing

Willem Nijenhuis, geboren te Exloo (zie 20).

42 Harm Lucas Dunning, gedoopt op 30-1-1735 te Borger
Harm Lucas Dunning te Drouwen leent op 14-1-1772 50 gulden van Seijne Dunning ov zijn mombers te Borger.[36] Op 13-10-1772 staat Harm Lucas Dunning borg voor een lening van Jan Willems te Borger en zijn vrouw van Jan Meijering van Gasselte.[37] Op 1-5-1784 leent Harm Dunning van Borger 247-10 van Geert Beuling van Ees.[38]
Harm Dunninge wordt in de haardstedenregisters te Borger genoemd in 1774 als een keuter, in 1784 en 1794 met twee paarden. In 1804 wordt hij te Westdorp genoemd met een vol erf.
Gehuwd voor de kerk op 12-5-1763 te Borger met
43 Geesje Jans, geboren te Drouwen, gedoopt 3-1742 te Gasselte, overleden op 26-7-1815 te Borger
Gedoopt op de tweede paasdag 1742 te Gasselte.
Uit dit huwelijk:

1.	Willem Harms Dunning, landbouwer, geboren op 17-4-1764 te Borger, overleden op 10-1-1853 te Zweeloo Gehuwd voor de kerk op 7-6-1802 te Borger met Aaltien Willems Zuid, gedoopt op 10-10-1779 te Borger, overleden op 1-10-1827 te Ees, dochter van Willem Geerts Suithof en Roelofje Jans
2.	Jantien Dunning, geboren te Drouwen, gedoopt op 23-3-1766 te Borger, overleden op 8-3-1831 te Gasselte Gehuwd voor de kerk op 15-4-1804 te Rolde met Jacob Jans Smeenge, geboren te Amelte, gedoopt op 19-2-1775 te Rolde, overleden op 17-12-1846 te Gasselte, zoon van Jan Alberts Smeenge en Hilligje Jacobs Nijenhuis
3.	Lukas Dunning, landbouwer, gedoopt op 9-9-1770 te Borger, overleden op 25-3-1837 te Borger Gehuwd met Willemtje Geerts, gedoopt op 4-7-1790 te Borger, overleden op 14-1-1860 te Borger, dochter van Jan Willems Geerts en Roelofje Jans
4.	Geesje Dunning, geboren te Drouwen, gedoopt op 18-2-1776 te Borger, overleden voor 1781
5.	Geesien Dunning, geboren te Drouwen (zie 21).

44 Harm Hidding, ette Oostermoer 1784-1789, geboren op 26-10-1749 te Gasselte, overleden op 11-4-1836 te Gasselte
Gehuwd voor de kerk op 25-6-1789 te Odoorn met
45 Janna Harms Huising, geboren op 17-5-1767 te Exloo, overleden op 2-9-1833 te Gasselte
Op 17-9-1789 komt Janna Huising met att. van Odoorn naar Gasselte.
Uit dit huwelijk:

1.	Jan Hidding, landbouwer, geboren op 13-8-1792 te Gasselte, gedoopt op 19-8-1792 te Gasselte, overleden op 18-10-1861 te Annerveen Gehuwd op 8-4-1816 te Anloo met Hindrikje Steenge, geboren te Annerveen, gedoopt op 18-4-1790 te Anloo, overleden op 18-1-1855 te Annerveen, dochter van Remmelt Lucas Steenge en Willemtje Engberts Mulders
2.	Herman Hidding, landbouwer, geboren op 3-8-1795 te Gasselte, gedoopt op 9-8-1795 te Gasselte, overleden op 11-7-1868 te Gasselte Gehuwd op 8-9-1836 te Gasselte met Aaltje Aling, geboren op 23-7-1815 te Ees, overleden op 11-4-1855 te Gasselte, dochter van Roelof Willems Aling, arbeider, landbouwer, en Geesje Willems Klooster
3.	Willem Hidding, geboren op 13-2-1798 te Gasselte (zie 22).
4.	Heildina Roelina Hidding, geboren op 4-5-1807 te Gasselte, gedoopt op 10-5-1807 te Gasselte, overleden op 18-3-1833 te Noordlaren Gehuwd op 17-6-1829 te Haren met Reinder Hoenderken, landbouwer, geboren op 17-1-1803 te Noordlaren, gedoopt op 23-1-1803 te Noordlaren, overleden op 4-7-1875 te Noordlaren, zoon van Jannes Hoenderken en Elisabeth Cluvingh

46 Jan Baving, gedoopt op 23-8-1750 te Zuidlaren, overleden op 28-10-1831 te Zuidlaren
Hij wordt genoemd in het register van de gewapende burgermacht van 1797: Jan Baving, 46 jaar.[39] In het haardstedenregister van Zuidlaren wordt hij samen met (zijn oom) Arent Baving aangeslagen voor 3 paarden.
Ondertrouwd op 28-5-1792 te Vries met
47 Lammegien Baving, geboren te Taarlo, gedoopt op 20-1-1760 te Vries, overleden op 12-3-1823 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk:

1.	Grietje Baving, geboren op 25-10-1793 te Zuidlaren (zie 23).
2.	Willem Baving, gedoopt op 31-1-1796 te Zuidlaren, overleden voor 1798 te Zuidlaren
3.	Willem Baving, gedoopt op 5-8-1798 te Zuidlaren
4.	Klaas Baving, landbouwer, geboren op 4-4-1801 te Zuidlaren, gedoopt op 19-4-1801 te Zuidlaren, overleden op 30-7-1885 te Zuidlaarderveen Gehuwd op 25-6-1824 te Zuidlaren met Willemtje Salomons, gedoopt op 31-7-1803 te Gasselternijveen, overleden op 22-12-1874 te Zuidlaren, dochter van Harm Salomons en Luchien Wichers

48 Egbert Jans Buiter, geboren op 26-11-1754 te Zuidlaren, gedoopt op 1-12-1754 te Zuidlaren, overleden op 15-5-1827 te Zuidlaren
Genoemd in de lijst van de gewapende burgermacht van 1797, 43 jaar oud. In 1798 vermeld gehuwd met 4 kinderen.[40]
Gehuwd voor de kerk op 14-6-1787 te Zuidlaren met
49 Hindrikje Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 4-10-1761 te Haren, overleden op 22-11-1846 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk:

1.	Geertje Buiter, geboren op 11-12-1788 te Zuidlaren, gedoopt op 21-12-1788 te Zuidlaren, overleden voor 1795 te Zuidlaren
2.	Jan Egberts Buiter, geboren op 10-4-1790 te Zuidlaren (zie 24).
3.	Hendrik Buiter, landbouwer, gedoopt op 19-5-1793 te Zuidlaren, overleden op 28-1-1850 te Zuidlaren Gehuwd op 30-5-1849 te Zuidlaren met Harmtje Baving, geboren op 19-8-1815 te Taarlo, overleden op 4-11-1882 te Zuidlaren, dochter van Hindrik Baving en Annigje Ebbinge Zij hertrouwt met Klaas Jans Timmermans.
4.	Geertje Buiter, geboren op 22-7-1795 te Zuidlaren, gedoopt op 26-7-1795 te Zuidlaren, overleden op 7-3-1821 te Zuidlaren
5.	Harmtje Buiter, geboren op 23-7-1797 te Zuidlaren, gedoopt op 30-7-1797 te Zuidlaren, overleden op 16-6-1847 te Zuidlaren Gehuwd op 18-11-1825 te Zuidlaren met Jan Roelofs Wuffing, landbouwer, geboren op 7-4-1792 te Zuidlaren, gedoopt op 15-4-1792 te Zuidlaren, overleden op 19-3-1869 te Zuidlaren, zoon van Roelof Egberts Wuffing (zie 54) en Everdina Jans Sijgers (zie 55)
6.	Roelof Buiter, landbouwer, cichoreifabrikant, geboren op 24-2-1799 te Zuidlaren, gedoopt op 29-9-1799 te Zuidlaren, overleden op 25-11-1857 te Zuidlaren Gehuwd (1) op 21-5-1832 te Zuidlaren met Jantje Eefting, geboren op 7-4-1806 te Zuidlaren, gedoopt op 26-4-1806 te Zuidlaren, overleden op 22-6-1847 te Zuidlaren, dochter van Frederik Jans Eefting (zie 50) en Lammigje Tiddens (zie 51) Gehuwd (2) op 25-11-1848 te Zuidlaren met Aafje Enting, gedoopt op 5-9-1817 te Zuidlaren, overleden op 5-2-1854 te Zuidlaren, dochter van Hindrik Lamberts Enting en Margje Freriks Everts Gehuwd (3) op 7-9-1855 te Eelde met Aaffina Jacoba Kamphuis, geboren op 30-7-1820 te Groningen, overleden op 21-1-1856 te Zuidlaren, dochter van Derk Kamphuis en Trijntje Westfalia Nicolai
7.	Ebbinge Buiter, geboren op 15-3-1802 te Zuidlaren, gedoopt op 21-3-1802 te Zuidlaren, overleden op 8-10-1802 te Zuidlaren

50 Frederik Jans Eefting, landbouwer, stoker, gedoopt op 17-8-1755 te Zuidlaren, overleden op 19-2-1814 te Zuidlaren
Albert en Frerik Eefting worden samen genoemd in het haarstedengeldregister van Zuidlaren van 1794, waarbij Frerik als stoker genoemd wordt. In 1804 wordt Freerk Eefing apart genoemd met nering.
Gehuwd voor de kerk (1) op 30-6-1793 te Zuidlaren met Margje Geerts Schuiling, gedoopt op 22-4-1759 te Zuidlaren, overleden voor 1799, dochter van Geert Roelofs en Grietje Jans Schuiling
Zij is eerder getrouwd geweest met Jacob Jans Strating.
Gehuwd voor de kerk (2) op 9-6-1799 te Zuidlaren met Lammigje Tiddens (zie 51).
Uit het tweede huwelijk:

1.	Margje Eefting, geboren op 23-6-1801 te Zuidlaren, gedoopt op 28-6-1801 te Zuidlaren
2.	Hendrikje Eefting, geboren op 23-2-1804 te Zuidlaren (zie 25).
3.	Jantje Eefting, geboren op 7-4-1806 te Zuidlaren, gedoopt op 26-4-1806 te Zuidlaren, overleden op 22-6-1847 te Zuidlaren Gehuwd op 21-5-1832 te Zuidlaren met Roelof Buiter, landbouwer, cichoreifabrikant, geboren op 24-2-1799 te Zuidlaren, gedoopt op 29-9-1799 te Zuidlaren, overleden op 25-11-1857 te Zuidlaren, zoon van Egbert Jans Buiter (zie 48) en Hindrikje Ebbinge (zie 49) Hij hertrouwt met Aafje Enting, hertrouwt met Aaffina Jacoba Kamphuis.

51 Lammigje Tiddens, gedoopt op 23-12-1764 te Zuidlaren, begraven op 5-8-1807 te Zuidlaren
Op genoemde datum wordt voor het zwarte laken betaald.
Uit dit huwelijk: 3 kinderen (zie onder 50).

52 Jan Klasens Timmermans, landbouwer, geboren op 3-7-1778 te Donderen, gedoopt op 12-7-1778 te Vries, overleden op 4-11-1859 te Zuidlaren
Ondertrouwd (1) te Zuidlaren, gehuwd voor de kerk op 28-4-1809 te Vries met Margje Karsten (zie 53)
Gehuwd (2) op 10-5-1823 te Zuidlaren met Aaltje Strating, geboren op 16-2-1795 te Zuidlaren, gedoopt op 22-2-1795 te Zuidlaren, overleden op 6-4-1868 te Zuidlaren, dochter van Jan Kloot Strating en Roelofje Harms
Uit het eerste huwelijk:

1.	Klaas Jans Timmermans, geboren te Donderen (zie 26).
2.	Hindrikje Timmermans, geboren op 3-7-1812 te Donderen, overleden op 14-2-1848 te Zuidlaren Gehuwd op 28-9-1838 te Zuidlaren met Willem Jans Popken, landbouwer, geboren op 8-10-1811 te Zuidlaren, gedoopt op 27-10-1811 te Zuidlaren, overleden op 8-1-1878 te Zuidlaren, zoon van Jan Luichjes Popken en Harmtje Willems Bening

Uit het tweede huwelijk:

Roelina Rebecca Timmermans, geboren op 22-7-1826 te Zuidlaren, overleden op 24-11-1879 te Zuidlaren
Gehuwd op 6-5-1853 te Zuidlaren met Roelof de Vries, landbouwer, geboren op 9-11-1827 te Haren, overleden op 4-11-1897 te Zuidlaren, zoon van Jan Folkerts de Vries, kastelein, en Fennechien Roelofs Smit

53 Margje Karsten, geboren op 21-7-1783 te Zuidlaren, gedoopt op 27-7-1783 te Zuidlaren, overleden op 24-4-1818 te Donderen
Uit dit huwelijk: 2 kinderen (zie onder 52).

54 Roelof Egberts Wuffing, gedoopt op 14-1-1753 te Zuidlaren, overleden op 5-3-1827 te Zuidlaren
Hillegien Roelofs Oosting minderjarige dochter van wijlen Roelof Lucas Oosting en Grietje Jans Wiering te Zuidlaren is 24 jaar oud en verzoekt aand de Etstoel op 28-11-1786 om te mogen trouwen met Roelof Egberts Wuffen. Arent Harms hoofdmomber over haar is tegen het huwelijk.[41]
Roelof Egberts Wuffen en zijn vrouw Hillegje Roelofs Oosting van Zuidlaren mogen op 3-2-1787 een langstlevende testament. Hilligje wordt geassisteerd door ette Hindrik Strating van Zuidlaren.[42]
Roelof Egberts Wuffen wordt genoemd in het haarstedenregister te Zuidlaren in 1784 met 3 paarden. In 1794 als Roelof Wuffen met 2 paarden en in 1804 als Roelof Wuffinge met 2 paarden.
In 1791 is Roelof Egberts Wuffen medemomber over de kinderen van Jan Leving en wijlen Jeigje Luichjes.[43] Op 25-5-1792 is Roelof Egberts Wuffen hoofdmomber over de kinderen van Albert Alberts Pleisier en wijlen Margje Bentum.[44]
Op 17-2-1794 lenen Hindrik Barelts en zijn vrouw van Zuidlaarderveen 800 gulden van Jan Bentum en Roelof Egberts Wuffen van Zuidlaren.[45]
Gehuwd voor de kerk (1) op 26-12-1786 te Zuidlaren met Hilligje Roelofs Oosting, gedoopt op 24-4-1763 te Zuidlaren, overleden voor 1788, dochter van Roelof Lucas Oosting en Grietje Jans Wierding
Gehuwd voor de kerk (2) op 23-11-1788 te Zuidlaren met Everdina Jans Sijgers (zie 55).
Uit het tweede huwelijk:

1.	Hindrikje Wuffen, geboren op 21-12-1789 te Zuidlaren, gedoopt op 26-12-1789 te Zuidlaren, overleden op 19-12-1812 te Zuidlaren Gehuwd op 30-9-1811 te Zuidlaren met Berend Wybes, gedoopt op 29-1-1792 te Windeweer, overleden op 4-10-1816 te Windeweer, zoon van Wybe Berends de Boer en Grietje Jans
2.	Jan Roelofs Wuffing, landbouwer, geboren op 7-4-1792 te Zuidlaren, gedoopt op 15-4-1792 te Zuidlaren, overleden op 19-3-1869 te Zuidlaren Gehuwd op 18-11-1825 te Zuidlaren met Harmtje Buiter, geboren op 23-7-1797 te Zuidlaren, gedoopt op 30-7-1797 te Zuidlaren, overleden op 16-6-1847 te Zuidlaren, dochter van Egbert Jans Buiter (zie 48) en Hindrikje Ebbinge (zie 49)
3.	Adriaantje Roelofs Wuffing, geboren op 18-4-1796 te Zuidlaren, gedoopt op 24-4-1796 te Zuidlaren, overleden op 13-10-1833 te Zuidlaren Gehuwd op 11-5-1822 te Zuidlaren met Thijs Carst, landbouwer, gedoopt op 6-10-1793 te Gasselternijveen, overleden op 7-9-1865 te Zuidlaren, zoon van Carst Lamberts en Geesje Claassen Reiling
4.	Egberdina Wuffing, geboren op 5-1-1799 te Zuidlaren, gedoopt op 13-1-1799 te Zuidlaren, overleden op 13-1-1819 te Zuidlaren
5.	Grieta Maria Wuffing, geboren op 19-2-1805 te Zuidlaren (zie 27).

55 Everdina Jans Sijgers, gedoopt op 1-3-1767 te Zuidlaren, overleden op 8-7-1817 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk: 5 kinderen (zie onder 54).

56 Berend Hogenesch, schatbeurder, landbouwer, geboren te Gieten, gedoopt op 22-3-1750 te Gieten, overleden op 8-12-1828 te Gieten
Berent HogenEsch wordt in het haardstedenregister te Gieten genoemd in 1794 en 1804 als herbergier en aangeslagen voor 3 paarden. In 1798 wordt hij te Gieten op huisnummer 46 vermeld als schatbeurder, gehuwd met vijf kinderen.[46] In 1814 wordt hij als een van de hoogst aangeslagenen te Gieten vermeld voor 12 gulden. Zijn neef Hindrik Hindriks HogenEsch wordt hier genoemd voor 8 gulden.[47]

Handtekening Berend Hogenesch[48]

Ondertrouwd op 29-4-1785 te Gasselternijveen, gehuwd voor de kerk op 26-6-1785 te Gieten met
57 Jantje Jans, geboren op 18-10-1761 te Gasselternijveen, overleden op 26-8-1807 te Gieten
Uit dit huwelijk:

1.	Hindrik Berents Hogenesch, landbouwer, geboren op 8-4-1786 te Gieten, gedoopt op 17-4-1786 te Gieten, overleden op 1-6-1866 te Gasselternijveen Grafsteen Hindrik Hogenesch[49] Gehuwd op 1-5-1817 te Gasselte met Marchien Homan, geboren op 17-11-1792 te Rolde, gedoopt op 18-11-1792 te Rolde, overleden op 6-3-1854 te Gasselternijveen, dochter van Harm Jan Homan, landbouwer, en Jantje Jans Assies
2.	Jantje Berends Hogenesch, geboren te Gieten, gedoopt op 23-12-1787 te Gieten, overleden op 23-9-1829 te Gieten Ondertrouwd op 4-11-1806 te Gieten, gehuwd voor de kerk op 15-1-1807 te Gieten met Jan Braams, schulte van Gieten; herbergier, landbouwer; burgemeester van Gieten, geboren op 14-1-1762 te Eext, gedoopt op 24-1-1762 te Anloo, overleden op 3-3-1839 te Gieten, zoon van Tonnis Braams, diaken, korenmolenaar, belastingpachter, schatbeurder te Eext, en Margje Alberts Meursing Hij wordt in de haarstedenregisters te Gieten genoemd in 1784 3, nering), 1794 3, stoker), 1804 (2, nering) In 1797 wordt hij genoemd als zijnde 36 jaar oud, wonende op huis nummer 20, lid van het bestuur, gehuwd, 2 kinderen.[50] In 1807 wordt hij ook op huis nummer 20 te Gieten genoemd.[51] Jan Braams werd in 1795 de eerste door de mensen zelf gekozen schulte. Op zondag 8 maart 1795 werd hij unaniem door de kerspellieden gekozen. Drie jaar later werd Jan Braams benoemd tot lid van het Intermediair Adminstratief Bestuur, waarbij hij tijdelijk afstand diende te doen van het schultambt. Zijn broer Albert Braams, de schulte van Anloo, werd dan ook op 3-3-1798 tot geauthoriseerd schulte benoemd. Bij de opheffing van het Intermediair Administratief Bestuur in 1799 werd Jan Braams weer gewoon schulte. Op 1 augustus 1811 werd hij benoemd tot maire van Gieten, welke functie hij tot 1825 uitoefende. Verder was hij nog lid van de Provinciale Staten van Drenthe. In zijn huis annex herberg was tevens het ´gemeentehuis´ gevestigd. Dit verschijnsel (gemeentehuis in een herberg) is overigens niet uniek in Drenthe. Veel gemeentehuizen zijn op dezelfde wijze begonnen. Zijn boerderij, later eigendom van de nakomelingen van Marchien Braams en Willem Zegering, is in 1989 helaas door de bliksem getroffen. Mombers over de kinderen Braams werden in 1807 Harm Ottens (hoofdmomber), de oud-ette Louwert Niewolt alsmede de schulte en ette Albert Braams en Jan Meursing Braams, allen ooms van de kinderen. Zegel Jan Braams[52] Hij is weduwnaar van Hindrikje Ottens.
3.	Lammegien Hogenesch, geboren op 1-6-1790 te Gieten, gedoopt op 6-6-1790 te Gieten, overleden op 30-10-1862 te Annerveenschekanaal Gehuwd op 9-11-1815 te Anloo met Lucas Steenge, landbouwer, geboren te Eexterveen, gedoopt op 1-11-1795 te Anloo, overleden op 4-5-1871 te Eexterveensche Kanaal, zoon van Willem Steenge, ette Rolde 1776-1790, en Metje Everts
4.	Jan Berends Hogenesch, landbouwer te Eexterveen, geboren op 3-12-1792 te Gieten, gedoopt op 9-12-1792 te Gieten, overleden op 21-6-1857 te Eexterveen Gehuwd op 2-11-1815 te Gieten met Jantje Willems Steenge, geboren te Eexterveen, gedoopt op 26-5-1793 te Anloo, overleden op 12-11-1840 te Eexterveen, dochter van Willem Steenge, ette Rolde 1776-1790, en Metje Everts
5.	Aaltje Berents Hogenesch, geboren te Gieten, gedoopt op 5-2-1797 te Gieten, overleden op 5-4-1845 te Gieten Gehuwd op 16-11-1815 te Gieten met Jan Harms Ottens, grutter, landbouwer, geboren te Bonnen, gedoopt op 20-10-1793 te Gieten, overleden op 13-6-1855 te Bonnen, zoon van Harm Ottens en Rolina Rosing Bewoners 1825 Bonnen no. 72. Kad. Atlas 1832 sectie E no. 226. Hij hertrouwt met Aaltien Timmermans.
6.	Thie Berends Hogenesch, geboren op 27-5-1801 te Gieten (zie 28).

58 Jan Buiting, landbouwer, geboren te Veenhof, gedoopt op 15-10-1769 te Gieten, overleden op 23-12-1802 te Veenhof
Jan Buiting wordt in 1798 genoemd wonende in de Veenhof op huisnummer 89, 29 jaar oud, als zoon, boer, gehuwd met één kind.[53]
In 1808 is Jan Buiting overleden en er worden bij het huwelijk van Hillechien met Jan Seubering mombers benoemd over de kinderen. De kinderen zijn Harmtje Buiting, 11 jaar oud, Willem Buiting, 9 jaar oud en Jantje Buiting, 6 jaar oud. De hoofdmomber is Arent Buiting van Yde, een broer van Jan Buiting en de medemomber van vaderszijde is Otto Buiting junior van de Veenhof. Aan moederszijde zijn de mombers Harm Willems van Bonnerveen en Willem Aalderts van Gieten.[54]
Gehuwd voor de kerk op 4-12-1796 te Gieten met
59 Hillechien Willems Meijering, geboren op 8-9-1771 te Bonnerveen, gedoopt op 8-9-1771 te Gieten, overleden op 18-5-1812 te Veenhof
Gehuwd voor de kerk (1) op 4-12-1796 te Gieten met Jan Buiting (zie 58)
Gehuwd voor de kerk (2) op 13-5-1808 te Gieten met Jan Seubering, molenmaker, timmerman, geboren op 7-2-1773 te Oosterhesselen, gedoopt op 14-2-1773 te Oosterhesselen, overleden op 14-2-1839 te Gieten, zoon van Roelof Seubering en Hilligje Roelofs Hebers
Hij hertrouwt met Fennigje Harms Sloots.
Uit het eerste huwelijk:

1.	Harmtien Buiting, geboren te Veenhof, gedoopt op 24-9-1797 te Gieten, overleden op 21-2-1873 te Essen, Haren Gehuwd op 10-5-1821 te Haren met Roelof ter Borg, landbouwer, geboren op 21-3-1793 te Haren, overleden op 1-3-1850 te Haren, zoon van Fredericus ter Borg, landbouwer, en Johanna Swartwolt
2.	Willem Buiting, landbouwer, geboren te Veenhof, gedoopt op 16-6-1799 te Gieten, overleden op 26-8-1863 te Yde Gehuwd op 15-1-1824 te Gieten met Fennigje Berents Trip, geboren te Bonnerveen, gedoopt op 11-5-1805 te Gieten, overleden op 8-6-1839 te Yde, dochter van Berent Jans Trip, landbouwer, en Gezina Willems Meinders
3.	Otto Buiting, geboren te Veenhof, gedoopt op 16-6-1799 te Gieten, overleden voor 1808 te Veenhof
4.	Jantien Buiting, geboren op 10-3-1802 te Veenhof (zie 29).

Uit het tweede huwelijk:

Hilligje Seubering, geboren te Gieten, gedoopt op 7-5-1809 te Gieten, overleden op 24-1-1844 te Bonnen
Gehuwd op 23-4-1829 te Gieten met Willem Meiring, landbouwer, geboren te Bonnen, gedoopt op 26-4-1801 te Gieten, overleden op 21-6-1864 te Bonnen, zoon van Hindrik Meijering, landbouwer, en Roelofje Hindriks Weitering

60 Lambert Boelens Julsing, landbouwer, geboren te Eext, gedoopt op 20-1-1742 te Anloo (getuige(n): Frerikje Julsing, huisvrouw van Reinder Alberts te Zuidlaren), overleden te Eext, begraven op 2-12-1805 te Anloo
Hij wordt genoemd te Eext in 1797 op huisnr. 55, boer, gehuwd met 6 kinderen.[55]
In het haardstedenregister van 1804 wordt hij te Eext genoemd met een vol erf.
Gehuwd voor de kerk op 6-10-1781 te Anloo met
61 Aaltje Hindriks Jobing, geboren op 23-11-1757 te Eext, gedoopt op 27-11-1757 te Anloo (getuige(n): Grietje Berents, huisvrouw van Jan Wenning van Wachtum), overleden op 12-12-1835 te Anloo
Uit dit huwelijk:

1.	Jantje Lamberts Julsing, geboren op 9-3-1783 te Eext, gedoopt op 16-3-1783 te Anloo, overleden op 19-10-1863 te Anloo Ondertrouwd op 6-5-1804 te Anloo met Hindrik Ottens Meijering, landbouwer, geboren te Eext, gedoopt op 5-2-1769 te Anloo (getuige(n): Grietje Jans huisvrouw van Harm Hamming van Bonnen), overleden op 1-12-1847 te Eext, zoon van Otto Jacobs Meijering en Geesje Hamming Hij wordt in 1797 genoemd te Eext op huisnummer 245, ongehuwd.[56]
2.	Roelofje Lamberts Julsing, geboren op 25-9-1784 te Eext, gedoopt op 3-10-1784 te Anloo, overleden op 14-8-1858 te Odoorn Ondertrouwd op 5-5-1811 te Anloo, gehuwd voor de kerk op 21-5-1811 te Odoorn met Harmannus Nijenhuis, geboren op 9-6-1773 te Odoorn, overleden op 11-3-1857 te Odoorn, zoon van Hendrik Nijenhuis en Jantien Lankhorst Hij wordt in 1797 te Odoorn genoemd, 25 jaar oud.[57]
3.	Hindrikje Lamberts Julsing, geboren op 22-10-1786 te Eext, gedoopt op 5-11-1786 te Anloo, overleden op 15-12-1833 te Anloo Gehuwd voor de kerk op 2-8-1807 te Anloo met Hindrik Bastiaans Hollander, geboren te Anloo, gedoopt op 12-3-1780 te Anloo (getuige(n): Egbertje Jacobs van Anloo), overleden op 18-7-1842 te Eext, zoon van Bastiaan Jans, brouwer te Anloo, landbouwer, en Henrica Lucas Hollander
4.	Boele Lamberts Julsing, landbouwer, geboren te Eext, gedoopt op 5-11-1788 te Anloo, overleden op 13-2-1853 te Eext Gehuwd op 28-5-1823 te Anloo met Harmtje Meursing, geboren te Eext, gedoopt op 19-4-1789 te Anloo, overleden op 29-7-1847 te Eext, dochter van Jacob Meursing en Aaltje Homan
5.	Hindrik Lamberts Julsing, landbouwer, geboren te Eext, gedoopt op 8-1-1792 te Anloo, overleden op 10-11-1869 te Anloo Gehuwd op 9-5-1817 te Anloo met Grietje Croese, geboren op 14-7-1795 te Zuidlaren, gedoopt op 27-7-1795 te Zuidlaren, overleden op 30-1-1864 te Anloo, dochter van Frerik Harmannus Croese en Grietje Roelofs Kloot
6.	Jan Lamberts Julsing, geboren te Eext (zie 30).

62 = 16 Tijmen Dilling.
63 = 17 Geesje Willems Hoving.

Generatie VII

64 Tijmen Dilling, geboren circa 1700, overleden 1762
Hij wordt voor vol aangeslagen in het haardstedenregister van Drouwen/Bronneger van 1742 en 1754.
Hij woont 1718/1719 te Drouwen en in 1722 te Bronneger. Bij zijn trouwen was hij mogelijk weduwnaar van een Hoijtinge dochter van Buinen.
Tijmen Dilling is in 1728 samen met Geert Hamering en Albert Boeling momber over de kinderen van Hindrik Harms (Hoiting) en Jantje Otten.[58] Jantje Otten is een zuster van Margje Hindriks Otten, dus zijn tante. In 1741 is hij ook momber over de kleindochter van Hindrik Harms, Annigje Hindriks.[59]
Op 26-6-1731 zijn Jan Garminge, Albert Garminge en Roelof Garminge te Westdorp eisers tegen Tijmen Dillinge voor zich en voor de helft erfgenaam van wijlen zijn vader Arent Dillinge. De eisers willen betaling van 23-10, de helft van een bedrag wegens verkochte varkens aan verweerders vader Arent Dillinge, en 5-15 wegens een varken.[60]
Op 27-11-1736 is Tijmen Dilling eiser tegen Hendrik Houwink te Zuidlaren. Tijmen wil betaling van 153-15 wegens mandelig koopmanschap, en hij wordt in het gelijk gesteld.[61] Tijmen Dilling te Bronneger wordt op 18-6-1737 zelf aangeklaagt door Jan Hiskes te Veenhuis onder Onstwedde. Jan wil betaling van 46 gulden wegens twee verkochte ossen.[62]
Tijmen is momber over de kinderen van Tijmen Houwing te Gasselte.
Tijmen Dilling van Bronniger en zijn huisvrouw lenen op 11-3-1737 1500 gulden van F. Dannenberg en zuster Anna Dannenberg te Steenwijk.[63]
Harm Boelken van Roswinkel gehuwd met Trijntien Sickinge, dochter van wijlen Roelof Sickinge en Gijsseltien Engberts is op 19-11-1743 eiser tegen Tijmen Dillinge te Bronneger gehuwd Aaltien Sikkinge. Het geschil betreft huwelijkse voorwaarden van 28-10-1724, De eiser is van mening op basis van deze voorwaarden mede erfgenaam te zijn van Roelof Langejans, te Grolloo overleden. De eiser wil zijn deel van de erfenis. Volgens verweerder is hij nader in den bloede tot Roelof Langejans. Verder zou volgens de verweerder de moeder van de bruid Trijntien Sickinge niet aanwezig geweest zijn bij het huwelijkscontract, en is het daarom niet geldig. De eiser krijgt gelijk in dit geschil.[64]
Op 22-9-1756 koopt Tijmen Dilling te Bronneger een plaats te Drouwen van de erfgenamen van Jan Bavinge voor 2800 gulden.[65]
Aaltje Sikking is een dochter van een Frerik Sikking. Het is niet zeker dat zij een dochter is van Frerik Jans Sikking en Trijntje.

Handtekening Tijmen Dilling[66]

Gehuwd voor de kerk voor 1720 met
65 Aaltje Sikking, geboren circa 1700
Uit dit huwelijk:

Frederik Tijmens Dilling, geboren circa 1723 te Bronneger (zie 32).

Arent Tijmens Dilling, geboren circa 1723 te Bronneger, overleden na 1797
Hij wordt in 1754 in de haardstedenregisters te Drouwen genoemd met een vol erf, in 1764, 1774, 1784 en 1794 als keuter. Waarschijnlijk heeft hij van 1764 tot 1797 zijn erf verhuurd.
Hij wordt in 1797 te Bronneger genoemd als Arent Tijmens Dilling, 74 jaar oud, rentenier.[67]
Gehuwd voor de kerk op 17-5-1767 te Borger met Lutgertje Wichers, gedoopt op 13-12-1739 te Drouwen, overleden voor 1797 te Bronneger, dochter van Jan Hachting en Margje Heling

66 Hindrik Lussing, geboren circa 1695 te Drouwen
Hij wordt genoemd in het haardstedenregister te Drouwen in 1742 voor vol. Verder wordt nog Aaltien Lussinge genoemd, woont in de kamer van Hindrik Lussinge, die voor 1/4 wordt aangeslagen.
Op 30-11-1734 klaagt Hindrick Lussing, als erfgenaam en zoon van zijn moeder Aaltien Hamming Egbert Warners tot Gasselte als hoofdmomber over de kinderen van wijlen Jan Roelofs te Drouwen aan in verband met een deel van de erfenis van Roelof Jans Nijenbronniger en Geese Claes Bebinge, de grootouders van de kinderen.[68]
Meester Tijmen Houwing verklaart op 22-3-1721 dat zijn vader Hendrik Houwing in het Heilige Geest Gasthuys te Groningen heeft verkocht aan Thij Lussinge tot Drouwen 3 mud zaailand en een half vierendeel waardeel. Hij quiteert Hendrik Lussinge, zijn moeder en zusters.[69]
Hindrik Lussing van Drouwen en zijn vrouw lenen op 8-1-1757 1000 gulden van vrouw L. Huising, weduwe van schulte F. Oldenhuis te Zwinderen.[70]
Harmtje Hagting weduwe van Hindrik Lussing te Drouwen leent op 22-10-1764 1215 gulden van Jantje Rosing te Wachtum wegens een afbetaling van de kinderen.[71] Onder de akte staat: Deze obligatie is overgezet an de nagelaten kinderen van Thij Lussing in presentie van de medemombers J. H. ten Rodengate; Willem Meijering en de hoofdmomber Frerik Dilling, Dalen, 14-10-1772.
Op 22-10-1764 verklaard Frerik Dilling wegens zijn huisvrouw Heiltje Lussing schuldig te zijn voor ¼ van 1215 tegen zijn zuster de weduwe van Thij Lussing en zijn schoonmoeder aan Hindrikje Meijering, weduwe van Willem Rosing. "[72]

Handtekening Hindrik Lussing[73]

Gehuwd met
67 Harmtje Hachting, geboren circa 1705, overleden na 1769
Uit dit huwelijk:

Thij Lussing, geboren circa 1725 te Drouwen, overleden circa 1760 te Drouwen
Op 12-7-1769 is er een contract over de verdeling van land tussen Alberdina Meijering, als voogdesse van haar kinderen bij Thy Lussing verwekt en Frederik Dilling nom. ux. Heiltje Lussing, met toestemming van Harmtje Wijchers, wed. wijlen Hindrik Lussing, de grootmoeder van de pupillen. Het stuk vermeld ook nog Thy Lussing en Aaltien Lussing.[74]
Op 15-4-1772 worden er mombers benoemd over de weeskinderen van Thij Lussing en Alberdina Meijering van Drouwen. De kinderen zijn Hindrik Lussing, Marregje Lussing en Thijsina Lussing. De hoofdmomber is Frerik Dilling van Bronneger, de medemombers zijn Jan Hamming ten Rodengate van Sleen, Albert Meijering van Gasselte en Willem Meijering van Gasselte.[75]
In 1773 wordt de staat en inventaris van de goederen opgemaakt en de eerste momberrekening over de kinderen gepresenteerd. De hoofdmomber is getrouwt met Heiltje Lussing. Een deel van de goederen is mandelig met Heiltje Lussing. Alberdina Meijering wordt vermeld als een zuster van Willem en Albert Meijering. Er is ook nog een broer Jan Meijering. De staat en inventaris bevat een uitgebreide overzicht van de goederen en de afkoopregeling van Alberdina.[76]
Gehuwd voor de kerk op 23-12-1753 te Borger met Alberdina Meijering, gedoopt op 27-10-1726 te Gasselte, overleden circa 1772, dochter van Jan Meijering en Marrigje Tjassens

Heiltien Lussing, geboren circa 1727 te Drouwen (zie 33).

68 Jan Roelofs Hoving, geboren circa 1700 te Buinen, overleden voor 1764 te Buinen
Jan Roelofs Hovinge wordt in het haardstedenregister van 1754 voor 3 paarden aangeslagen. In 1764 wordt zijn weduwe voor 3 paarden aangeslagen.
Gehuwd met
69 Geesje Heling, geboren circa 1700, overleden na 1764
Niet zeker dat zij een dochter is van Willem Helinge. Aangenomen op grond vernoemingen.
Uit dit huwelijk:

1.	Roelof Jans Hoving, geboren circa 1724 te Buinen Aangeslagen in het haardstedenregister te Buinen in 1774 voor 3 paarden.
2.	Hindrikje Hoving, geboren circa 1725 te Buinen Gehuwd met Jan Nijenschuttrups, geboren circa 1725 te Odoorn, overleden circa 1790 te Odoorn, zoon van Hindrik Nijenschuttrups en Grietje Dilling ....Jan Nijeschuttrups van Odoorn en Jantje Schuttrups wed. van Hindrik Hoving te Exloo het overlijden van haar zuster Dorothea Nijeschuttrups ..f 900.[77] Op 5-3-1789 is er een verzoek van Jan Nijenschuttrups tot Odoorn, Lucas Oostinge, Jan Edinge te Exlo, Coop Egberts Smits tot Sleen en verdere naaste bloedverwanten van Jan Jans Edinge tot Exlo, om inzake laatstgenoemde, rond de 80 jaren oud, van zijn verstand en vermogen zodanig beroofd dat geheel buiten staat geoordeeld wordt van zijn huishouding en zaken verder te kunnen administreren, scholte L. Willinge te authoriseren ten spoedigste over de persoon en goederen van Jan Jans Edinge curatoren aan te stellen.[78] Jan Nijenschuttrups wordt in het haardstedenregister te Odoorn van 1774 met 4 en in 1784 genoemd met 3. In 1794 wordt de weduwe van Jan Nijenschuttrups genoemd met 4. In 1797 wordt de weduwe van Jan Schuttrups te Odoorn vermeld, 70 jaar oud.[79] Deel/folio/datum 65/15/24-6-1788 Eiser: Jan Nijenschuttrups van Odoorn universeel erfgenamen van de goederen van zijn zuster Jantien Nijenschuttrups wegens mutueel testament van wijlen Hendrik Hovingh en vrouw Jantien Nijenschuttrups Verweerder: Roelof Wichers van Groningen als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen bij Grietien Jansen verwekt met namen Hendrik Hovingh Wichers en Luchijna Wichers Onderwerp: contradictie Inhoud: betreft contradictie tegen een testament van Jantien Nijenschuttrups d.d. 28-11-1781 ten voordele van de verweerder. Eiser krijgt ongelijk.
3.	Willem Hoving, geboren te Buinen (zie 34).

70 Meindert Lankhorst, kerkvoogd Odoorn, geboren circa 1700, begraven op 26-2-1761 te Odoorn
Op 29-6-1737 klagen Roelof Zegering nom. ux. Aeltien Synges, Meindert Lankhorst nom. ux. Geessien Synges en Jan Haesken nom. ux. Roelofien Synges, kinderen van Hendrik Synges en Jantien Rosinge over de afkoopsom die Jantien Rosinge in 1708 ontvangen heeft. Aangeklaagt worden Willemtien Rosinge, wed. van wijlen Jan Rosinge en haar schoonzoon Jan Boelken nom. ux. Marregien Rosing, voor een derde deel bezitters van de goederen van oude Willem Rosing.
Lidmaten Groningen: 03-1718 Meindert Lanckhorst in de Oosterstraat. Meindert Lanckhorst is landdagcomparant voor Odoorn op 20-03-1731 (eed), 23-03-1751, 08-11-1751 en 18-03-1755.
Meinhart Lankhorst van Odoorn en zijn vrouw Geesje Synges en hun kinderen lenen op 10-11-1742 1500 gulden van mevr. A. Cock weduwe A. Stuirman, schulte van Coevorden. Procuratie door schulte Haasken van Coevorden voor Luitenant R. Lankhorst, die de stok namens de weduwe opneemt.[80]
Meindert Lankhorst wordt genoemd te Odoorn met een vol erf in 1742 en 1754.

Handtekening Meindert Lankhorst[81]

Gehuwd met
71 Geesje Sijnges, geboren circa 1710 te Valthe
Uit dit huwelijk:

1.	Aleida Lankhorst, geboren circa 1730 te Odoorn, overleden op 9-11-1808 te Gasselternijveen Bij haar overlijden is Aleida 78 jaar oud. Gehuwd voor de kerk op 23-10-1767 te Gasselternijveen met Harm Willems Bakker, winkelier, koopman, gedoopt op 23-8-1722 te Gasselternijveen, overleden op 30-10-1782 te Gasselternijveen, zoon van Willem Jans en Willemtje Alberts Op 8-8-1767 worden er mombers benoemd over Wijbe Harms, minderjarige zoon van koopman Harm Willems en Marrigje Wijbes. De hoofdmomber is Wijbe Bouwes van Gasselternijveen, de medemombers zijn Roelof Mantinge van Borger; Bouwe Ottens van Gasselternijveen; brouwer Jan Willems van Gasselternijveen.[82] De mombers Wijbe Bouwes, Roelof Manting, Bouwe Ottens en Jan Willems over Wybe Bouwes, zoon van Harm Willems en Margien Wijbes komen op 1-12-1767 overeen dat Wybe 2200 gulden zal krijgen wanneer hij 22 jaar oud is.[83] Op 15-2-1768 is koopman Harm Willems vna Gasselternijveen hoofdmomber over de kinderen van Pieter Thijes en Kunnigje Harms.[84] Op 4-2-1772 lenen Hindrik Willems timmerman en zijn vrouw te Borger 1100 gulden van koopman Harm Willems en zijn huisvrouw te Gasselternijveen.[85] Roelof Jans Schoemaker en zijn vrouw te Borger lenen op 17-11-1773 275 gulden van Harm.[86] Roelof Cornelis en zijn vrouw Jeigje Harms lenen op 29-12-1766 400 gulden van de koopman.[87] Op 1-9-1779 lenen Hindrikje Cremers en haar kinderen 100 gulden van koopman Harm Willems.[88] Roelof Willems en zijn vrouw lenen op 3-11-1788 19-6-4 van de weduwe van Harm Willems Bakker en haar zoon.[89] Egbert Hindriks Huising en echtgenote te Exloo lenen op 2-3-1793 700 gulden van Vrouwe Aleida Lankhorst weduwe van Harm Willems Bakker en haar zoon Wybe Harms Bakker te Gasselternijveen. Dit wegens een handschrift van 10-3-1786 van 350 gulden; idem van 1-12-1792 van 325 en voor geleverde winkelwaren 25 gulden. Stok opgenomen door Wybe, mede namens zijn moeder.[90] Harm Willems wordt als keuter met nering genoemd in het haardstedenregister van Gasselternijveen in 1754 en 1764. In 1774 wordt hij genoemd als koopman. Hij is weduwnaar van Margje Wijbes.
2.	Jantien Lankhorst, geboren circa 1732 te Odoorn, overleden op 29-6-1812 te Odoorn Gehuwd voor de kerk circa 1767 met Hendrik Nijenhuis, geboren circa 1730 te Odoorn, overleden circa 1798 te Odoorn, zoon van Harm Nijenhuis en Margje Hindriks Hindrik Nijenhuis geeft op 16-12-1755 de erfenis aan van zijn oom Willem Nijenhuis.[91] Hindrik Nijenhuis is op 30-11-1756 meerderjarig. Hij wordt in 1754 genoemd in het haardstedenregister als keuter te Odoorn. In 1798 wordt zijn weduwe te Odoorn genoemd, 67 jaar oud, boerin.[92]
3.	Harmannus Lankhorst, geboren circa 1740 te Odoorn, overleden voor 1775 Zijn weduwe betaald te Anloo op 5-7-1775 voor een begrafenis. Harmannus Lankhorst wordt op 6-7-1785 ingeschreven als student te Groningen als Drentinus. Geertruida Reneman weduwe van wijlen predikant J.P. Engels en Harmannus Lankhorst en Anna Henrica Engels, tesamen in Anloo woonachtig, lenen op 24-11-1766 geld.[93], Hendrik Gerard Lankhorst is op 17-11-1774 volmacht van Harmannus Lankhorst en Anna Henrica Engels.[94] Zijn weduwe betaald te Anloo op 5-7-1775 voor een begrafenis. Ondertrouwd op 11-5-1765 te Groningen, gehuwd voor de kerk op 27-5-1765 te Groningen met Anna Henrica Engels, gedoopt op 12-2-1721 te Groningen, overleden op 2-5-1779 te Anloo, dochter van Jan Engels en Annegien Pieters Haijens Diakonieregister: Juffr. Engels, 2-5-1779. Zij hertrouwt met Jan Hindriks Schut.
4.	Henryka Lankhorst, geboren voor 1741 te Odoorn, begraven op 10-1-1792 te Emmen Gehuwd voor de kerk (1) op 14-2-1761 te Groningen met Samuel Oosterhuis, geboren op 21-3-1734 te Wildervank, overleden op 24-2-1770 te Groningen, zoon van Harm Roelofs Oosterhuis en Wilmina Grossius Op 2-4-1772 is er een afkoop tussen Hendrica Lankhorst weduwe van Samuel Oosterhuis als moeder en Otto Geugjes voormond en Berent Adriani en Harm Willems voogden over haar minderjarige dochtertje Willemina, 4 jaar oud, bij Samuel Oosterhuis verwekt.[95],[96] Op 1-4-1772 worden aangesteld Otto Geugjes als voormond, Harm Willems Bakker en Berent Adriani als voogden over de minderjarige dochter van Hinderika Lankhorst bij wijlen Samuel Oosterhuis verwekt.[97] Op 24-11-1773 wordt Jannes Swartwold sr. Voormond in plaats van Otto Geugjes. Op 29-03-1775 wordt Meester Roelf Swartwold voormond in plaats van de overleden Hopman Jan Swartwold. Ondertrouwd (2) op 25-4-1772 te Groningen, gehuwd voor de kerk op 12-5-1772 te Groningen met Willem Haasken, gedoopt op 23-10-1735 te Roswinkel, overleden op 4-8-1795 te Emmen, zoon van Jan Haasken en Roelofje Sijnges Willem Haasken te Emmen en echtgenote Hindrika Lankhorst lenen op 3-6-1776 150 gulden van ette J. Zegering.[98] Willem Haasken en zijn vrouw Hindrikje Lankhorst lenen op 26-11-1789 438 gulden van hun schoonzoon Hein Cremers te Emmen.[99] Willem Haasken en echtgenote te Emmen lenen op 16-1-1778 100 gulden van Anna Maria Sluiters weduwe Lankhorst en haar dochter Hindrina Lankhorst. De rente wordt van 1778-1781 betaald door Hein Cremers van Emmen. Hein Cremers neemt later de brief van zijn vader Willem Haasken over.[100] Willem Haasken leent op 1-5-1780 350 gulden van Hindrik Lankhorst. De schuld wordt later overgenomen door Hein Cremers voor zijn vader Willem Haasken.[101]
5.	Roelofje Lankhorst, geboren op 26-11-1743 te Odoorn, overleden op 6-2-1823 te Gasselte Ondertrouwd op 18-3-1797 te Emmen, gehuwd voor de kerk op 2-4-1797 te Sleen met Thijs Bebing, gedoopt op 21-10-1736 te Groningen, overleden op 2-5-1814 te Gasselternijveen, zoon van Geert Bebing en Jantje Oosting Er is een verkoop door Thijs Bebing en Geertruit Vos van den Diphoorn aan hun broer Roelof Bebing van Groningen alle goederen te Exloo voor 3000 gulden. Roelof moet nog wel zijn zuster Aaltje Bebing afkopen. Roelof is nog minderjarig.[102] 1798 Zuid-Sleen no. 54: Thies Bebing, 63 jaar oud, keuter, gehuwd.[103] Hij is weduwnaar van Geertruit Vos.
6.	Fenna Lankhorst, geboren op 2-4-1745 te Odoorn (zie 35).
7.	Wemelina Lankhorst, geboren op 12-5-1748 te Odoorn, overleden op 30-3-1837 te Odoorn Overleden als wonende te Odoorn, geb. Odoorn 12-05-1748, d.v. Meindert Lankhorst en Gesien Ziengs, 88 jaar. Ondertrouwd op 12-7-1782 te Dalen, gehuwd voor de kerk 1782 te Odoorn met Roelof Schaange, raad in de etstoel 1797; maire van Odoorn 1798, gedoopt op 10-9-1758 te Zweeloo, overleden op 15-10-1811 te Odoorn, zoon van Jan Nijenschaange en Roelofje Hoving
8.	Marchien Lankhorst, gedoopt op 2-11-1751 te Odoorn, overleden op 11-9-1830 te Gasselternijveen Gehuwd voor de kerk op 12-11-1780 te Gasselternijveen met Wijbe Harms Bakker, koopman; volmacht van Gasselternijveen; diaken; ouderling, gedoopt op 5-10-1755 te Gasselternijveen, overleden op 11-5-1808 te Gasselternijveen, zoon van Harm Willems Bakker, winkelier, koopman, en Margje Wijbes
9.	Hendrik Lankhorst, overleden op 14-1-1793 te Odoorn In 1782 betaald Hendrik Lankhorst te Odoorn de 30e penning van 1388 car. Gld van het legaat, aan hem door mej. Sluiter, weduwe van de heer pastor Lankhorst bij testament vermaakt.[104] Hindrik Nijenhuis nom. ux. Jantjen Lankhorst te Odoorn, Hindrik Hovingh nom. ux. Fenna Lankhorst te Buinen, Wijbe Harms Bakker nom. ux. Marchien Lankhorst te Gasselternijveen, Aleida Lankhorst weduwe van Harm Wijbes Bakker te Gasselternijveen, Roelofien Lankhorst te Odoorn, R. Schaenge nom. ux Wemelena Lankhorst te Odoorn en Hein Cremers weduwe van W.G. Oosterhues wiens moeder is geweest Henrica Lankhorst weduwe van Samuel Oosterhues in qualite als boedel bezitter van zijn kinderen boedel te Emmen. De genoemden verklaren dat ze door het overlijden van hun broer en oom Hendrik Lankhorst op 14-01-1793 te Odoorn enige goederen hebben geërfd.[105]: Hendrik Lankhorst te Odoorn krijgt diverse schenkingen:[106] 31-01-1780 Hendrik Lankhorst te Odoorn, dat zijn moeie mej. wed. van de heer pastor Lankhorst bij wegen van donatie hadden geschonken. 31-01-1780 idem dat juffer H.L. aan hem bij wijze van donatie geschonken de 4e part hare vaste goederen. 27-06-1780 Hendrik Lankhorst dat mej. Sluiters wed. heer pred. Lankhorst bij donatie geschonken 4e part vaste goederen. 31-01-1780 Donatie van de wed. van de heer pastor Lankhorst van 1/6 part hare vaste goederen aan Hendrik Lankhorst te Odoorn. 31-01-1780 idem nu donatie 1/4 part vaste goederen aan Hendrik Lankhorst. 1781 Hendrik Lankhorst van Odoorn, de donatie van mej. Sluiters wegen 1/4/ part haar vaste goederen aan hem geschonken. 1782 de 40ste van 1246-18-0 waar voor Hendrik Lankhorst van Odoorn van de momberen over de minderjarige dochter van Willem Brands en cons. erfgen. van mej. Sluiters wed. van Dng. Lankhorst een behuising hof en zaailand met waardeel heeft aangekocht.

72 =    32 Frederik Tijmens Dilling.
73 =    33 Heiltien Lussing.

74    Jan Willems, brouwer, gedoopt op 2-5-1728 te Gasselternijveen, overleden op 10-12-1790 te Gasselternijveen
Op 11-1-1752 verkoop Jan Willems te Gasselternijveen enig land en waardeel te Odoorn aan Hindrik Hovinge aldaar.[107]
Gehuwd voor de kerk (1) op 23-5-1750 te Gasselternijveen met Lammigje Hindriks Nijenschuttrups, geboren circa 1725 te Odoorn, overleden voor 1753, dochter van Hindrik Nijenschuttrups en Grietje Dilling
Gehuwd voor de kerk (2) op 6-5-1753 te Gasselternijveen met Geesje Banting (zie 75).
Uit het eerste huwelijk:

1.	Grietje Jans, gedoopt op 22-8-1751 te Gasselternijveen

Uit het tweede huwelijk:

2.	Willem Jans, gedoopt op 20-10-1754 te Gasselternijveen, overleden voor 1755 te Gasselternijveen
3.	Willem Jans Brouwers, koopman en kastelein, gedoopt op 16-11-1755 te Gasselternijveen, overleden op 25-11-1808 te Gasselternijveen Ondertrouwd op 1-5-1785 te Borger, gehuwd voor de kerk op 23-6-1785 te Gasselternijveen met Willemtje Tingen, geboren te Westdorp, gedoopt op 19-4-1745 te Borger, dochter van Hindrik Jans Tingen en Trijntje Cremers
4.	Wemeltje Jans Brouwer, geboren op 21-4-1758 te Gasselternijveen (zie 37).
5.	Meerten Banting, gedoopt op 11-1-1761 te Gasselternijveen
6.	Willemtje Jans, gedoopt op 18-12-1763 te Gasselternijveen

75    Geesje Banting, geboren te Meppen, gedoopt op 25-10-1719 te Zweeloo, overleden op 17-8-1783 te Gasselternijveen
Uit dit huwelijk: 5 kinderen (zie onder 74).

76    Willem Roelofs Renks, geboren circa 1710 te Roswinkel, overleden op 17-4-1764 te Roswinkel
Albert Heins en zijn vrouw Zwaantje Harms van Roswinkel lenen op 1-5-1765 300 gulden van de weduwe van Willem Renks.[108]
Op 10-2-1783 compareerden Roelf Willems wegens zijn moeder Wendelke Karskens, Elze Karskens, de voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Geert Karskens en Wupke Reints ter ener en Karsken Willem Renkes als gemachtigde van zijn moeder Jantje Karskens ter andere zijde, allen erfgenamen van wijlen Hans Karskens.
Willem Roelfs Rencks wordt in het haardstedenregister te Roswinkel vermeld als vol boer.
Op 10-2-1783 verschijnen Roelof Willems voor zijn moeder Wendelke Karskens, de voogden ovder de kinderen van wijlen Geert Karskens en Wupke Reints ter eener en Elze Karskens en Karken Willems Renks voor zijn moeder Jantje Karskens ter andere zijde, allen tesamen erfgenamen van wijlen Hans Karskens. Ze maken een boedelscheiding. Daarbij krijgen Elze Karskens en Karsken Willem Renks gezamelijk:
- het grote huis en schur met grond te Onstwedde
- 8 mollen waares over de Onstwedder Hammerik, te heijde, te weijde, te veen, te velde, te swijg en te top, gevende an de Pastorij te Onstwedde in het jaar 1 schepel en om het andere jaar 2 schepel rooge en jaarlijks aan de schoolmeester 1 schepel en 1 spint rogge
- met de gerechtigheden in de kerk, zoals een zitplaats in de grote mans bank en 2 zitplaatsen in de nieuwe aangekochte banken an de gang voor de predigstoel, alsmede een hlave leegersteede op het kerkhof met diens halve lasten.
- het onderhoud van: een mollen rigcheling an de grote poorte voor het kerkhof, 2 mollen an het voetpat an Roelf Besselingh, 2 mollen vooraanop de Steentstraten, enz.
- het onderhoud der wringen voor het grote huis bij Cornelis huis en de wringe voor de groote Oerde.
- een stuk weideland, de "Oerde" genaamd.
- een halve tuin an koopman Straathe
- een halve tuin an Boele ter Borgh
- 4 dagwerken miedeland, de Kamp genaamd
- een Horn of stukje achter op de Miede.Westerwolders en hun woningbezit deel 4 pg. 253] Verder krijgen Elze en Karsken Willem Renks ieder apart nog verschillende stukken land.
Gehuwd voor de kerk circa 1748 te Roswinkel met
77    Jantje Karskens Huitzing, gedoopt op 12-3-1723 te Onstwedde, overleden op 11-2-1785 te Roswinkel
Uit dit huwelijk:

1.	Roelof Renks, gedoopt op 11-5-1749 te Roswinkel, begraven op 16-6-1752 te Roswinkel
2.	Karsten Willems Renks, geboren op 5-5-1751 te Roswinkel (zie 38).
3.	Geertje Renks, gedoopt -1-1754 te Roswinkel, overleden 1756 te Roswinkel
4.	Geertje Renks, gedoopt op 19-3-1758 te Roswinkel, overleden op 17-1-1787 te Sellingen Gehuwd voor de kerk op 5-11-1780 te Sellingen met Wubbe Detmers Harwering, gedoopt op 2-12-1753 te Sellingen, overleden op 7-10-1836 te Sellingen, zoon van Dethmer Wubbes Harwering en Alke Harms Schuring Wubbe betaald vicariegeld aan de kerkvoogdij van Sellingen van 21-12-1772 tot 21-12-1832.[109] De getuigen bij het huwelijkscontract zijn opgemaakt op 3-11-1780 te Sellingen zijn: Zijn kant: Alke Harms, moeder; Alke Detmers, Zwaantje Detmers, zusters; Berend en Jan Schuring, ooms; Albertje Roelofs, moei. Haar kant: Carst Willems Rengs, broer; Jantje Carkens, moeder; Hans, Elze, Geert Carskens, oom; Wendelke Carskens; Elsje Geerts Sterenborg; Wubbe Freriks, Wubbe Reints; Hindrikje Roelofs, moeien.[110] Bij het hertrouwen van Wubbe met Geertje Albert Schuring wordt er ook een huwelijkscontract opgemaakt. De getuigen daarbij zijn: Voor de bruidegom: Zwaantje Detmers, Carsken Willem Rengs. Voor de bruid: Harm Albert Schuring en Geertruid Luken; Albertje Roelfs Schuring; Roelf Albert; Berend Schuring; Jacob Tees en Naanke Roelfs, Reint Harms Goring.[111] Op 26-3-1787 compareert Alke Harms weduwe van Detmer Harding voor zich en als voogdes over haar minderjarige dochter Swaantje Detmers ter eene en Wubbe Detmers Harding, voor zich en voor Harm Jans ter Wisch asl voogd over zijn dochter bij Alke Detmers Harding, ter andere zijde. Zij scheiden de ouderlijke boedel als volgt: - Wubbe Detmers Harding als oudste zoon blijft in het bezit van de vaderlijke nalatenschap - Wubbe moet uitkeren aan zijn zuster en zwager elk 2200 gulden. Hij hertrouwt met Geertje Alberts Schuring.

78 Lambert Hindriks Zwiers, geboren circa 1733 te Roswinkel, overleden op 19-1-1807 te Roswinkel
Op 6-11-1767 is er in het trouwboek van Emmen een intekening van Lambert Laurens Sauring met Willemtje Scharring, met attestatie van Roswinkel. Identiek met dit echtpaar? Nakijken in origineel, ws. transcriptiefout.
Lambert Zwiers geeft de nalatenschap aan van oom Hindrik Zwiers, f 900. 28/4/1767.[112]
Op 5-5-1778 is Lambert Zwiers samen met Jan Harms te Roswinkel, Mr. H.G. Steen en Jan Kaspers momber over de kinderen van Albert Egberts en Hindrikje Harms.[113] De papieren bevatten de overdracht van Harm Adams op zijn dochter Hindrikje Harms en van Albert Egberts van ´t huis en hof en akker op Geert Nannes te Roswinkel.
Op 8-5-1780 maakt Harm Nessing een oevelgangscontract met Lambert Zwiers of Nessing en Jan Willems Nessing. Zij krijgen alle goederen in ruil voor levenslang onderhoud van Harm.[114]
Op 3-6-1780 is er een regeling van een afkoop door de mombers van de kinderen van Klaas Marissen met Lambert Swiers en Jan Willem Nessing. Jan Weggemans is hoofdmomber. Ondertekening door Jan Weggemans; Hindrik Marissen; R. Rosing; L. Lanting; Lambert Swiers; Jan Willems Nessing.[115]
In 1781 is er een verzoek van de mombers Jan Weggemans, Hendrik Marissen, Roelof Rosing en Leffert Lanting over de kinderen van Klaas Marissen de boedel te scheiden met Lambert Zwiers en Jan Willems Nessing over de nalatenschap van haar oudoom Harm Nessing, bezittende, over de nalatenschap van Hendrikje Nessing.[116]
Op 23-11-1784 verzoeken Lambert Zwiers, Jan Boussies, Carst Wessels en Lucas Enting als mombers over het minderjarige kind van Jan Nessing en wijlen Zwaantien Peulinge om goedkeuring van een eenkindschsapcontract gesloten met de vader en stiefmoeder Jantje Zingraven.[117]
Op 30-5-1788 worden beëdigd Hindrik Hindriks van Weerdinge als hoofdmomber, Jan Harms van Roswinkel, Willem Kamping en Lambert Zwiers (pas op 16-03-1789 beëdigd) over de kinderen van Harm Alberts en Grietje Frederiks te Roswinkel.[118]
Hij wordt genoemd te Roswinkel als zijnde 66 jaar in 1797.[119]
Lambert Zwiers en zijn vrouw doen in 1790 een gerechtelijk aanbod aan Jantje IJken om in der minne een boedel te scheiden.
Lammert Zwiers wordt genoemd in het haardstedenregister van Roswinkel van 1784 tot 1804 met een vol erf.
Gehuwd voor de kerk op 25-10-1767 te Roswinkel met
79 Willemtje Schirring, gedoopt op 11-2-1742 te Emmen, overleden op 28-4-1816 te Roswinkel
Willemtje wordt aangenomen als lidmaat te Emmen in 1764.
Uit dit huwelijk:

Geesje Lamberts Zwiers, gedoopt op 18-9-1768 te Roswinkel (zie 39).

Jan Lamberts Zwiers, landbouwer, gedoopt op 11-10-1772 te Roswinkel, overleden op 2-8-1824 te Emmen
Jan Lamberts Zwiers wordt genoemd in de gewapende burgermacht van 1797, 27 jaar oud.[120]
Gehuwd voor de kerk (1) op 23-11-1804 te Roswinkel met Trijntje Boelken, gedoopt op 20-9-1772 te Roswinkel, overleden op 23-10-1809 te Roswinkel, dochter van Roelof Boelken en Wendel Binders
Gehuwd (2) op 6-10-1817 te Borger met Heiltje Dilling, geboren te Bronneger, gedoopt op 26-2-1792 te Borger, overleden op 5-7-1824 te Roswinkel, dochter van Hindrik Dilling (zie 36) en Wemeltje Jans Brouwer (zie 37)

80 Harm Nijenhuis, geboren circa 1700 te Valthe, overleden op 6-6-1775 te Odoorn
Harm Nijenhuis wordt vermeld in het haardstedenregister van 1742 met 3/4 deel. In 1754 en 1764 wordt hij voor vol aangeslagen. In 1774 voor half.
In de liberale gift van 1748 wordt hij genoemd samen met broer Willem.[121]
In 1760 leent Jan Angelsen 100 gulden van Harm Nijenhuis.[122] Ook Harm Harms Timmerman te Noordbarge leent in 1760 100 gulden vna Harm Nijenhuis te Valthe.[123]
Coop Harms en Harm Coops lenen mei 1767 500 gulden van Harm Nijenhuis.[124] Eise Sikken van Zuidbarge leent in 1755 100 gulden van Harm.[125] Ook later zijn er nog vele geldleningen door Harm Nijenhuis.
Gehuwd met
81 Willemtje Harms Huising, geboren circa 1705 te Exloo, overleden op 28-8-1752 te Odoorn
Uit dit huwelijk:

1.	Margje Nijenhuis, geboren circa 1725 Gehuwd voor de kerk circa 1750 met Geert Jans Elting, geboren circa 1716 te Valthe, zoon van Jan Elting en Annigje Elting Geert Elting betaald in 1750 mede voor moeder en broer en zwager Willem Schutrups.[126] Roelof Nienhuis te Valthe is op 29-11-1774 eiser tegen de crediteuren van de boedel van Geert Eltinge te Valthe. De eiser heeft bij contract d.d. 19-11-1753 aan zijn zwager G. Eltinge als zijn goederen bij overgang vermaakt. Hij wil de ingebrachte goederen terughebben. De verweerders moeten jaarlijks 85-0 betalen aan de eiser.[127] Hij is eerder getrouwd geweest met Jantje Schuttrups.
2.	Roelof Nijenhuis, geboren circa 1729 te Valthe, overleden op 22-10-1805 te Valthe In de haardstedenregisters van 1784, 1794 en 1804 wordt hij voor vol aangeslagen te Valthe. Op 30-5-1796 geeft Roelof Nijenhuis van Valthe geeft de gift aan door zijn oom Willem Nijehuis van 400 gulden. 30/5/1769.[128] Op 24-5-1776 leent Roelof Nijenhuis en zijn vrouw te Valthe 1000 gulden van dr. C. Kniphorst te Meppel.[129] Hij wordt in 1797 te Valthe genoemd wonende op huisnr. 5, 58 jaar, weduwnaar.[130] Gehuwd voor de kerk circa 1763 te Odoorn met Margje Rosing, geboren te Valthe, gedoopt op 14-4-1740 te Odoorn, overleden op 14-4-1795 te Valthe, dochter van Willem Rosing (zie 82) en Lammigje Meijering (zie 83)
3.	Jan Nijenhuis, geboren circa 1737 te Valthe (zie 40).

82 Willem Rosing, geboren circa 1704 te Valthe, overleden op 13-1-1751 te Valthe
In 1728 vraagt hij aan de Etstoel om hem meerderjarig te verklaren, omdat hij meer dan 24 jaar oud is en zijn mombers overleden zijn.[131]
Op 6-10-1729 klaagt Geessijn Alberts, minderjarig, geboren te Valtherschans, geassisteerd door haar stiefvader Hendrik Geerts, Willem Rosinge aan wegens een niet nagekomen trouwbelofte. De klagers beweren dat "de gereqrde (gerequireerde) na voorgegane trouwbeloften de impte (geimpetreerde) beswangert hebbende, als nu nalatig bleef haar te trouwen". Willem Rosinge beweert dat Geessijn ook met een knecht van Laurens Syngs had verkeerd, en dat zij ook nog met een aantal anderen "vleschelijke conversatie hadde gehad en ligtveerdige praties uitgeslagen", en dat "het beschuldigde bijlegen na de tijdrekeninge niet met de barenstijd soude convenieren". De etten verklaren de klacht ongegrond.[132]
Warner Hidding leent op 1-6-1733 75 gulden van Willem Rosinge te Valthe.[133]
Jacob Dries en zijn vrouw lenen in 1730 150 gulden van Willem Rosing te Valthe.[134]
Op 23-6-1734 eisen Willem Rosing, voor zich zelf en als momber over zijn broer Hindericus Rosing, "wegens wijlen haar vader Frerick Rosinge, repreasentanten van wijlen Roeloffijn Lussinge, in haar leven weduwe van de jonge Willem Rosinge tot Valthe", een som van 150 car. gulden van Jan Oosting, zijnde de universele erfgenaam van zijn vader Evert Oostinge. Evert Oosting had geld geleend op 26 november 1692 van Roelofje Lussing.[135]
Hindrik Hovinge en Harm Lamberts te Odoorn gerechtigd tot een vierde deel van een vrouwenbank in de kerk van Odoorn hebben in 1740 een geschil met Willem Rosingh te Valthe en zijn broer Henricus Rosingh te Valthe. Het betreft zitplaatsten in de kerk. De verweerder zou te veel zitplaatsen opeisen. Volgens de eiser is een bank aan de noordzijde voor ¼ deel van Geert Henderiks, voor ¼ deel van Willem Nijenhuis en Jan Nijenhuis, ¼ deel voor de eiser en ¼ deel voor de verweerder. Op deze bank zou Roelof Quants de eerste plaats toekomen, de eiser de tweede, de verweerders de derde en Willem en Jan Nijenhuis de vierde plaats. Verweerder zou nu meer dan zijn kwart willen hebben, en bovendien de tweede plaats. De eiser krijgt gelijk.[136]
Op 25-11-1749 geeft Willem Rosinghe te Valthe geeft aan dat zijn zoontje Jan Rosinge zijnde een kind van 12 jaar met een snaphaan heeft gespeeld en daarbij zijn zuster Roelofien Rosinghe, 6 jaar oud, dodelijk heeft getroffen. Hij verzoekt om vergeving van de misdaad.[137]
Op 2-7-1754 zijn Lammegien Meijeringe weduwe Willem Rosinge voor zich en haar kinderen en Henrikus Rosinge van Valthe eisers tegen Meinhard Lankhorst van Odoorn. De eisers willen betaling van 22 gulden wegens kooppenningen van een paard. De eisers krijgen gelijk.[138]
Geert Eltinge van Valthe voor zich en als volmacht van de gemene boer of markegenoten van Valthe is op 2-7-1754 eiser tegen Hindricus Rosinge en Lammigjen Meijeringe weduwe Willem Rosingen voor zich en haar kinderen te Valthe. De eiser wil betaling van 150 gulden wegens kooppenningen van land. De eiser krijgt echter ongelijk.[139]
Lammechijn Meijeringe weduwe Willem Rosinge voor zich en als boedelhoudster van haar kinderen en Hinricus Rosinge te Valthe zijn op 1-7-1755 eisers tegen Roelof Helinge en Hindrik Helinge van Buinen als bezitters van de boedel van hun vader Albert Heelinge en moeder Lutgertijn Tebinge. De eisers willen betaling van 200 gulden die de verweerders aan de eisers als erfgenamen van hun moeder en schoonmoeder Roelofjen Rosinge schuldig zijn wegens een lening d.d. 1-5-1700. Volgens de verweerder heeft Willem Helinge van 1721 tot 1725 als dienstknecht bij de vader van Willem Rosinge gewoond en daar per jaar 40 gulden verdiend. Dit zou gekort moeten worden op het bedrag. De eisers krijgen gelijk.[140]
Hinricus Rosinge en Lammegijn Meijeringe weduwe Willem Rosinge te Valthe voor zich en haar kinderen zijn op 3-7-1759 eisers tegen Geert Jans Nienhuis van Valthe. De verweerder zou een paard opgejaagd hebben dat daarna is gestorven. De eisers willen schadevergoeding maar krijgen ongelijk.[141] Een jaar later klagen de eisers Geert Jans Eltinge van Valthe wegens het vernielen van groene rogge. Ditmaal moet de verweerder schadevergoeding betalen.[142]
Geert Jans Eltinge van Valthe als koper van een stuk land te Valthe is op zijn beurt in 1760 eiser tegen Lammegijn Meijeringe weduwe Willem Rosinge voor zich en als boedelhoudster van haar kinderen en Hinricus Rosinge. Het betreft het gebruik van een stuk land.[143] De eiser krijgt echter ongelijk.[144]
Dr. Hiddink te Assen is op 27-11-1764 eiser tegen Lammegijn Meijeringe weduwe Willem Rosinge voor zich en haar kinderen en Henricus Rosinge te Valthe. De eiser wil betaling van 79 gulden wegens advocaten salaris in de zaak tegen G. Eltinge te Valthe. Er is sprake van de zoon van de verweerder, J. Rosinge. De verweerder moet 32-13 betalen.[145]
Op 27-5-1767 verklaart haar meier Wolter Willems 229 gulden schuldig te zijn aan Lammigje Meijering de weduwe van Willem Rosing.[146] Wolter wil echter niet betalen, en op 1-12-1767 klaagt Lammegijn Meijeringe, weduwe van Willem Rosinge te Valthe voor de Etstoel tegen Wolter Willems te Valthe. Lammigje wil betaling van 52 mud rogge.[147]
In het haardstedenregister van 1742 wordt Willem Rosing aangeslagen voor drie gulden. In 1754 en 1764 wordt zijn weduwe voor vier gulden aangeslagen.

Handtekening Willem Rosing[148]

Gehuwd voor de kerk circa 1731 met
83 Lammigje Meijering, gedoopt op 25-3-1714 te Gasselte, overleden op 16-7-1798 te Gasselte
Uit dit huwelijk:

1.	Frerik Rosing, geboren circa 1734 te Valthe, overleden op 15-3-1802 te Valthe In het haardstedenregister staat Frerik Rosing in 1774 als vol, en in 1784 voor half genoteerd. De weduwe Rosing wordt vermeld in het haardstedenregister van 1794. Deze vermelding van de weduwe Rosing is waarschijnlijk zijn moeder, Lammechien Meijering. In de lijsten van de gewapende burgermacht van 1797 staat hij als zijnde 62 jaar op huisnummer 19 te Valthe.[149] OP 1-1-1799 lenen Roelof Wesseling en zijn vrouw Trijntje Mulders van Valthe 100 gulden van Frederik Rosing van Valthe.[150] Albert Dunning en zijn stiefzoon Hindrik Cremers en zijn vrouw Aaltje Schirringe lenen op 20-11-1798 250 gulden van Frederik Rosinge te Valthe.[151] Een jaar later lenen ze nogmaals 250 gulden.[152] L. Nieuwold leent op 13-7-1801 150 gulden van Frederik Rosing.[153] Op 7-6-1803 worden als mombers van Lammechien benoemd Jan Meijering jr. van Gasselte, Hindrik Lussing van Drouwen aan vaderszijde en Willem Harms van Bonnerveen en Willem Aaldriks van Gieten aan moederszijde. Later worden als mombers aan vaderszijde benoemd Roelf Nijenhuis van Valthe en Jan Nijenhuis van Exloo. Ondertrouwd op 20-5-1801 te Borger met Lammina Alberts Meijeringh, gedoopt op 14-5-1775 te Gasselte, overleden op 24-3-1840 te Noordbarge, dochter van Albert Meijering, brouwer, en Lammigje Harms Zij hertrouwt met Willem Hoving. De huwelijksinschrijving vermeld: Freerk Rosing, zoon van Willem Rosing van Valthe en Lammijna Meijering, dochter van Albert Meijering van Gasselte.
2.	Jan Meijering Rosing, geboren circa 1735 te Valthe
3.	Jan Rosing, geboren te Valthe, gedoopt op 23-12-1736 te Odoorn, overleden op 8-4-1776 te Bonnen Jan Rosing, zoon van Willem Rosing, oud 21 jaar was midwinter 1752 bij ds. Klinge komen wonen om te leren rekenen. Hij wordt in 1757 en later gehoord in de zaak tegen ds. Klinge, die ontuchtige handelingen begaan zou hebben.[154] Hij wordt in 1784 te Bonnen genoemd in het haardstedenregister en aangeslagen voor drie paarden. Kinderen geboren te Bonnen: Rolina, Lammina en Willem Rosing. Gehuwd voor de kerk op 13-4-1763 te Gieten met Lammigje Geerts Meijering, geboren te Bonnen, gedoopt op 13-10-1736 te Gieten, dochter van Geert Meijering en Roelofje Mensing
4.	Jantien Willems Rosing, geboren circa 1738 (zie 41).
5.	Margje Rosing, geboren te Valthe, gedoopt op 14-4-1740 te Odoorn, overleden op 14-4-1795 te Valthe Gehuwd voor de kerk circa 1763 te Odoorn met Roelof Nijenhuis, geboren circa 1729 te Valthe, overleden op 22-10-1805 te Valthe, zoon van Harm Nijenhuis (zie 80) en Willemtje Harms Huising (zie 81) In de haardstedenregisters van 1784, 1794 en 1804 wordt hij voor vol aangeslagen te Valthe. Op 30-5-1796 geeft Roelof Nijenhuis van Valthe geeft de gift aan door zijn oom Willem Nijehuis van 400 gulden. 30/5/1769.[155] Op 24-5-1776 leent Roelof Nijenhuis en zijn vrouw te Valthe 1000 gulden van dr. C. Kniphorst te Meppel.[156] Hij wordt in 1797 te Valthe genoemd wonende op huisnr. 5, 58 jaar, weduwnaar.[157]
6.	Roelofje Rosing, geboren circa 1743 te Valthe, overleden 1749 te Valthe Zij is per ongeluk door haar broer Jan doodgeschoten met een snaphaan. Hij was toen 12 jaar oud, zij was 6 jaar oud. Jan Jansen te Exloo, verklaart met zijn knecht Hendrik op 22-10-1749 ten huize van Willem Rosing te zijn geweest om te naaien. Jan Rosing pakte de snaphaan die stond tussen het kabinet en het bed en speelde daarmee. Niemand wist dat het ding geladen was. Ze hoorden een knal in de keuken en daar aangekomen zagen ze Roelfien dood op de grond liggen.[158]

84 Lucas Seijns Dunning, gedoopt op 15-4-1714 te Hoogeveen (getuige(n): Aaltje Lucas), overleden na 1749
In 1754 wordt de weduwe van Lucas Dunning te Borger genoemd in het haardstedenregister met twee paarden.
De moeder van Jentien Lucas, Margje Egberts is zeer waarschijnlijk een zuster van Coop Egberts, de grootvader van Jan Derks van Gieten, die momber is over de kinderen van Lucas Zeinen. Waarom Jan Coerts Dulman momber is is nog niet duidelijk. Mogelijk loopt deze band via de vader van Zeijne Coerts.
Op 18-3-1757 worden er mombers benoemd over de minderjarige kinderen van wijlen Lucas Seyns en Geesje Harms van Borger. De kinderen zijn Harm Lucas; Jan Lucas; Lammegje Lucas en Seijn Lucas. De hoofdmomber is Jan Derks van Gieten, de medemombers zijn Willem Cremers van Borger; Jacob Hindriks Smit van Borger en Jan Dulman van Buinen.[159]
Jan Derks te Gieten als hoofdmomber over de kinderen van wijlen Lucas Dunning en Geesje Harms, te Borger overleden, met Roelof Dunning en Harm Dunning te Drouwen en Borger woonachtig lenen op 24-11-1763 75 gulden van Jan Egberts te Borger.[160]
Op 6-11-1769 wordt Jan Coerts in plaats van de overleden Jacob Smit als medemomber benoemd over Seijne Lucas Dunning, zoon van wijlen Lucas Dunning en Geesje Harms van Borger.[161]
Jan Derks van Exloo als hoofdmomber en Jan Dulleman, Willem Cremers en Jan Coerts als medemombers over Seine Lucas Dunninge vragen op 28-11-1796 om toestemming aan de Etstoel om een kwart deel in een keuterij te Borger te verkopen.[162]
Op 14-1-1772 wordt Roelof Lucas Dunning van Borger hoofdmomber in plaats van Jan Derks van Exloo (te Borger overleden).[163]
Op 6-4-1774 wordt Jan Dulman van Drouwen hoofdmomber (hij was voorheen medemomber) in plaats van wijlen Roelof Dunning.[164]
Op 29-8-1774 wordt er een momberrekening opgemaakt voor Seijne Lucas Dunning. De hoofdmomber is Jan Dulman, de medemomber is Jan Hindriks (absent); andere medemombers zijn overleden. Getuigen zijn Hindrik Jacobs (neef van de pupil) en Harm Dunning (broer). Seijne heeft nog geld tegoed van de weduwe van zijn overleden broer Roelof Dunning van Alen.[165]
Gehuwd voor de kerk op 7-10-1731 te Anloo met
85 Geesje Harms Brinks, geboren circa 1700 te Gieten? Overleden na 1749
Uit dit huwelijk:

1.	Roelof Lucas Dunning, geboren circa 1733, overleden circa 1774 Roelf Dunning wordt in het haarstedenregister van 1764 als keuter genoemd te Borger. Roelof Lucas Dunning van Borger en zijn huisvrouw lenen op 14-1-1772 25 gulden van Seijne Dunning of zijn mombers te Borger.[166] Gehuwd voor de kerk op 30-5-1762 te Borger met Margje Hindriks, geboren circa 1735 te Zweeloo
2.	Harm Lucas Dunning, gedoopt op 30-1-1735 te Borger (zie 42).
3.	Jan Dunning, gedoopt op 15-12-1737 te Borger, overleden voor 1757 te Borger
4.	Geert Dunning, gedoopt op 21-2-1740 te Borger, overleden voor 1757 te Borger
5.	Lammigje Lucas Dunning, gedoopt op 8-9-1743 te Borger Ondertrouwd op 31-5-1767 te Zweelo, gehuwd voor de kerk op 5-7-1767 te Zweelo met Jan Hindriks Keuning, gedoopt op 11-2-1742 te Zweeloo, overleden op 11-8-1815 te Zweeloo, zoon van Hindrik Jacobs Brants en Jantje Lepel Hij wordt gedoopt als Jan Koerts.
6.	Seyne Lucas Dunning, gedoopt op 4-5-1749 te Borger

86 Jan Willems, geboren circa 1710 te Drouwen?
Zij woonden op het Alinge erf te Drouwen. Hiervoor woont daar een Willem Everts.
Mogelijk is Albert Willems gehuwd met Grietje Berents een broer van hem (zijn kinderen noemen zich ook Aling).
Jan Willems op Aelinge wordt genoemd in het haarstedenregister te Drouwen met 2 paarden in 1754. In 1764 wordt hij genoemd als Jan Willems.
Gehuwd voor de kerk op 17-5-1739 te Borger met
87 Geesje Willems, geboren circa 1710 te Borger
Uit dit huwelijk:

1.	Geesje Jans, geboren te Drouwen, gedoopt op 24-2-1740 te Borger, overleden voor 1742
2.	Geesje Jans, geboren te Drouwen (zie 43).
3.	Egbertje Jans, geboren te Drouwen, gedoopt op 26-11-1745 te Borger Gehuwd voor de kerk op 12-11-1767 te Anloo met Jan Hindriks Koiter, geboren te Eext, gedoopt op 31-7-1735 te Anloo (getuige(n): Geesje Hamming), overleden op 30-8-1813 te Eext, zoon van Hindrik Jans Koiter en Hindrikje Jans Jan Hindriks Keuter en Albert Hindriks Keuter van Eext lenen op 25-4-1776 100 gulden van Jan Berents van Eext.[167] Hij wordt in 1797 genoemd te Eext op huisno. 200, als boer met 5 kinderen.[168] Bij zijn overlijden genoemd als zoon van Hendrik Koiter en Hendrikje, 78 jaar oud.
4.	Willem Jans, geboren te Drouwen, gedoopt op 30-11-1748 te Borger
5.	Jan Jans Aling, geboren te Drouwen, gedoopt op 12-4-1751 te Borger, overleden op 8-11-1813 te Ees Jan Jans wordt te Buinen/Ees genoemd als keuter in 1794/1804. Gehuwd voor de kerk op 15-5-1780 te Borger met Geessien Hindriks, geboren te Ees, gedoopt op 24-8-1760 te Borger, overleden op 20-3-1842 te Borger, dochter van Hindrik Wolters en Hindrikje Hindriks Koiter

88 Jan Hidding, ouderling Gasselte 1747-1749, geboren op 27-8-1704 te Gasselte, overleden op 15-6-1782 te Gasselte
Jan Hidding wordt genoemd in het haardstedenregister met een vol erf in 1764 en 1774. In 1784 wordt zijn weduwe genoemd. In 1794 staat erbij dat de zoon ette is en wordt de weduwe voor 5 aangeslagen.
Dchulte van Gasselte Jan Alingh namens zijn vrouw Roelofien Huisingh, Jan Hiddingh en Aaltien Hiddingh van Gasselte en verdere consorten tezamen naaste erfgenamen van wijlen Henricus Hidding en van zijn moederszijde wijlen Hendrikjen Huisingh en dus wegens huwelijkse voorwaarden d.d. 30-9-1689 tussen Roelof Hiddinghe en Henderickien Huisingh gerechtigd tot de goederen van wijlen Henricus Hiddingh aangeërfd van zijn moeder zijn op 30-6-1750 eisers. De verweerders zijn ette Frerik Hiddingh, Laurents Hiddingh, Jan Hiddingh, Willem Hiddingh, Roelof Hilbinge namens zijn vrouw Deegjen Hiddingh en Hendrik Tebinge als vader van zijn minderjarige dochter Wubbegien Tebinge bij wijlen Heijltien Hiddingh verwekt, allen te Gasselte als naaste vrienden van vaderszijde en erfgenamen van wijlen Henricus Hiddingh van Gesselte. De eisers willen hun deel van de erfenis van Henderickien Huisingh en de erfgoederen afkomstig van de erfenis van Jan Eppinge Huisingh, na expiratie van de lijftucht ten voordele van Jantien Meijeringe weduwe van Henricus Hiddingh.[169]
Op 14-12-1771 lenen Pieter Lourents en Trijntje Berents te Gasselte 100 gulden van Jan Hidding en zijn vrouw.[170]
Op 1-5-1777 lenen Luigje Willems van Buinen en kinderen 160 gulden van Jan Hidding en zijn huisvrouw te Gasselte.[171] Op 1-5-1780 lenen Lucas Wiering en zijn huisvrouw te Gasselte 1000 gulden van Jan Hidding en zijn vrouw.[172]
De weduwe van Jan Hidding en haar kinderen lenen op 12-6-1792 100 gulden uit aan Hindrik Alberts en zijn vrouw Hindrikje Luigjens.[173] Ook in 1793 lenen ze 300 gulden uit aan Jan Harms Hooiveld en zijn vrouw.[174]
Gehuwd voor de kerk op 7-5-1730 te Gasselte met
89 Heiltje Buiting, geboren circa 1712 te Veenhof, begraven op 3-2-1795 te Gasselte
Uit dit huwelijk:

1.	Roelofje Hidding, gedoopt op 21-1-1731 te Gasselte, overleden op 6-3-1731 te Gasselte
2.	Roelofje Hidding, gedoopt op 6-1-1732 te Gasselte, overleden op 2-12-1802 te Gasselte
3.	Frerikje Hidding, gedoopt op 17-5-1733 te Gasselte, overleden 1733 te Gasselte Op 21-07-1733 is voor haar begrafenis betaald.
4.	Willem Hidding, geboren circa 1734 te Gasselte, overleden op 23-11-1809 te Gasselte Willem Hidding en zijn broers worden in het haardstedenregister met een vol erf genoemd in 1804.
5.	Otto Hidding, geboren op 1-5-1736 te Gasselte, overleden op 1-4-1812 te Gasselte
6.	Frederika Hidding, gedoopt op 1-3-1739 te Gasselte, overleden op 8-3-1823 te Gasselte
7.	Lambert Hidding, gedoopt op 4-6-1741 te Gasselte, begraven op 15-9-1808 te Gasselte
8.	Roelina Hidding, gedoopt op 24-11-1743 te Gasselte, overleden op 18-1-1790 te Gasselte
9.	Willemtien Hidding, gedoopt op 26-11-1747 te Gasselte, overleden op 17-9-1817 te Gasselte
10.	Harm Hidding, geboren op 26-10-1749 te Gasselte (zie 44).

90 Harm Huising, geboren circa 1723 te Exloo, overleden op 21-2-1804 te Odoorn
In de haardstedenregisters wordt hij vermeld als half boer te Exloo in 1784 en 1794.
Jan Nijeharking leent op 26-5-1772 125 gulden van Willem Huising en zoon Harm Huising te Exloo. De akte wordt getekend per order van hun vader door Hindrik Nijeharkinge en Luigje Nijeharkinge.[175]
Luigje Nijeharkinge en Hindrik Nijeharkinge lenen op 3-6-1778 200 gulden van Harm Huising en echtenote Roelofje Binders te Exloo.[176]
Op 8-6-1780 worden Harm Huizing te Exloo en Roelf Boelken te Roswinkel genoemd als erfgenamen van wijlen Roelof Binders.[177] Volgens het Kohier van vaste goederen was in 1807 Roelof Huizing te Exloo eigenaar van Binders erve, waarop Jan Harms meijer was. Genoemd Kohier geeft ook aan dat de weduwe R. Boelken en kinderen toen eigenaren waren van het Luppen erve, het Scholten erve, het Staats erve, het Engbers erve en nog drie keuterijen.
Harm Huising wordt in 1797 te Exloo genoemd op huisno. 18, 73 jaar, weduwnaar.[178]
Gehuwd met
91 Roelofje Binders, geboren voor 1729 te Roswinkel, overleden op 19-2-1796 te Exloo
Uit dit huwelijk:

1.	Hindrik Huising, geboren circa 1750 te Exloo, overleden op 5-9-1814 te Exloo
2.	Willem Huising, geboren op 23-3-1754 te Exloo, overleden op 24-6-1836 te Exloo Willem Huising staat in de haardstedenregisters te Exloo als keuter in 1784, 1794 en 1804. Gehuwd voor de kerk circa 1780 te Odoorn met Hindrikje Boelken, geboren op 9-10-1741 te Valthe, overleden op 11-6-1820 te Exloo, dochter van Jan Boelken en Marrigje Rosing
3.	Roelof Huising, geboren op 23-1-1757 te Exloo, overleden op 24-11-1823 te Exloo Hij wordt in 1797 genoemd te Exloo wonende op huisno 18, 40 jaar oud.[179] In 1804 staat hij in de haardstedenregisters als halve boer te Exloo.
4.	Janna Harms Huising, geboren op 17-5-1767 te Exloo (zie 45).
5.	Hindrikje Huising, geboren op 27-1-1772 te Exloo, overleden op 22-11-1857 te Gasselternijveen Gehuwd op 13-2-1813 te Gasselte met Harm Salomons, gedoopt op 29-6-1777 te Gasselternijveen, overleden op 8-8-1844 te Gasselternijveen, zoon van Salomon Claassen en Willemtien Ottens Hij is weduwnaar van Luchien Wichers.

92 Klaas Jans Baving, geboren op 14-11-1723 te Zuidlaren
Claas Baving wordt vermeld met een vol erf te Zuidlaren in 1754, 1764, 1774 en 1784.
Claas Baving en zijn zoon Jan Baving van Zuidlaren lenen op de Norgerherftsmarkt van 1785 geld aan Roelfje Harms Hemsing, weduwe van Willem Brants en haar kinderen.[180]
Otte Tamminge te Zuidlaren namens zijn vrouw Aaffijn Bavinge dochter en voor 1/5 deel erfgenaam van wijlen Jan Bavinge en Annegijn Dillinge zijn op 2-7-1754 eisers tegen Claas Bavinge en Arent Bavinge te Zuidlaren zoons en mede-erfgenamen van Jan Bavinge en Annegijn Dillinge. De eiser wil scheiding en deling van de ouderlijke erfenis. De partijen moeten het eens worden over de afkoop.[181] Op dezelfde dag is de uitspraak. De verweerders moeten aan afkooppenningen 1100 gulden betalen.[182] Op 19-11-1754 tekent Otte Tamminge appel aan tegen de uitspraak, overigens zonder succes.[183]
Gehuwd voor de kerk op 8-6-1749 te Zuidlaren met
93 Grietje Luichjes Brants, gedoopt op 2-3-1721 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk:

1.	Jan Baving, gedoopt op 23-8-1750 te Zuidlaren (zie 46).

94 Willem Baving, geboren te Taarlo, gedoopt op 21-9-1727 te Vries
Hij wordt genoemd in het haardstedenregister te Taarlo in 1764, 1774, 1784, 1794 en 1804 als 4 paards boer. In 1798 wordt hij in de lijst van de gewapende burgerwacht genoemd als weduwnaar van 73 jaar oud, met drie kinderen.[184] Van de kinderen wordt Hendrik Bavinge als zoon genoemd, 32 jaar oud.
Op 2-11-1776 zijn Pieter Harders, Willem Bavink, Jan Sikking en Hindrik Strating mombers over Willem en Hindrik, kinderen van Jan Harders en Geesje Alting. Geesje hertrouwt met Willem Hidding van Zuidlaren.[185]

Handtekening Willem Baving[186]

Gehuwd voor de kerk op 8-12-1757 te Rolde met
95 Aaltje Harders, gedoopt op 21-10-1725 te Rolde, overleden voor 1798
Uit dit huwelijk:

1.	Lammegien Baving, geboren te Taarlo (zie 47).
2.	Ida Baving, geboren te Taarlo, gedoopt op 1-8-1762 te Vries, overleden op 23-2-1831 te Taarlo Ondertrouwd op 6-6-1802 te Vries, gehuwd voor de kerk op 7-6-1802 te Zuidlaren met Willem Sissing, gedoopt op 8-1-1758 te Zuidlaren, overleden op 8-1-1808 te Zuidlaren, zoon van Lucas Sissing, ette voor het Rolder dingspel van 1765 tot 1790, en Aaltje Willems Dekkers Uit het huwelijk van Willem Sissing en Hillegonda Homan worden twee kinderen geboren, Lucas Sissing en Frederik Sissing. Op 13-2-1801 erven de kinderen van Lucas Homan en Lammina ten Oever van hun tante Hillegonda Homan.[187] Beide kinderen zijn dus voor 1801 overleden. Hij is weduwnaar van Hillegonda Homan.
3.	Hindrik Baving, geboren te Taarlo, gedoopt op 8-6-1767 te Vries, overleden op 27-7-1844 te Taarlo Gehuwd voor de kerk op 28-11-1799 te Vries met Annigje Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 3-8-1777 te Haren, overleden op 8-8-1845 te Taarlo, dochter van Hindrik Ebbinge (zie 98) en Harmtje Geerts Hoiting (zie 99)

96 Jan Egberts Buiter, gedoopt op 1-1-1724 te Zuidlaren
Jan Buiter wordt in de haardstedenregisters te Zuidlaren genoemd in 1764 en 1774 met 2 paarden. In 1784 en 1794 wordt hij genoemd met 3 paarden in in 1804 is sprake van Jan Buiter en zoons, nering.
Aaltien Buiters weduwe van Egbert Schut, Jan Buiter van Zuidlaren en Wijcher Ebbinge van Korpswolde getr. met Jeijgijn Buiters,impten, klagen in 1764 tegen Jan Berents van Gieten, Geertien Jansen weduwe van Jacob Jansen te Bonnen, Lambert Houwinge nom.ux. Lutgertien Schuiling te Annen en Geert Roelofs nom. ux. Grietje Schuiling te Zuidlaren, allen voor 1/9 of een deel daarvan erfgenaam van wijlen Aaldert Schuiling. De impten verklaren dat Aaldert Schuiling een testament ten voordele van Aaltien Buiter en Egbert Buiter gemaakt heeft, en ingeval deze overleden waren op hun kinderen Jan Buiter en Jeijgien Buiter. Het testament is niet te vinden.[188]
"... ten overstaan van de Pander van Suidlaren na dit testament gesogt dog niet gevonden is, en bij welke gelegenheijd de vrouw van Jacob Jurriens gesegt hadde dat Aaldert Schuilinge bij zijn leven gesegt had, dat een Dingerie in het vuur gesmeten had, en wel met bijvoeginge dat de Buiterie en de Schutterie nu niet aan zijn goed konden komen."
Hier brengen de impt. tegen in dat:
" Grietje Schuilinge eenve an de erfgenamen ab intestate veel had verkeerd in het huis van Aaldert Schuilinge en toegang tot alles gehad, zo dat het te presumeren zou zijn, dat dese of eene van de andere Erfgenamen hetzelve zal te zoek gebragt hebben, to meer om dat Aaldert Schuilinge kort voor zijn dood gesegt had, dat hij niet wist waar het Testament was."
De impte krijgen echter ongelijk.
Vermeld in de lijst gewapende burgermacht van 1797 als weduwnaar van 75 jaar oud, in 1798 vermeld als 77 jaar oud, samen met zijn 2 zoons Egbert en Jan Buiter.[189]
Gehuwd voor de kerk op 2-11-1749 te Zuidlaren met
97 Geertje Jans Schuiling, geboren te Annen, gedoopt op 4-1-1722 te Anloo
Op 1-12-1747 zijn Aaldert Schuiling, Berent Jans op Eexterveen, Egbert Buiter te Zuidlaren mombers over Geertien Jans Schuilinge, dochter van Jan Schuilinge te Annen.[190]
Uit dit huwelijk:

1.	Egbert Buiter, gedoopt op 1-2-1750 te Zuidlaren, overleden voor 1751 te Zuidlaren
2.	Egbert Buiter, gedoopt op 19-9-1751 te Zuidlaren, overleden voor 1754 te Zuidlaren
3.	Jan Buiter, gedoopt op 30-10-1752 te Zuidlaren, overleden voor 1757 te Zuidlaren
4.	Egbert Jans Buiter, geboren op 26-11-1754 te Zuidlaren (zie 48).
5.	Jan Jans Buiter, gedoopt op 30-10-1757 te Zuidlaren, overleden op 14-11-1821 te Zuidlaren Gewapende burgermacht 1797: Jan Jans Buiter, 40 jaar. In 1798 vermeld als zijnde ongehuwd.

98 Hindrik Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 1-11-1733 te Haren, overleden op 26-11-1812 te Onnen
In maart 1717 lidmaat te Haren (wonende te Onnen).
Gehuwd met
99 Harmtje Geerts Hoiting, gedoopt op 18-9-1735 te Noordlaren, overleden op 3-7-1813 te Vierhuizen, Onnen
Uit dit huwelijk:

1.	Aaltje Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 11-2-1760 te Haren Gehuwd voor de kerk op 16-4-1784 te Haren met Jan Pathuis, gedoopt op 1-8-1762 te Haren, overleden op 25-7-1824 te Haren, zoon van Jan Pathuis, landbouwer en herbergier, en Jantje Baving
2.	Hindrikje Ebbinge, geboren te Onnen (zie 49).
3.	Grietje Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 11-3-1764 te Haren, overleden op 19-9-1844 te Peize Gehuwd met Jan Ebbinge, boekweitenmaler, geboren op 21-2-1762 te Peize, overleden op 5-11-1833 te Peize, zoon van Bartelt Ebbinge en Alina Ebbinge
4.	Jantje Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 19-1-1766 te Haren
5.	Egberdina Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 22-11-1767 te Haren, overleden -1-1808 te Haren Gehuwd met Gelmer Gelmers, gedoopt 1762 te Peize, overleden op 7-12-1807 te Peize, zoon van Bareld Gelmers, ette Noordenveld 1763-1780, en Jeigje Lunsche Gelmer Gelmers wordt in 1794 en 1804 in het haardstedenregister te Peize genoemd met 2 paarden.
6.	Ebbing Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 15-4-1770 te Haren
7.	Geertruid Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 28-2-1773 te Haren, overleden op 21-6-1821 te Eelde Gehuwd voor de kerk op 15-6-1798 te Eelde met Jan Jans Ebels, geboren te Bunne, gedoopt op 12-1-1766 te Vries, overleden op 15-2-1838 te Eelde, zoon van Jan Jans en Elisabeth Tijmens Odding Getuigen bij het opmaken van het huwelijkscontract te Onnen op 18-5-1798 zijn: Zijn kant: Lijsbeth Tijmes, moeder; Frerikje Ebels, zuster; Cornelis Steringa, aangetrouwde broer; Arent Tijmes, volle oom; Jan Eebels, volle neef; Annegijn Ebels, volle nicht. Haar kant: Hindrik Ebbinge en Harmtje Geerts Hoiting, vader en moeder; Jan Pathuis en Aaltje Ebbinge als zwager en volle zuster; Jan Ebbinge, zwager; Gelmer Gelmers en Egberdina Ebbinge, zwager en zuster; Ebbing Ebbinge, broer; Annegijn Ebbinge, zuster; Annegijn Geerts Hoiting, moei; Jan Hoitinge, oom; Jans Hoiting, oom; Harm Ramaker en Lammegien Hoiting, aangetrouwde oom en moei; Barlig?? Hoving en Hindrikijn Westerbrink als aangetr. oom een moei; Tonnis van Steidum en Jantje Paping als aangetrouwde oom en volle nicht; Willem Assies en Hindrikje Hoiting als aangetrouwde neef en volle nicht. Abel en Jan Jans Abels worden genoemd met een vol erf te Bunne in 1774.
8.	Annigje Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 11-2-1775 te Haren, overleden voor 1777 te Onnen
9.	Annigje Ebbinge, geboren te Onnen, gedoopt op 3-8-1777 te Haren, overleden op 8-8-1845 te Taarlo Gehuwd voor de kerk op 28-11-1799 te Vries met Hindrik Baving, geboren te Taarlo, gedoopt op 8-6-1767 te Vries, overleden op 27-7-1844 te Taarlo, zoon van Willem Baving (zie 94) en Aaltje Harders (zie 95)

100 Jan Hindriks Eefting, gedoopt op 19-1-1724 te Sleen
Jan Eefting en huisvrouw en kinderen van Zuidlaren lenen op 9-5-1775 van Dominee R. Banting 800 gulden op 9-5-1775.[191] Jan Eefting en huisvrouw en kinderen van Zuidlaren lenen op 20-5-1775 van Dominee R. Banting 1200 gulden op 20-5-1776.[192]
Jan Eefting wordt genoemd met een vol erf te Zuidlaren in 1764, 1774 en 1784.
Op 4-4-1781 is Jan Eefting hoofdmomber over de kinderen van wijlen Hindrik Eefting en Annigje Wiering.[193]
Gehuwd voor de kerk op 29-4-1746 te Zuidlaren met
101 Margje Freriks van Dalen, geboren circa 1725 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk:

1.	Albert Eefting, geboren op 5-3-1747 te Zuidlaren Albert en Frerik Eefting worden samen genoemd met een vol erf te Zuidlaren in 1794.
2.	Hindrik Jans Eefting, gedoopt op 25-1-1750 te Zuidlaren, overleden voor 1781 Op 4-4-1781 worden er mombers benoemd over de minderjarige kinderen van wijlen Hindrik Eefting en Annigje Wiering. De kinderen zijn Margje Eefting (7 jaar); Jantje Eefting (4 jaar). De hoofdmomber is Jan Eefting van Zuidlaren, de medemombers zijn Albert Jans Eefting van Zuidlaren; Jan Wiering van Zuidlaren; Jan van Dalen van Zuidlaren. Annigje hertrouwt met Aaldert Westenbrink van Midlaren.[194] Gehuwd voor de kerk op 31-5-1773 te Zuidlaren met Annigje Jans Wierding, gedoopt op 17-1-1740 te Zuidlaren, dochter van Jan Jans Wierding en Jantje Jans Wuffen Zij hertrouwt met Aaldert Westenbrink.
3.	Luichjen Jans Eefting, gedoopt op 4-2-1753 te Zuidlaren, overleden op 21-5-1818 te Beerta Gehuwd voor de kerk op 12-9-1784 te Zuidlaren met Jan Barelts Rijnberg, geboren te Anloo, gedoopt op 16-1-1752 te Anloo (getuige(n): Grietje Schuiling, hv. van Egbert Schuiling van Anloo), overleden op 13-12-1808 te Beerta, zoon van Hindrik Schuiling Rijnberg en Aaltje Hindriks
4.	Frederik Jans Eefting, gedoopt op 17-8-1755 te Zuidlaren (zie 50).
5.	Grietje Eefting, gedoopt op 6-5-1759 te Zuidlaren, overleden voor 1798 Gehuwd voor de kerk op 23-3-1794 te Zuidlaren met Jan Barelts Schuiling, geboren te Annen, gedoopt op 24-11-1765 te Anloo (getuige(n): Willemtje Jans, wed. van Roelof Schuiling van Annen), zoon van Jan Roelofs Schuiling en Hilligje Pieters Vermeld in de lijst van de gewapende burgermacht te Zuidlaren van 1797 (als Jan Barelts Schuiling), 33 jaar oud. In 1798 genoemd als weduwnaar, zonder kinderen.[195] Hij is weduwnaar van Wubbigje Hansen.

102 Jan Tiddens, landbouwer Westerlee, Zuidlaren; brouwer te Zuidlaren, gedoopt op 26-12-1715 te Westerlee, overleden voor 1787
Jan Tiddens wordt in de haardstedenregisters te Zuidlaren genoemd in 1754, 1764, 1774 en 1784 met 2 paarden en nering/brouwer. In 1794 en 1804 wordt de weduwe genoemd, eveneens met met neringe.
Op 9-12-1751 is er een rechtszaak tegen Wemel Alberts, geboren te Zuidlaren. Wemel is bij vonis van 30-9-1751 verbannen uit Drenthe op straffe van de dood. In november 1751 is zij echter teruggekomen in Drenthe en heeft bij Tonnijs Braams een kan gestolen en bij Jan Tiddens in Zuidlaren ingebroken in het brouwhuis, waar ze bier heeft gestolen. Zij zal in Assen geexecuteerd worden door middel van wurging en haar lichaam zal in een gat gegooid worden.[196]
Ondertrouwd op 26-2-1747 te Westerlee, gehuwd voor de kerk op 31-3-1747 te Zuidlaren met
103 Hindrikje Egberts Sissing, geboren te Zuidlaren, gedoopt op 14-4-1726 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk:

1.	Willemtje Tiddens, gedoopt op 12-5-1748 te Westerlee, overleden op 28-7-1804 te Eelde Gehuwd voor de kerk op 4-6-1769 te Zuidlaren met Jan Pieters Bolhuis, gedoopt op 31-12-1747 te Groningen, zoon van Pieter Pieters Bolhuis en Aafje Pieters, begraven op 12-6-1786 te Winschoten Jan Bolhuis en Willemtje Jans Tiddens van Zuidlaren lenen 300 gulden van Jan Tiddens en Hindrikje Egberts Sissing van Zuidlaren op 1-5-1772.[197] Schoolmeester Jan Bolhuis en Willemtje Jans Tiddens van Zuidlaren lenen op 1-11-1777 100 gulden van Roelof Lucas Oosting van Zuidlaren.[198] Jan Bolhuis en Willemtje Tiddens van Zuidlaren lenen van koopman Jan ??? Sikkens en vrouw 460 gulden op 1-5-1778.[199] Jan Bolhuis en Willemtje Jans van Winschoten lenen van Jan E. Sissing van Zuidlaren 350 gulden op 1-8-1783. Jan Tiddens is borg.[200]
2.	Jantje Jans Tiddens, gedoopt op 15-11-1750 te Zuidlaren, overleden op 24-6-1834 te Zuidlaren Gehuwd voor de kerk op 14-6-1778 te Zuidlaren met Lucas Jans Strating, herbergier, gedoopt op 6-5-1753 te Zuidlaren, overleden op 29-8-1819 te Zuidlaren, zoon van Jan Lucas Strating en Anke Jacobs Lucas Jans Strating en Jantje Tiddens van Zuidlaren lenen 1000 gulden op 10-5-1782 van Harmannus Cruise; Reint Cruise van Zuidlaren.[201] De brouwer Jan Tiddens van Zuidlaren is borg. Lucas Jans Strating en huisvrouw lenen 114 gulden op 16-5-1789 van schulte J.R. Bottichius; Jan Schuiling van Annen en landmeter A. Meursing van Eext. Hindrikje Sissing, weduwe van Jan Tiddens, is borg voor haar schoonzoon.[202] Lucas Jans Strating wordt in de haardstedenregisters te Zuidlaren genoemd met 2 paarden, nering, in 1784 en 1794. In 1804 wordt hij genoemd als keuter.
3.	Egbert Tiddens, gedoopt op 15-4-1753 te Zuidlaren
4.	Grietje Tiddens, gedoopt op 30-11-1755 te Zuidlaren, overleden op 29-10-1826 te Zuidlaren
5.	Hindrikje Tiddens, gedoopt op 19-3-1758 te Zuidlaren, overleden voor 1761
6.	Hindrikje Tiddens, gedoopt op 19-3-1761 te Zuidlaren Ondertrouwd op 7-11-1790 te Zuidlaren, gehuwd voor de kerk op 28-11-1790 te Kropswolde met Claas Jans, collector, geboren circa 1765 te Kropswolde
7.	Tidde Tiddens, gedoopt op 31-5-1761 te Zuidlaren, overleden op 29-11-1844 te Zuidlaren
8.	Lammigje Tiddens, gedoopt op 23-12-1764 te Zuidlaren (zie 51).

104 Klaas Jans Timmermans, geboren te Donderen, gedoopt op 28-10-1742 te Vries
Roelof en Klaas Jansen worden in het haardstedenregisters van 1784 en 1794 te Donderen genoemd met 2. In 1804 wordt de weduwe van Klaas Jans genoemd met 3/4 huis.
Op huisno. 17 te Donderen worden in 1797 genoemd: Roelof Jans, 56, boer; Klaas Jans, 54, boer, broer; Jan Klasen, 18, zoon.[203]
Gehuwd voor de kerk op 26-12-1776 te Vries met
105 Rebecca Jans Smeenge, geboren te Tynaarlo, gedoopt op 26-12-1751 te Vries, overleden op 11-10-1821 te Donderen
Uit dit huwelijk:

1.	Jan Klasens Timmermans, geboren op 3-7-1778 te Donderen (zie 52).
2.	Jannes Timmermans, geboren te Donderen, gedoopt op 9-1-1780 te Vries, overleden op 18-10-1852 te Donderen Gehuwd voor de kerk op 10-2-1811 te Vries met Margje Jans Mulder, geboren te Vries, gedoopt op 17-12-1786 te Vries, overleden op 22-2-1855 te Donderen, dochter van Jan Jannes en Willemtje Fakes Booys
3.	Hilligje Claassen, geboren te Donderen, gedoopt op 27-1-1782 te Vries

106 Willem Ottens Karst, landspander, gedoopt op 19-12-1739 te Zuidlaren, overleden op 24-2-1816 te Zuidlaren
Hij wordt op 1-6-1773 in plaats van wijlen L. Huising tot landspander benoemd.[204]
Het haardstedenreigster van 1774 geeft te Zuidlaren: "Roelf Tamming keuter en Ette, welkes schoonsoon Willem Carst bij hem in huis wonende Landspander is". In 1804 wordt Willem Carsten voor 2 paarden aangeslagen.
Willem Carsten en Hindrikje Roelofs Tamming van Zuidlaren lenen 300 gulden op 6-4-1773 van Harm Arents en Roelofje Jans van de Groeve.[205]
Willem Carsten en huisvrouw van Zuidlaren lenen 950 gulden op 27-8-1784 van Roelofje Jans, weduwe van Harm Arents van de Groeve.[206]
Landspander Willem Carst te Zuidlaren is op 23-11-1784 eiser tegen ette Lucas Sissingh voor zich en als bezitter van de boedel van zijn kinderen
De verweerder heeft een scheidsloot tussen partijen land, genaamd "de
Knijpe" verwijderd, en de eiser wil herstel van de sloot.[207]
Willem Carst en Hindrikje Tamming van Zuidlaren lenen van Jacobus Bentum 1200 gulden op 7-8-1786.[208]
Landspander Willem Carst en Hindrikje Tamming van Zuidlaren lenen van Heer G. Erkenswijk, em. pred. van Assen 500 gulden op 4-6-1777. Op 18-12-1783 is de lening opnieuw geregistreerd, nu is de uitlener Mr. W. H. Erkenswijk, landschrijver. Op 28-6-1785 lenen ze nogmaals 150 gulden.[209]
Willem Carsten en huisvrouw van Zuidlaren lenen van Jan Roelofs slachter en Jantje Berents van Groningen 800 gulden op 12-1-1786. Oorspronkelijke lening was van de schoonvader ette Roelof Tamming.[210]
Willem Carsten x Hindrikje Tamming van Zuidlaren lenen van ooms Jan Zegering en Harmannus Zegering van Exloo 275 gulden op 1-1-1789.[211]
Op 15-6-1790 wil Salomon Moses betaling van 197-4-3 wegens geleverde waren van landspander Willem Carst te Zuidlaren.[212] Ook wil Salomon 10-4-7 van Willem Carst als hoofdmomber over de kinderen van Jan Carst.[213]
Willem Carsten van Zuidlaren leent van Jan van der Linde van Meppel 700 gulden op 1-6-1788.[214]
W. Carsten en Hindrikje Tamming van Zuidlaren lenen van Jacobus Bentum 300 gulden op 7-8-1788.[215]
Willem Carsten en Hindrikje Tamming van Zuidlaren lenen van Remmelt Mastenbroek van Meppel 500 gulden op 1-11-1788.[216]
Willem Carsten en Hindrikje Tamming van Zuidlaren lenen van Jan Derks 150 gulden op 4-2-1789.[217]
landspander Willem Carsten en Hindrikje Tamming, erfgenamen van hun moeder Eempje Zegering, in leven huisvrouw van ette R. Tamming lenen van L.P.A. Grave van Heiden 1400 gulden op 23-8-1790.[218]
landspander Willem Carsten lenen van J. Trip en co. van Groningen 442 gulden op 1-4-1790.[219]
Willem Carsten en Hindrikje Tamming van Zuidlaren lenen van L. ten Heuvel van Meppel 500 gulden op 29-11-1784.[220]
Op 12-5 1791 is er een lening van 150 gulden door W. Carst en Hindrikje Tamming van Zuidlaren van Jacobus Bentum.[221]
Op 15-2-1792 is er een lening van 1834 gulden door landspander Willem Carst en Hindrikje Tamming van Zuidlaren van wed. Predikant Erkenswijk; Mr. W.H. Erkenswijk; Remmelt Mastenbroek, allen te Meppel.[222]
Op 27-10-1781 is er een lening van 500 gulden door W. Carsten; H. Tamming van gezworene Jan Warmolts van Heinmen? in ´t Goregt.[223]
De gewapende burgermacht van 1797 te Zuidlaren geeft: Willem Carsten, 57 jaar.[224]
Gehuwd voor de kerk op 19-12-1771 te Zuidlaren met
107 Hindrikje Roelofs Tamming, gedoopt op 14-12-1755 te Zuidlaren, overleden op 24-1-1801 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk:

1.	Grietje Karst, gedoopt op 15-8-1773 te Zuidlaren, overleden op 18-2-1786 te Zuidlaren
2.	Roelof Karst, gedoopt op 2-3-1777 te Zuidlaren, overleden op 12-11-1819 te Zuidlaren Hij wordt genoemd in de gewapende burgermacht van 1797: Roelof Carsten, 20 jaar.[225] Gehuwd op 18-9-1813 te Zuidlaren met Lammigje Sissing, gedoopt op 29-7-1792 te Zuidlaren, overleden op 29-9-1854 te Zuidlaren, dochter van Egbert Harms Sissing, landbouwer, en Grietje Hindriks Wuffen
3.	Eempje Karst, geboren op 25-8-1780 te Zuidlaren, gedoopt op 27-8-1780 te Zuidlaren, overleden op 3-2-1845 te Smilde Ondertrouwd op 24-3-1811 te Zuidlaren, gehuwd op 14-4-1811 te Kloosterveen met Matthijs Jr. de Vroome, adjunctschulte Hoogersmilde 1796-1709;schulte Hoogersmilde 1799-1803, geboren op 17-10-1772 te Smilde, gedoopt op 25-10-1772 te Beilen, overleden op 16-10-1852 te Smilde, zoon van Matthijs Sr. de Vroome en Geesje Hummelen wapen Matthijs de Vroome
4.	Margje Karsten, geboren op 21-7-1783 te Zuidlaren (zie 53).
5.	Grietje Karst, geboren op 18-7-1786 te Zuidlaren, gedoopt -7-1786 te Zuidlaren, overleden op 2-5-1830 te Zuidlaren
6.	Hindrikje Willems Karst, gedoopt op 18-10-1789 te Zuidlaren
7.	Gesina Willems Karst, gedoopt op 3-2-1793 te Zuidlaren

108 Egbert Jans Wuffen, geboren circa 1700 te Zuidlaren, overleden voor 1782 te Zuidlaren?
Egbert Wuffen wordt in de haardstedenregisters van Zuidlaren genoemd in 1743 en 1754 met een vol erf. In 1764 is de vermelding: "Egbert Wuffen heeft 3 peerden doch heeft te voren meesttijds 4 peerden gehad". In 1774 wordt hij weer met 4 paarden vermeld.
Gehuwd voor de kerk op 26-11-1730 te Zuidlaren met
109 Hindrikje Reinders Tamming, geboren 1710 te Zuidlaren, overleden na 1783 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk:

1.	Jan Egberts Wuffen, gortmaker, gedoopt op 13-1-1732 te Zuidlaren Rentmeester J. Ellents als eigenaar van een erf te Anloo door Jan Wuffen in gebruik wil op 5-7-1757 betaling van Jan Wuffen van diverse posten te samen 80 mud rogge en 110-0 door de eiser aan de vorige eigenaar Jannes Hoenderikken verschoten. De gevolgde procedure is echter informeel (niet correct) en de eiser krijgt ongelijk.[226] Op 3-7-1759 komt de zaak opnieuw voor en er wordt een commissie ter bemiddeling benoemd.[227] Op dezelfde dat is de uitspraak. Jan Wuffen moet 182-8 betalen.[228] Jan Egberts Wuffen wordt in de haardstedenregister van Zuidlaren genoemd in 1774 als keuter en gortmaker. In 1792 is hij medemomber over de kinderen van Hindrik Eefting.[229] Gehuwd voor de kerk op 31-1-1768 te Zuidlaren met Lammigje Jans van Dalen, gedoopt op 8-8-1745 te Zuidlaren, overleden op 18-9-1812 te Haren, dochter van Jan Roelofs van Dalen en Catharina ter Borg
2.	Lutgertje Egberts Wuffen, gedoopt op 13-2-1735 te Zuidlaren Gehuwd voor de kerk op 25-4-1762 te Zuidlaren met Geert Hansens Bouwmeester, herbergier, winkelier, koopman, gedoopt op 6-3-1735 te Zuidlaren, overleden op 27-10-1811 te Zuidlaarderveen, zoon van Hans Geerts Bouwmeester, winkelier, en Arnolda Steenbergen Geert Hans Bouwmeester wordt in 1764 in het haardstedenregister genoemd als winkelier en herbergier, en aangeslagen voor 2 paarden. In 1774 wordt hij ook met twee paarden genoemd en nering, in 1784 eveneens, en in 1794 en 1804 wordt hij als koopman genoemd en voor 4 paarden aangeslagen. Roelof Alberts Bakker en Grietje Hindriks van Annerveen lenen op 12-5-1768 125 gulden van Geert Bouwmeester en Lutgertje Egberts van Zuidlaarderveen.[230] Albert Jans en zijn vrouw Deele Jans van Annerveen lenen op 1-11-1744 50 gulden van Geert Hansen Bouwmeester en zijn vrouw.[231] Op 11-11-1783 leent Sijne Hansen van Zuidlaarderveen 60-12 van Geert Hans Bouwmeester.[232]
3.	Reinder Wuffen, gedoopt op 7-12-1738 te Zuidlaren
4.	Roelofje Egberts Wuffen, gedoopt op 1-4-1742 te Zuidlaren, overleden op 5-5-1823 te Zuidlaren Gehuwd voor de kerk op 2-7-1775 te Zuidlaren met Jan Coops Bentum, gedoopt op 6-4-1749 te Zuidlaren, overleden op 14-1-1819 te Zuidlaren, zoon van Jacobus Harms Bentum, keuter, koopman, tabakshandelaar, en Maria Jans In 1772 koopt hij enige akkers en hofgrond te Zuidlaren voor in totaal 350 gld. en samen met G. Bouwmeester een huis, hof en heemstede te Annerveen.[233] Op 7-5-1799 betaalt het echtpaar Bentum 7000 gld. en verwerven daarmee de "gereserveerde eigendom" (vgl. hypotheek) over een behuisde plaats land aan het Westerdiep te Veendam. Roelofje tekent met een kruisje.[234] Het haardstedenregister vermeld hem in 1784 en 1794: Jan Bentum, koopman, en in 1804: Jan Bentum, neringe. De lijst Garde d´honneur schat de inkomsten van Jan Benthem op frs 2400 à 2500 per jaar.[235]
5.	Willem Egberts Wuffen, gedoopt op 7-3-1745 te Zuidlaren, begraven op 11-9-1797 te Zuidlaren Op 19-4-1800 worden er mombers benoemd over de minderjarige kinderen van wijlen Willem Egberts Wuffen en Wemelina Egberts. De kinderen zijn Hindrikje Wuffen, 11 jaar oud en Grietje Wuffen, 8 jaar oud. De hoofdmomber is Jan Egberts Wuffen van Onnen, de medemombers zijn Roelof Egberts Wuffen van Zuidlaren; Jan Egberts van Onnen en Willem Egberts van Onnen De goederen in de inventaris zijn deels mandelig met Nanne Abbring.[236] Wemelina hertrouwt met Meine Hindriks van de Kiel. Meine ondertekend met Meine Hindriks Bosma. Gehuwd voor de kerk (1) op 18-5-1783 te Zuidlaren met Annigje Ottens Tamming, gedoopt op 10-11-1743 te Zuidlaren, overleden voor 1788, dochter van Otte Reiners Tamming en Aafje Jans Baving Gehuwd voor de kerk (2) op 20-4-1788 te Zuidlaren met Wemelina Egberts, geboren circa 1760 te Onnen Zij hertrouwt met Meine Hindriks Oldenburg.
6.	Grietje Egberts Wuffen, gedoopt op 11-5-1749 te Zuidlaren, overleden op 23-10-1823 te Zuidlaren Ondertrouwd op 30-3-1788 te Zuidlaren, gehuwd voor de kerk op 13-4-1788 te Zuidlaren met Enne Everhardus Valke, gedoopt op 5-5-1748 te Zuidhorn, overleden op 19-1-1817 te Lagemeeden, zoon van Evert Brands en Anje Ennes
7.	Roelof Egberts Wuffing, gedoopt op 14-1-1753 te Zuidlaren (zie 54).

110 Jan Sijgers, herbergier te Harenermolen, geboren te Harenermolen, gedoopt op 5-1-1744 te Noordlaren
Gehuwd voor de kerk op 6-4-1766 te Zuidlaren met
111 Adriaantje Coops Bentum, gedoopt op 29-5-1746 te Zuidlaren
Uit dit huwelijk:

1.	Everdina Jans Sijgers, gedoopt op 1-3-1767 te Zuidlaren (zie 55).

112 Hindrik Hogenesch, schatbeurder, landbouwer, schoolmeester te Gieten 1736-1775, koster, herbergier, geboren circa 1705 te Gieten
Hij wordt aangenomen als lidmaat te Gieten op 14-9-1734: Hindrik Hindriks schoolmeester te Gieten.
Als Hindr. HogenEs genoemd als "Rotmeester en Schut" in de lijst van de wolvenjacht van 1739 te Gieten.[237] Hij wordt in de haardstedenregisters van Gieten genoemd in 1742 als koster en herbergier en aangeslagen voor 1 paard (= 1 gulden). In de liberale gift van 1749 wordt hij vermeld als Hindrik HoogenEsch, koster.[238] Het haardstedenregister van 1754 noemt hem weer koster en herbergier, maar nu is hij aangeslagen voor 3 paarden. In 1764 is hij naast de beide eerdere ambten eveneens vermeld als schatbeurder. Desondanks betaalde hij slechts 2 gulden aangeslagen. Met dezelfde ambten betaalde hij volgens het register van 1774 3 gulden.
Op 31-10-1750 geven koster Hindrik Hogenesch en consorten te Gieten de erfenis de erfenis aan van de broer van zijn vrouw, Barelt Berents, die te Bonnerveen is overleden.[239]
Grietjen Berens Noordhorn en H. Hogenesch gehuwd met Lammegien Berens te Gieten volle moeien en dus voor 2/3 erfgenamen van wijlen Willem Jobinge in de laatste winter te Eext overleden zijn op 7-8-1775 eisers tegen Frerikje Julsinge weduwe Willem Jobinge en de diakenen van Anloo. De eisers willen annulering van een testament d.d. 9-12-1774 van Willem ten voordele van de verweerder. De eisers krijgen echter ongelijk.[240]

Handtekening Hindrik Hogenesch[241]

Gehuwd voor de kerk voor 1738 met
113 Lammigje Berents, gedoopt op 16-3-1710 te Gasselternijveen
Uit dit huwelijk:

1.	Hindrik Hindriks Hogenesch, geboren te Gieten, gedoopt op 5-10-1738 te Gieten, overleden voor 1744 te Gieten
2.	Jantje Hindriks Hogenesch, geboren te Gieten, gedoopt op 13-5-1742 te Gieten, overleden op 6-4-1816 te Gieten Bij overlijden wordt de moeder Lammigje Meijering genoemd. Gehuwd voor de kerk (1) op 26-10-1766 te Gieten met Roelof Sloots, geboren te Bonnen, gedoopt op 12-3-1741 te Gieten, overleden voor 1804, zoon van Cornelis Sloots en Jantje Bronniger Lambert Woutman van Meppel, Jan Mensing; Hindrik HogenEsch de oude; Hindrik HogenEsch de jonge worden op 14-5-1777 als hoofd en medemombers aangesteld over Jantje Sloots, minderjarige dochter van wijlen Roelof Sloots en Jantje HogenEsch.[242] De momber Lambert Woutman/Woltman was getrouwd met Heiltje Frijman, dochter van Jan Frijman en Jantje Barelts Mensing. Jantje Barelts Mensing was een halfzuster van Roelof Sloots. De momber Jan Mensing was gehuwd met Hindrikje Sloots, de zuster van Roelof Sloots. Onder de inventaris goederen die voor 2/3 in het bezit zijn van de weduwe van Cornelis Sloots en voor 1/3 van Jantje HogenEsch en haar kinderen. Genoemd in het haardstedenregister te 1784 Gieten met 2 paarden. Ondertrouwd (2) op 1-6-1777 te Zuidlaren, gehuwd voor de kerk op 8-6-1777 te Gieten met Roelof Wiering, gedoopt op 17-8-1755 te Gasselte, overleden op 7-5-1814 te Gieten, zoon van Jan Roelofs Wiering en Aaltje Homan Op 20-12-1791 is er een lening van 100 gulden door Roelof Wiering van Gieten van Hindrik Hommes.[243] Hij wordt genoemd in de haardstedenregisters te Gieten in 1784, 1794 en 1804 met 2 paarden. In 1797 wordt Roelof Wiering genoemd te Gieten op huisnr. 58: 42, boer, gehuwd, 2 kinderen, schutter.[244] In 1807 woont hij te Gieten op no. 60.[245]
3.	Hindrik Hindriks Hogenesch, geboren te Gieten, gedoopt op 3-5-1744 te Gieten, overleden voor 1790 Lammegien Hindriks hertrouwt op 9-5-1790 met Harm Harms Moek, gedoopt 27-12-1767 te Gieten, zoon van Harm Jans Moek en Geesje Hindriks. Uit dit huwelijk een kind, Harm Harms Moek, gedoopt te Gieten op 7-10-1790, dus tamelijk vroeg na het huwelijk. In het haardstedenregister van 1784 te Gieten genoemd voor 3 paarden, met nering. Op 22-2-1790 worden de mombers aangesteld over Hindrik HogenEsch, zoon van Hindrik Hindriks HogenEsch en Lammegien Hindriks.[246] Tevens wordt een inventaris van de bezittingen gemaakt. De mombers zijn Harm Meertens van Gieten als hoofdmomber en Jacob Braam; Harm Meijers; Roelof Hindriks als medemomber. Tevens wordt in de akte de boedel van wijlen Mr. H. HogenEsch en Aaltje HogenEsch wordt verdeeld. De daarop volgende momberrekeningen geven een groot aantal bezittingen weer, en vele uitstaande leningen. Op 19-5-1796 worden er nieuwe mombers benoemd. Berent HogenEsch van Gieten wordt de nieuwe hoofdmomber i.p.v. Harm Meertens. Harm Meertens zelf wordt medemomber i.p.v. Jacob Braam van Zuidlaren.[247] Lammegje Hindriks wordt te Gieten genoemd in 1798 op huisnummer 48, 40 jaar oud als arbeidster, weduwe met 1 kind.[248] Ondertrouwd op 29-4-1784 te Anloo, gehuwd voor de kerk op 2-5-1784 te Gieten met Lammigje Hindriks, geboren te Bonnen, gedoopt op 5-8-1759 te Gieten, overleden op 12-8-1832 te Gieten, dochter van Hindrik Roelofs, keuter en schoenmaker, snijder, en Annigje Harms OSA 1383 Gieten huisnr. 48: 40, arbeidster, weduwe, 1 kind. Zij hertrouwt met Harm Harms Moek.
4.	Aaltje Hindriks Hogenesch, geboren te Gieten, gedoopt op 4-12-1746 te Gieten Gehuwd voor de kerk (1) op 25-10-1778 te Gieten met Jan Hindriks, geboren circa 1750 te Gieten, begraven op 28-10-1782 te Gieten Gehuwd voor de kerk (2) op 27-4-1783 te Gieten met Hindrik Meijering, landbouwer, geboren te Gieten, gedoopt op 10-9-1752 te Gieten, overleden op 4-10-1825 te Gieten, zoon van Jan Meijering en Aaltje Freriks In 1797 worden er mombers benoemd over de kinderen van Hindrik Meijering en wijlen Lammigje Meijering. De kinderen zijn Jan Meijering, 6 jaar oud en Hindrik Meijering 2 jaar oud. De mombers zijn Jacob Meijering van Eext, Geert Braams van Bonnen, Harm Ottens van Bonnen en Willem Harms van Bonnerveen. Hindrik Meijering is hertrouwt met Roelofje Hindriks Weitering op 21-4-1797.[249] De goederen zijn deels mandelig met Willem Harms en Harm Ottens. Andere goederen mandelig met Harm Ottens en Jan Meijering van Gasselte. Hindrik Meijering wordt in 1797 genoemd te Bonnen op huisnummer 72, 46 jaar oud, landbouwer, gehuwd met drie kinderen.[250] In 1807 wordt hij te Bonnen genoemd op huisnummer 74.[251] In de kadastrale atlas van 1832 sectie E no. 613 wordt de weduwe van Hendrik Meijering genoemd. Hij hertrouwt met Lammigje Hindriks Meijering, hertrouwt met Roelofje Hindriks Weitering.
5.	Berend Hogenesch, geboren te Gieten (zie 56).
6.	Geesje Hogenesch, geboren te Gieten, gedoopt op 15-10-1752 te Gieten

114 Jan Egberts, brouwer, gedoopt op 6-12-1739 te Gasselte, overleden op 4-5-1781 te Gasselternijveen
Lucas Wiering en zijn vrouw te Gasselte lenen op 24-5-1781 300 gulden van de weduwe van Jan Egberts en haar kinderen te Gasselternijveen.[252]
Op 5-5-1783 maakt Harm Aling te Gasselte zijn testament. De erfgenamen zijn de kinderen van wijlen Jan Egberts en Jantje Joling, namelijk Jantje, Lammigje, Thij, Marrigje en Willemtje.[253] Harm Aling was een oom van moederszijde van Jan Egberts.
Engbert Hindriks en Annigje Hindriks in het Drouwenermoeras lenen op 12-2-1789 200 gulden van Jantje Joling, weduwe van de brouwer Jan Egberts en haar kinderen.[254] Op 1-5-1790 lenen Willem Geert Polling en Jantje jans van Drouwen 300 gulden van de weduwe van Jan Egberts.[255] Geert Harms van het Drouwenermoeras leent op 7-11-1794 750 gulden van Albert Banting en Jantje Joling, de weduwe van Jan Egberts.[256] Ook later zijn er nog diverse geldleningen door de weduwe van Jan Egberts.
De brouwer Jan Egberts wordt in het haardstedenregister van 1764 en 1774 genoemd met twee paarden en aangeslagen voor drie, wegens het brouwen. In 1784, 1794 en 1804 wordt de weduwe van Jan Egberts, met twee paarden en als brouwer in het haardstedenregister van Gasselternijveen genoemd.
Gehuwd voor de kerk op 5-10-1760 te Gasselternijveen met
115 Jantien Joling, geboren te Weerdinge, gedoopt op 26-2-1736 te Emmen, overleden op 19-7-1814 te Gasselternijveen
Zij wordt aangenomen als lidmaat te Emmen in 1757.
Uit dit huwelijk:

1.	Jantje Jans, geboren op 18-10-1761 te Gasselternijveen (zie 57).
2.	Lammechien Jans, gedoopt op 13-11-1763 te Gasselternijveen, overleden op 26-3-1813 te Gasselternijveen Ondertrouwd op 29-4-1798 te Emmen, gehuwd voor de kerk op 20-6-1799 te Gasselternijveen met Jan Elkinge, geboren te Weerdinge, gedoopt op 8-1-1764 te Emmen, overleden op 20-6-1813 te Gasselte, zoon van Roelof Jans Elkinge en Jantje IJkinge
3.	Margje Jans, gedoopt op 13-10-1765 te Gasselternijveen
4.	Thijs Jans, gedoopt op 6-9-1767 te Gasselternijveen, overleden op 18-5-1789 te Gasselternijveen
5.	Margje Jans, gedoopt op 28-6-1772 te Gasselternijveen, overleden op 5-7-1783 te Gasselternijveen
6.	Willemtje Jans, gedoopt op 28-8-1774 te Gasselternijveen

116 Otto Buiting, landbouwer op de Veenhof, geboren op 14-6-1743 te Veenhof, gedoopt op 16-6-1743 te Gieten, overleden op 12-7-1819 te Bonnen
Otto Buiting wordt aangeslagen in de haardstedenregisters in de Veenhof in 1784, 1794 en 1804 voor 4 paarden.
In 1797/1798 wordt hij genoemd in de Veenhof als landbouwer, gehuwd met één kind.[257]
In 1807 woont hij in de Veenhof op nummer 95.[258]
Gehuwd voor de kerk op 17-12-1768 te Gieten met
117 Harmtien Arents Homan, geboren te Yde, gedoopt op 16-2-1744 te Vries, overleden op 8-7-1821 te Veenhof
Uit dit huwelijk:

1.	Jan Buiting, geboren te Veenhof (zie 58).
2.	Arend Homan, landbouwer, geboren op 3-11-1773 te Gieten, gedoopt op 7-11-1773 te Gieten, overleden op 10-2-1858 te Yde Gehuwd voor de kerk op 26-5-1799 te Vries met Aaltje Alberts Homan, geboren te Taarlo, gedoopt op 27-3-1780 te Vries, overleden op 5-7-1862 te Yde, dochter van Albert Hindriks, landbouwer, en Jantje Arents Homan
3.	Otto Buiting, geboren te Veenhof, gedoopt op 21-6-1778 te Gieten, overleden voor 1784
4.	Otto Buiting, landbouwer, geboren te Veenhof, gedoopt op 16-5-1784 te Gieten, overleden op 17-2-1871 te Veenhof Hij wordt op de bewonerslijst van 1825 genoemd op de Veenhof. Volgens de Kadastrale Atlas van 1832 woont hij op Sectie D no. 81, 184bis, 195b. Ondertrouwd op 22-9-1810 te Vries, gehuwd voor de kerk op 14-10-1810 te Gieten met Jantien Alberts Homan, geboren op 4-1-1784 te Taarlo, gedoopt op 18-1-1784 te Vries, overleden op 5-10-1864 te Veenhof, dochter van Albert Hindriks, landbouwer, en Jantje Arents Homan

118 Willem Harms Meijering, landbouwer Bonnerveen; representant Gieten 1795, geboren te Bonnerveen, gedoopt op 11-1-1743 te Gieten, overleden op 15-3-1809 te Bonnerveen
Willem ontpopte zich tijdens de omwentelingen van 1795 als een patriot. Zo trad hij wegens Gieten op als representant van april tot september 1795.
In 1797 en 1798 bewoonde Willem het huis nr. 102 te Bonnerveen. Inwonenden waren zijn, toen nog ongehuwde zoon Harm en de 26 jarige knecht Harms Jans.[259] Hij bezat prive huis en hof nr. 110 te Bonnerveen. In Gieterveen was hij gewaardeeld met in totaal 2 waardeel, het een gemeenschappelijk met J. Homans en consorten, het tweede gemeenschappelijk met de erfgenamen Speulman. Daarnaast bezit hij samen met niet nader genoemde anderen o.a. huis en hof nr. 109 te Bonnerveen. Tenslotte bezat hij, wederom met consorten, erven 111 en 116 te Bonnerveen. Wilem Harms Meijering kocht op 21 april 1791 van Harm en Jan Meijering van Gasselte enig land in de marke van Bonnen. Het land was mandelig bezit. Harm en Jan Meijering waren kinderen van Willems zuster, Lammechien Harms, gehuwd met Albert Meijering. In 1783 kocht Willem van de heren Cremers te Groningen een mat in de Koyerse maat voor 180 gulden. In 1803 kocht hij van de erven van Jan Hidding van Gasselte het aandeel van het Swarte stuk te Bonnerveen.
In 1797 wordt hij aangeslagen voor f 9.145,-.
Willems grafschrift luidde:
Ter nagedachtenis van Willem Harms. Hier ligt een man van oude dagen, met zijne zoon in ´t graft beneen. Op eenen dag zijn zij begraven. Ach wat was ´t een treurtoneel. Maar ach, menschen in dit leven, leert toch dat gij sterven moet. Totdat gij van hier moet sneven, verkrijgen zult het hoogste goed.
Gehuwd voor de kerk op 16-12-1768 te Gieten met
119 Jantje Hindriks Speelman, geboren circa 1743 te Gieterveen, overleden op 2-8-1787 te Bonnerveen
OSA 1110, Hindrik Reinders betaald voor zich en voor het kind van Hindrik Jans Veldhuis.
Uit dit huwelijk:

1.	Lammigje Willems Meijering, geboren te Bonnerveen, gedoopt op 1-1-1770 te Gieten, overleden voor 1809
2.	Hillechien Willems Meijering, geboren op 8-9-1771 te Bonnerveen (zie 59).
3.	Harm Willems Meijering, landbouwer, geboren te Bonnerveen, gedoopt op 14-11-1774 te Gieten, overleden op 15-3-1809 te Bonnerveen In 1797 wordt hij te Bonnerveen genoemd op huisnummer 102, 27 jaar oud, landbouwer, ongehuwd.[260] In 1811 worden er mombers benoemd over de kinderen van wijlen Harm Willems en Jantje Banting van Bonnerveen. De kinderen zijn Jantje Harms, 6 jaar oud en Lammechje Harms, 4 jaar oud. De hoofdmomber is Jan Seubering van Gieten van vaderszijde, de medemombers zijn Harm Jans Speelman van Gieterveen van vaderszijden en Egbert Hamering van Donderen en Meerten Banting van Gasselternijveen aan moederszijde. De goederen zijn deels mandelig met Jan Seubering.[261] Gehuwd voor de kerk op 9-6-1803 te Gieten met Jantje Banting, gedoopt op 12-1-1786 te Gasselternijveen, overleden op 19-3-1865 te Gieterveen, dochter van Albert Banting en Lammigje Egberts Zij hertrouwt met Harm Willems Meinders.

120 Boele Freriks Meursinge Julsing, geboren te Eext, gedoopt op 5-6-1701 te Anloo, overleden 1769 te Eext
Op 27-3-1769 wordt voor zijn begrafenis betaald. Boele Julsing wordt in het haarstedenregister genoemd met een vol erf in 1742, 1754 en 1764. In 1774 wordt de weduwe van Boele Julsing genoemd.

Boerderij Frerik Julsing[262]

Boerderij Frerik Julsing detail[263]

Ondertrouwd op 22-4-1736 te Dalen, gehuwd voor de kerk op 3-6-1736 te Anloo met
121 Jantje Coops, geboren circa 1710 te Dalen, overleden na 1759 te Eext
Uit dit huwelijk:

1.	Frerikje Boeles Julsing, geboren te Eext, gedoopt op 10-6-1737 te Anloo, overleden op 10-10-1810 te Eext Bij overlijden geen kinderen nagelaten. Gehuwd voor de kerk (1) op 9-10-1768 te Anloo met Willem Jans Jobing, geboren te Eext, gedoopt op 23-9-1731 te Gieten, overleden op 15-1-1775 te Eext, zoon van Jan Willems Jobing en Hindrikje Berents Hij is gedoopt in Gieten, maar de doopinschrijving is te vinden in Anloo. In de haardstedenregisters wordt hij genoemd in 1764 en 1774 met een half erf. Gehuwd voor de kerk (2) op 29-11-1778 te Anloo met Jacob Hindriks Jobing, schoenmaker, geboren te Eext, gedoopt op 25-3-1753 te Anloo (getuige(n): Harmtje Jobing, dochter van Jacob Jobing van Eext), overleden op 16-5-1832 te Anloo, zoon van Hindrik Berents (zie 122) en Jantje Jacobs Jobing (zie 123) In de haardstedenregisters van Eext wordt Jacob Hindriks genoemd met een half erf in 1784, 1794 en 1804. Jacob Jobing wordt in 1797 te Eext vermeld op huisno. 250, boer, gehuwd.[264]
2.	Frerik Julsing, geboren te Eext, gedoopt op 13-12-1739 te Anloo In 1784 en 1794 genoemd in het haardstedenregister van Eext met een vol erf. Hij wordt in 1797 genoemd te Eext op huisno. 199, ongehuwd.[265]
3.	Lambert Boelens Julsing, geboren te Eext (zie 60).
4.	Hindrikje Julsing, geboren te Eext, gedoopt op 29-5-1746 te Anloo (getuige(n): Frerikje Meursing, zuster van de vader, hv van Reinder Alberts op de Plankensloot), overleden op 2-2-1817 te Anloo Gehuwd voor de kerk op 19-11-1780 te Anloo met Hindrik Hamming, jeneverstoker, gedoopt op 9-10-1740 te Anloo, zoon van Jan Jans Hamming en Geesje Jans Hofsteenge Hindrik Hamming wordt in 1784 en 1794 te Eext genoemd met 2 paarden en een jenverstokerij.

122 Hindrik Berents, geboren te Eext, gedoopt op 9-9-1703 te Anloo, overleden op 9-2-1789 te Eext
HIndrik Berents koopt op 25-8-1751 land van Jan Hebeling vor 129 gulden.[266]
Hendrik Berents van Eext nom. ux. Jantien Jobinge en als vader en voogd van zijn minderjarige kinderen is voor de Etstoel op 29-6-1756 eiser tegen Albert Jobinge en zijn minderjarige broer Willem Jobinge te Eext. De eiser wil betaling van 477-17-4 wegens de eerste termijn van afkooppenningen waarvoor genoemde Albert Jobinge en zijn moeder Roeloffijn Alberts weduwe Jacob Jobinge als moeder van haar minderjarige zoon Willem Jobinge de eiser hebben afgekocht. De eiser wordt in het gelijk gesteld.[267]
Rabbe Aalderts en Grietje Jans van Annen lenen op 27-4-1757 150 gulden van Hindrik Berents en Jantje Jacobs Jobing van Eext.[268]
Hindrik Koiter en Trijntje Roelofs van Eext lenen op 24-2-1761 50-20 van Hindrik Berents en Jantje Jobing van Eext.[269]
In 1765 lenen Harm Egberts en Teelke Egberts van Eexterveen 550 gulden van Hindrik Berents en Jantje Jobing.[270]

Voorblad van de bijbel van Hindrik Berents

Zijn weduwe wordt genoemd in 1797 te Eext: huisno. 253, boerin, weduwe met 3 kinderen.[271]
Hindrik Berents wordt in de haardstedenregisters te Eext genoemd met twee paarden in 1774 en 1784.
Gehuwd voor de kerk op 8-11-1750 te Anloo met
123 Jantje Jacobs Jobing, geboren te Eext, gedoopt op 3-8-1721 te Anloo, overleden 1794 te Eext
Uit dit huwelijk:

1.	Geert Hindriks Jobing, geboren te Eext, gedoopt op 5-9-1751 te Anloo (getuige(n): Grietje Berends, huisvrouw van Jan Wenning van Wachtum), overleden op 19-6-1841 te Eext Hij wordt in 1797 te Eext genoemd op huisno. 253, zijnde ongehuwd.[272]
2.	Jacob Hindriks Jobing, schoenmaker, geboren te Eext, gedoopt op 25-3-1753 te Anloo (getuige(n): Harmtje Jobing, dochter van Jacob Jobing van Eext), overleden op 16-5-1832 te Anloo In de haardstedenregisters van Eext wordt Jacob Hindriks genoemd met een half erf in 1784, 1794 en 1804. Jacob Jobing wordt in 1797 te Eext vermeld op huisno. 250, boer, gehuwd.[273] Gehuwd voor de kerk op 29-11-1778 te Anloo met Frerikje Boeles Julsing, geboren te Eext, gedoopt op 10-6-1737 te Anloo, overleden op 10-10-1810 te Eext, dochter van Boele Freriks Meursinge Julsing (zie 120) en Jantje Coops (zie 121) Bij overlijden geen kinderen nagelaten. Zij is weduwe van Willem Jans Jobing.
3.	Berent Hindriks, geboren te Eext, gedoopt op 24-8-1755 te Anloo (getuige(n): Grietje Martens, huisvrouw van Tonnijs Jans Koning van Eext.) Berent Hindriks wordt in 1797 genoemd te Eext op huisno. 253, zijnde ongehuwd.[274]
4.	Aaltje Hindriks Jobing, geboren op 23-11-1757 te Eext (zie 61).
5.	Jantje Hindriks, geboren te Eext, gedoopt op 3-2-1760 te Anloo (getuige(n): Trijntje Roelofs, huisvrouw van Hindrik Hindriks Koiter van Eext)
6.	Hindrikje Hindriks Jobing, geboren te Eext, gedoopt op 10-1-1762 te Anloo (getuige(n): Trijntje Roelofs, huisvrouw van Hindrik Hindriks Koiter van Eext.), overleden op 28-8-1850 te Eext
7.	Willem Hindriks, geboren te Eext, gedoopt op 5-4-1765 te Anloo (getuige(n): Jantje Arents Kors, huisvrouw van Eppe Hindriks Meijering van Eext)

Homepage | E-mail

gemaakt met PRO-GEN 'Genealogie à la Carte' software

[1] Honderd jaar Openbaar Lager Onderwijs Drouwenerveen

[18] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 339 d.d. 25-5-1769

[21] Schultenprotocol 319 deel 4 folio 489 d.d. 15-3-1783

[22] Schultenprotocol 319 deel 5 folio 119 d.d. 13-4-1793

[23] Schultenprotocol 72 deel 4 folio 72v d.d. 1-5-1795

[24] Schultenprotocol 319 deel 5 folio 216 d.d. 11-9-1797

[26] Schultenprotocol 319 deel 5 folio 281 d.d. 2-5-1800

[28] Schultenprotocol 74 deel 3 folio 194 d.d. 17-2-1781

[31] Schultenprotocol 72 deel 5 folio 59 d.d. 10-7-1805

[33] Etstoel 14 deel 58 folio 11v d.d. 22-6-1771

[36] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 85 d.d. 14-1-1772

[37] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 129 d.d. 13-10-1772

[38] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 215 d.d. 1-5-1784

[41] Etstoel 14 deel 64 folio 167bisv d.d. 28-11-1786

[42] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 481 d.d. 3-2-1787

[43] Schultenprotocol 266 deel 10 folio 406 d.d. 29-8-1791

[44] Schultenprotocol 266 deel 10 folio 506 d.d. 25-5-1792

[45] Schultenprotocol 264 deel 7 folio 105 d.d. 17-2-1794

[54] Schultenprotocol 282 deel 1 folio 276 d.d. 26-3-1808

[58] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 41 d.d. 28-1-1728

[59] Schultenprotocol 266 deel 4 folio 75 d.d. 29-11-1741

[60] Etstoel 14 deel 44 folio 2 d.d. 26-6-1731

[61] Etstoel 14 deel 45 folio 86v d.d. 27-11-1736

[62] Etstoel 14 deel 45 folio 109v d.d. 18-6-1737

[63] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 126 d.d. 11-9-1737

[64] Etstoel 14 deel 47 folio 231 d.d. 19-11-1743

[68] Etstoel 14 deel 44 folio 86 d.d. 30-11-1734

[69] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 4v d.d. 22-3-1721

[70] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 279 d.d. 8-1-1757

[71] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 76 d.d. 22-10-1764

[72] Schultenprotocol 312 deel 2 d.d. 22-10-1764

[74] Etstoel 14 deel 57 folio 17 d.d. 12-7-1769

[75] Schultenprotocol 319 deel 4 folio 136 d.d. 15-4-1772

[76] Schultenprotocol 319 deel 4 folio 169 d.d. 16-4-1773

[78] Schultenprotocol 72 deel 3 folio 267v d.d. 5-3-1789

[80] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 90 d.d. 10-11-1742

[82] Schultenprotocol 319 deel 4 folio 17 d.d. 8-8-1767

[83] Etstoel 14 deel 56 folio 69 d.d. 1-12-1767

[84] Schultenprotocol 319 deel 4 folio 24 d.d 15-2-1768

[85] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 26 d.d. 4-2-1772

[86] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 47 d.d.17-11-1773

[87] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 53 d.d. 29-12-1766

[88] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 264 d.d. 1-9-1779

[89] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 309 d.d. 3-11-1788

[90] Schultenprotocol 72 deel 4 folio 41v d.d. 2-3-1793

[93] GrA III x deel 156 folio 197 d.d. 24-11-1766

[94] GrA III x deel 169 folio 19v d.d. 17-11-1774

[98] Schultenprotocol 72 deel 3 folio 243v d.d. 3-6-1776

[99] Schultenprotocol 72 deel 4 folio 23 d.d. 26-11-1789

[100] Schultenprotocol 72 deel 4 folio 77v d.d. 14-3-1797

[101] Schultenprotocol 72 deel 4 folio 78 d.d. 19-3-1797

[105] OSA 1025 Emmen d.d. 29-01-1793 p.95 van copie

[108] Schultenprotocol 72 deel 3 folio 41 d.d. 1-5-1765

[109] Westerwolders en hun woningbezit deel 1 pg. 146

[113] Schultenprotocol 74 deel 3 folio 168v d.d. 5-5-1778

[114] Schultenprotocol 44 dee. 2 folio 177 d.d. 8-5-1780

[115] Schultenprotocol 44 deel 2 folio 193 d.d. 3-6-1780

[116] Etstoel 14 deel 62 folio 158 d.d. 5-6-1781

[117] Etstoel 14 deel 63 folio 232 d.d. 23-11-1784

[118] Schultenprotocol 74 deel 3 folio 261 d.d. 30-5-1788

[122] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 207 registratie d.d. 10-12-1763

[123] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 246v registratie d.d. 16-3-1767

[124] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 265 registratie d.d. 31-5-1768

[125] Schultenprotocol 72 deel 3 folio 41vregistratie d.d. 19-11-1769

[127] Etstoel 14 deel 59 folio 202 d.d. 29-11-1774

[129] Schultenprotocol 72 deel 3 folio 210 registratie d.d. 21-4-1778

[131] Etstoel 14 deel 43 folio 114 d.d. 30-11-1728

[132] Etstoel 14 deel 43 folio 191v d.d. 6-10-1729

[133] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 258v registratie d.d. 28-4-1768

[134] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 101v registratie d.d. 2-12-1744

[135] Etstoel 14 deel 44 folio 145 d.d. 22-6-1734

[136] Etstoel 14 deel 46 folio 159 d.d. 28-6-1740

[137] Etstoel 14 deel 49 folio 194 d.d. 25-11-1749

[138] Etstoel 14 deel 51 folio 82 d.d. 2-7-1754

[139] Etstoel 14 deel 51 folio 87v d.d. 2-7-1754

[140] Etstoel 14 deel 51 folio 176 d.d. 1-7-1755

[141] Etstoel 14 deel 53 folio 123v d.d. 3-7-1759

[142] Etstoel 14 deel 53 folio 202v d.d. 1-7-1760

[143] Etstoel 14 deel 53 folio 243v d.d. 25-11-760

[144] Etstoel 14 deel 53 folio 248 d.d. 25-11-760

[145] Etstoel 14 deel 55 folio 60 d.d. 27-11-1764

[146] Schultenprotocol 72 deel 2 d.d. 27-5-1767

[147] Etstoel 14 deel 56 folio 63 d.d. 1-12-1767

[150] Schultenprotocol 72 deel 4 folio 95v d.d. 1-1-1799

[151] Schultenprotocol 72 deel 5 folio 18 d.d. 20-11-1798

[152] Schultenprotocol 72 deel 5 folio 18 d.d. 31-8-1799

[153] Schultenprotocol 72 deel 5 folio 19 d.d. 13-7-1801

[156] Schultenprotocol 72 deel 3 folio 210 registratie d.d. 21-4-1778

[159] Schultenprotocol 319 deel 3 folio 249 d.d. 18-3-1757

[160] Schultenprotocol 312 deel 1 folio 341 d.d. 24-11-1763

[161] Schultenprocotol 319 deel 4 folio 68 d.d. 6-11-1769

[162] Etstoel 14 deel 57 folio 75 d.d. 28-11-1769

[163] Schultenprotocol 319 deel 4 folio 127 d.d.14-1-1772

[164] Schultenprotocol 319 deel 4 folio 211 d.d. 6-4-1774

[165] Schultenprotocol 319 deel 4 folio 226 d.d. 29-8-1774

[166] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 36 d.d. 14-1-1772

[167] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 217 d.d. 25-4-1776

[169] Etstoel 14 deel 49 folio 221v d.d. 30-6-1750

[170] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 253 d.d. 14-12-1771

[171] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 107 d.d. 1-5-1777

[172] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 152 d.d. 1-5-1780

[173] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 394 d.d. 12-6-1792

[174] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 396 d.d. 9-6-1793

[175] Schultenprotocol 72 deel 3 folio 28 d.d. 26-5-1772

[176] Schultenprotocol 72 deel 3 folio 228 d.d. 3-6-1778

[180] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 417 d.d. 1785

[181] Etstoel 14 deel 51 folio 107v d.d. 2-7-1754

[182] Etstoel 14 deel 51 folio 127v d.d. 2-7-1754

[183] Etstoel 14 deel 51 folio 138 d.d. 19-11-1754

[185] Schultenprotocol 74 deel 3 folio 125 d.d. 2-11-1776

[187] Schultenprotocol 244 deel 3 folio 33v d.d. 13-2-1801

[188] Etstoel 14 deel 55 folio 58 d.d. 1-12-1764

[190] Schultenprotocol 266 deel 5 folio 281 d.d. 1-12-1747

[191] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 181 d.d. 9-5-1775

[192] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 182 d.d. 20-5-1776

[193] Schultenprotocol 266 deel 8 folio 886 d.d. 4-4-1781

[194] Schultenprotocol 266 deel 8 folio 886 d.d. 4-4-1781

[196] Etstoel 14 deel 50 folio 93 d.d. 9-12-1751

[197] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 263 d.d. 1-5-1772

[198] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 232 d.d. 1-11-1777

[199] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 265 d.d. 1-5-1778

[200] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 447 d.d. 1-8-1783

[201] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 269 d.d. 10-5-1782

[202] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 559 d.d. 16-5-1789

[204] Etstoel 14 deel 59 folio 1v d.d. 1-6-1773

[205] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 386 d.d. 6-4-1773

[206] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 388 d.d. 27-8-1784

[207] Etstoel 14 deel 63 folio 246 d.d. 23-11-1784

[208] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 448 d.d. 7-8-1786

[209] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 468 d.d. 4-6-1777

[210] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 544 d.d. 12-1-1786

[211] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 546 d.d. 1-1-1789

[212] Etstoel 14 deel 66 folio 31 d.d. 15-6-1790

[213] Etstoel 14 deel 66 folio 33 d.d. 15-6-1790

[214] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 569 d.d. 1-6-1788

[215] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 549 d.d. 7-8-1788

[216] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 570 d.d. 1-11-1788

[217] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 547 d.d. 4-2-1789

[218] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 592 d.d. 23-8-1790

[219] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 594 d.d. 1-4-1790

[220] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 596 d.d. 29-11-1784

[221] Schultenprotocol 264 deel 7 folio 12 d.d. 12-5-1791

[222] Schultenprotocol 264 deel 7 folio 40 d.d. 15-2-1792

[223] Schultenprotocol 264 deel 7 folio 99 d.d. 27-10-1781

[226] Etstoel 14 deel 52 folio 146v d.d. 5-7-1757

[227] Etstoel 14 deel 53 folio 91 d.d. 3-7-1759

[228] Etstoel 14 deel 53 folio 9 d.d. 3-7-1759

[229] Schultenprotocol 266 deel 10 folio 473 d.d. 27-2-1792

[230] Schultenprotocol 264 deel 5 folio 324 d.d. 12-5-1768

[231] Schultenprotocol 264 deel 5 folio 603 d.d. 1-11-1774

[232] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 398 d.d. 11-11-1783

[236] Schultenprotocol 291 deel 1 folio 145 d.d. 19-4-1800

[240] Etstoel 14 deel 60 folio 9 d.d. 7-6-1775

[242] Schultenprotocol 266 deel 8 folio 539 d.d. 14-5-1777

[243] Schultenprotocol 264 deel 7 folio 59 d.d. 20-12-1791

[246] Schultenprotocol 266 deel 10 folio 279 d.d. 22-2-1790

[247] Schultenprotocol 282 deel 1 folio 18 d.d. 19-5-1796

[249] Schultenprotocol 282 deel 1 folio 70 d.d. 21-4-1797

[252] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 148 d.d. 24-5-1781

[253] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 183 d.d. 5-5-1783

[254] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 310 d.d. 12-2-1789

[255] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 332 d.d. 1-5-1790

[256] Schultenprotocol 312 deel 2 folio 310 d.d. 7-11-1794

[261] Schultenprotocol 282 deel 1 folio 315 d.d. 16-2-1811

[267] Etstoel 14 deel 52 folio 58v d.d. 29-6-1756

[268] Schultenprotocol 264 deel 5 folio 166 d.d. 27-4-1757

[269] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 201 d.d. 24-2-1761

[270] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 186 d.d. 5-1765