laatste update: 1-10-2017
Voor deze genealogie zijn o.a. de
volgende bronnen gebruikt:
Genealogie Meursing, Mr. A.H.
Stikker, 1958
Drents Genealogisch jaarboek 1999,
Parenteel Albert Meursing en Marchien Bavingh, J.R. Smit
I Johan Moersinge, geb. circa 1510 te Gieten.
Op 15-4-1573 heeft Johan Moersinge een geschil met Hindrik
Spoldes over het gebruik van land.[1]
Op 15-3-1574 klaagt Hindrick Spoldes over de Hamminge en
Moersinge te Eext dat deze onterecht hout weggehaald hebben.[2]
Op 19-3-1576 hebben Johan Moersinge en consorten een
geschil mat Warmolt Hovinge. De eisers willen de penningen terug die Warmolt
voor hun heeft ontvangen uit handen van Gebbe Hamminge.[3]
Op 10-8-1578 is er een geschil tussen Lambert Eppinge, zoon
van Johan Eppinge en zijn vrouw, en Willem, Heyno, Hindrik en Jan Meursing, de
zwagers van Lambert, over de erfenis van Gebbe Hamminge, Jacob Huisinge en Jan
Meursing. Scheidslieden aan de kant van Lambert Eppinge zijn Arent Pepping en
Johan Hoving. De scheidslieden aan de andere kant zijn Harm Hamminge en Hindrik
Schene.[4]
Op 21-11-1582 is er een verdrag tussen Lambert Eppinge en
zijn dedingsmannen Ludolf Alinge en Johan Hoving aan de ene kant, en Willem
Meursing en zijn broer Hindrik Meursing over de erfenis van zalige Heyno en
Johan Meursing.
Kinderen:
1. |
m |
Willem Moersinge,
geb. circa
1530 te Gieten
(zie II). |
2. |
v |
Gese Moersinge, geb. circa 1550 te Gieten,
overl. na
1609 te Gieten. |
3. |
m |
Heijno Moersinge, geb. circa 1550 te Gieten,
overl. op 21-11-1582. |
4. |
m |
Hendryck Moersinge, geb. circa 1550 te Gieten,
overl. na
1609 te Gieten. |
5. |
m |
Johan Moersinge, geb. circa 1550 te Gieten,
overl. voor
1582 te Gieten. |
II Willem Moersinge, geb. circa 1530
te Gieten,
overl. 1603
te Gieten,
zn. van Johan Moersinge (zie I).
Op 12-4-1584 wordt Willem Moerssinge als buur te Gieten
genoemd.[14]
In 1599 is er een geschil tussen Willem Moersinck en Evert
Suinge te Westerbroek enerzijds en Hindrik Meijering en zijn zonen anderzijds
over een panding.[15]
In 1600 is er sprake van een geschil tussen Jan Meijering enerzijds en Willem
Meursinge en Evert Suinge anderzijds over betaalde boelpenningen.[16]
Ook in 1601 komt het geschil weer voor: "Tusschen Evert Suinge ende Willem
Moersinge, ter eenre, ende Henrick Meyeringe mit syn soons, ter ander syden,
wijsen drost ende 24 etten, dat Eeuert Suyinge mit den synen mit die
uuthpandinge na manyre van landtrechte sal mogen voertvaren na luit dier
voergaende sententie; mitz dat die verstorven schapen ende veralienierde
beesten, nadat sie van dselve schults ende buiren, so sie hem toegesett sollen
hebben, sollen geweerdijriget worden, Moersinge mide in betalinge sal annemen,
holdende van unweerden die getuigen, so van eenige betalinge an die
boelpenningen gedaen spreecken.[17]
Op 9-10-1637 wordt de Etstoel verzocht om de goedkeuring
van een accoord tussen Jantjen Meursinge en haar beide zoons Bartelt en Willem
Moersinge ter ener, en Jan Roerdinck als vader van zijn minderjarige kinderen
met wijlen Lamme Ottens d.d. 8-3-1637. Het betreft het aandeel van Lamme in de
erfenis van wijlen Otto Meursinge.[18]
Op 11-11-1638 lenen Luitien Roelofs en zijn vrouw Roelofje
te Annen van Bartolt en Willem Meursing, broers, 200 gulden, welk geld behoorde
aan de kinderen van Jan Roerding te Anloo en zijn overleden vrouw Lamme,
afkomstig van "Lamme haerdes overleden vader mit namen Otto Moersinge
patrimoniale goederen".
In 1640 dragen Bartolt en Willem Meursing deze
schuldbekentenis over aan Harmen Roedinck als medemomber over Jan Roedinck en
wijlen Lamme Meursing´s kinderen.
Tr. kerk circa
1580.
Echtgenote is Lamme Meijering, geb. circa 1550 te Eext,
overl. voor
1609, dr. van Hindrik Meijering.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Otto Meursing,
geb. circa
1582 te Gieten
(zie IIIa). |
2. |
m |
Roelof Meursing,
geb. circa
1585 te Gieten
(zie IIIb). |
3. |
m |
IIIa Otto Meursing, geb. circa 1582
te Gieten,
overl. voor
1638 te Eext,
zn. van Willem Moersinge (zie II) en Lamme Meijering.
Op 9-10-1637 wordt de Etstoel verzocht om de goedkeuring
van een accoord tussen Jantjen Meursinge en haar beide zoons Bartelt en Willem
Moersinge ter ener, en Jan Roerdinck als vader van zijn minderjarige kinderen
met wijlen Lamme Ottens. Het betreft het aandeel van Lamme in de erfenis van
wijlen Otto Meuringe.[19]
Op 11-11-1638 lenen Luitien Roelofs en zijn vrouw Roelofje
te Annen van Bartolt en Willem Meursing, broers, 200 gulden, welk geld behoorde
aan de kinderen van Jan Roerding te Anloo en zijn overleden vrouw Lamme,
afkomstig van "Lamme haerdes overleden vader mit namen Otto Moersinge
patrimoniale goederen".
In 1640 dragen Bartolt en Willem Meursing deze
schuldbekentenis over aan Harmen Roedinck als medemomber over Jan Roedinck en
wijlen Lamme Meursing´s kinderen.[20]
Tr.
Partner is Jantje N.N. Geb. circa 1580 te Eext, overl. na 1630
te Eext.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Willem Meursing,
geb. circa
1600 (zie IVa). |
2. |
m |
Bartelt Meursing, geb. circa 1602. |
3. |
m |
Otto Meursing,
geb. circa
1610 te Eext
(zie IVb). |
4. |
v |
Lamme Meursing, geb. circa 1610, overl. voor 1638. |
5. |
v |
IIIb Roelof Meursing, landbouwer en
herbergier, geb. circa 1585 te Gieten, overl. voor 1643
te Eext?
Zn. van Willem Moersinge (zie II) en Lamme Meijering.
Hij is de eigenaar van "het kleinde hofke
Oostermeursinge" en van een plaats genaamd de Hoge Bult te Annerveen.
Goorspraak te Gieten van april 1609: Roelof Meursing heeft
Luitje Campinge uitgescholden.[25]
Op dezelfde dag komt een "bloetreyse" van Roelof Meursing aan Geert
Meijering voor de goorsprake.[26]
Op 21-8-1609 geeft Roelof Meursing herbergier te Eext aan
dat Herman Schroer bij hem wat heeft zitten te drinekn, waarbij hij Talle de
vrouw van Herman Klunder heeft uitgescholden.[27]
Luytien Olde Eytinge, geassisteerd door zijn broer Jan
Buytinck zijn op 16-4-1610 eiser tegen Roelef Meursinge wegens een belediging.[28]
Hij wordt veroordeeld om 60 gulden boete te betalen. In de akte is een
bekentenis van Roelef Meursinge, waarin hij bekent, dat hij in dronkenschap
woorden heeft gebruik, die de goede naam van Luytien Olde Eytinge hebben
aangetast. Hij had onder meer gezegd, dat Olde Eytinge de zonde tegen de natuur
met een koe zou hebben gedaan. Hij heeft hiervan spijt en verklaart in bijzijn
van Jan Manteau en Albart Berens, dat hij niets ten nadele van Olde Eytinge of
zijn geslacht weet.[29]
Een half jaar later klagen Jan Manteau en Albart Berents tegen Roelof Meursinge
wegens een belediging.[30]
Ip 7-7-1614 heeft Roelof Meursing een geschil met Johan
Poelmans over eikebomen te Eext. Het geschil wordt verdaagd.[31]
in 1615 komt het geschil opnieuw voor, maar de beide partijen moeten een beter
bewijs van bezit leveren.[32]
Roelof Meursing heeft in 1615 een geschil met Jan Meijering over lend.[33],[34]
In 1616 blijkt het om land te Eext gaan. Jan Meijering wordt in het gelijk
gestelt.[35]
Op 27-9-1616 is Lambert Eppinge eiser tegen Roelof
Meurisng. De eiser wil annulering van een schenking van wijlen Hindrick
Meursinge d.d. 20-6-1609 aan zijn zwager Eppinge. De eiser krijgt ongelijk.[36]
Op 19-6-1626 is Roelof Meursing eiser geten Cornelis
Hindriks betreffende goederen te Bonnerveen. Het betreft goederen nagelaten
door wijlen Jan Lutjens. Eiser heeft het recht op 1/5 deel van de erfenis gekocht
van Jan Geers, zijnde de zoon van Jebbe Lutjens, volle zuster van Jan Lutjens.
De eiser krijgt gelijk.[37]
In 1640 heeft hij een kwestie met Boele Huisinge over een
aflossing van een halve waar in de Eextermarke.[38]
In 1643 is er een kwestie over een schenking door Jantje,
de weduwe van Roelof Meursing van haar zoons Willem, Harmen en Albert Meursing
op 16-8-1641 ten nadele van Jantje, de dochter van Roelof Meursinge´s overleden
zoon Jan.[39]
Op 4-4-1644 klaagt Jan Meijeringe te Eext wegens zijn
huisvrouw Lamme Meursinge tegen Harmen Meursinge en Albert Meursinge. De eiser
Jan Meijering wil zijn deel van de erfenis van de vader van de partijen, wijlen
Roelof Meursinge. Hij wordt in het gelijkt gesteld.[40]
In 1650 klaagt Jan Meijering, samen met zijn zwagers Harm,
Albert en Willem Meursing tegen Bartelt Jusling en Jan Homan "hun eyschers
een acker landes genoemt den Hey-acker souden hebben ontbruickt ende
ontbouwet" Zij vorderen verlating van deze akker.[41]
Tr.
Partner is Jantje Sloots? Geb. circa 1580, overl. na 1643
te Eext,
dr. van Jan Harms Sloots.
Uit dit huwelijk:
1. |
v |
Lamme Meursing, geb. circa 1610, overl. voor 1640. |
2. |
m |
Willem Meursing, geb. circa
1615 (zie IVc). |
3. |
m |
Harm Meursing, geb. circa 1615. |
4. |
m |
Albert Meursing, geb. circa
1620 te Eext
(zie IVd). |
5. |
m |
Jan Meursing (zie IVe). |
IVa Willem Meursing, geb. circa 1600,
overl. op 13-6-1665
te Lowestoff,
zn. van Otto
Meursing (zie IIIa) en Jantje N.N.
Op 4-4-1644 is Geert Poelmans te Eext eiser tegen Otte
Meursinge Willems. De verweerder zou de eiser ten huize van Jan Meijeringe
geslagen hebben. Hij wil vergoeding van het meesterloon. Eiser krijgt gelijk.[44] Op
30-10-1644 is Willem Otto Meursinge te Eext eiser tegen de buren van Eext. Het
betreft een appel op een buurtuig tussen de eiser en Harmen Hamminge en
consorten op de goorsprake te Borger van 4-9-1644. De eiser krijgt gelijk.[45] Op
dezelfde dag blijkt dat het om de verwonding van Geert Poelmas gaat. Willem
Otto Meursinge te Eext klaagt Harmen Hamminge, Coop Uddinge en Jacob Meijeringe
aan. Hij wil dat de verweerders hem indemneren van een uitspraak d.d. 4-4-1644
tussen de eiser en Geert Poelmans in een zaak van een verwonding. De
verweerders moeten hun quota meebetalen.[46]
Hij is bij Lowestoff met het schip van Admiraal van
Wassenear Opdam in de lucht gevlogen.
Advocaat Herman Ketell als volmacht van Jacop Frifell
adelborst van een compagnie van kapitein Grits? te Amsterdam is op 8-6-1669
eiser tegen Jacob Huijsinge en consorten mombers van Harmen Willems Meursinge.
De eiser wil betaling van 150 gulden wegens lening d.d. 26-4-1664. Volgens de
verweerder klopt het niet en moet de eiser zelf verschijnen.[47]
In 1694 procedeert Boele Meursing over de erfenis van
Willem Meursing tegen Wessel, Arent en Geert Huizing.
Doctor Steenbargen als volmacht van Wessel Huising voor
zich en Arent Huisinge en Geert Huisinge nomine uxorum zijn op 24-6-1694 eisers
tegen Boele Meursinge te Eext. De eisers willen betaling van 400 gulden wegens
een koopbrief. Abel Nannens treedt op namens Boele Meursinge. Hij is
rechthebbende van Otto Meursinge en als cessiehouder van de moeie de naaste tot
Willem Meursinge, op het schip van de heer admiraal Opdam mede gesprongen en
overleden. Hij wil wel met de eisers overleggen, maar nog niet meteen betalen.[48]
Tr.
Partner is N.N. Huising, geb. circa 1610, dr. van N.N. Huising.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
IVb Otto Meursing, geb. circa 1610
te Eext,
begr. op 13-11-1665
te Anloo,
zn. van Otto
Meursing (zie IIIa) en Jantje N.N.
Kinderen: Boele, Jan, Warmolt, Otto, en een onbekende
dochter, overleden 1665 te Eext.
Tr. kerk voor
1645.
Echtgenote is Jantje Jans Meijering, geb. circa 1625 te Eext,
overl. na 1703,
dr. van Jan Geerts Meijering en Wemmula Aling.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Boele Meursing, geb. circa
1645 te Eext
(zie Va). |
2. |
m |
|
3. |
m |
|
4. |
m |
Otto Meursing, geb. circa 1645
te Eext. |
5. |
v |
N.N. Meursing, geb. circa 1660
te Eext,
begr. op 15-11-1665
te Anloo. |
IVc Willem Meursing, geb. circa 1615,
zn. van Roelof
Meursing (zie IIIb) en Jantje Sloots?
Willem Meursing vertrekt in 1628 naar Groningen. Bij een
feest was een vechtpartij ontstaan waarbij iemand om het leven was gekomen. Na
afloop wordt Willem Meursing beschuldigd dez "nederlaech" begaan te
hebben. Hij is toen vertrokken naar de herberg de Roode Haan aan het
Winschoterdiep.
Hij was tapper en pachter van het tolhek te Roodehaan.
Willem verhuist in 1627 van Eext naar het Groningerland,
waar hij onderdak krijgt in de "Rode Haan" en het beroep van zijn
vader gaat voortzetten en als "weert in die Rode Haene" op te treden.
Willem Meursinge als volmacht van zijn vader Roelof
Meursinge is op 9-10-1637 eiser tegen Cornelijs Middelsten en Toenis
Middelsten, absent. Het betreft panding van honderd daalder en twee
rijksdaalder wegens een koop van een huis op 1-8-1630. De eiser krijgt gelijk
wegens absentie van de verweerders.[49]
Op 18-3-1642 (Springding van Selwerd) wordt hij genoemd:
Willem Meursinck, uit Drenthe, gehuwd aan Gese, de dochter van Jantje Sickens.
Op 11-10-1656 besloten burgemeesters en raad van Groningen
het tolhuis bij de Rode Haan te verpachten aan Willem Meursinck.
Op 26-1-1661 besluit het bestuur van de stad Groningen aan
de weduwe van Willem Meursing 200 carolus gulden achterstallige
"tollheckspachtpenningen" te remitteren (kwijt te schelden) omdat
door de aanleg van de trekvaart de inkomsten waren verminderd.
Op 8-11-1665 of 1675 wordt na het overlijden van Geesje
Sickens de Rode Haan, gelegen op eigen grond te Engelbert groot 1 gras, alsmede
de "voorde liggende over het Schuitendiep", publiek verkocht aan de
schulte Siabbe Meursing voor f2600. Maar toen hij dat niet kon betalen werd het
op 26-3-1677 opnieuw verkocht, nu aan Jan Harmens in "de Karper" voor
f2100.
Beschrijving over Eppe Bonnekes en huisvr. schuire en
huisinge op Foxholl, van 24-9-1652 tot 5-11-1652. o.a. De post: Willem
Meursinck laet antekenen 50 dall: volgens obligati. met noch 12 daler en dit
lopende jaer rente.[50]
Op 10-6-1661 wordt Brunne Sickens als sibbe voogd
aengezworen over de kinderen van wijlen Willem Meursing bij Geessien Meursing
zijn huisvrouw verwekt.[51] Op
20-6-1661 wordt Bronne Roelefs angezworen als vreemde voogd over de kinderen
van wijlen Willem Meursing kinderen bij Geesien Sickens geprocreert.[52]
Op 21-4-1668 wordt Henrick Roeringe "in gevolge
condemnatoire sententie van dien in deses in plaetse van wijlen Jan Meursingh
als voormundt aengeswooren over Willem Meursinghe kindt bij Gesien
geprocreert".[53]
Er zijn een paar boedelinventarissen bewaard gebleven van
dit gezin:
Warmelt Meursinge (fragment) circa 1662 en jaar ca. 1663 -
Jan Meursink te Sappemeer (?).[54]
Tr. kerk circa
1640.
Echtgenote is Geesje Sickens, geb. circa 1620, dr. van Sicko Bronnens, kastelein te Roodehaan, en
Jantje Siabbes.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Roelof Meursing, geb. circa 1640,
overl. voor
1685. |
2. |
m |
Warmolt Meursing, geb. circa
1640 (zie Vb). |
3. |
m |
Jan Meursing, geb. circa 1640,
overl. 1-1667
te Kolham. |
4. |
m |
Sicke Meursing, geb. circa 1645 (zie Vc). |
5. |
m |
Siabbe Meursing,
ged. op 13-5-1655
te Engelbert. |
IVd Albert Meursing, landbouwer en
herbergier, geb. circa 1620 te Eext, overl. op 7-3-1691
te Eext,
zn. van Roelof
Meursing (zie IIIb) en Jantje
Sloots?
In 1650 zijn Jan Meijering te Eext met zijn zwagers Harmen
Meursing, Albert Meursing en Willem Meursing eisers tegen Barelt Julsing en Jan
Homan te Eext. Het betreft een geschil over het gebruik van een stuk land.[55]
Op 22-5-1660 is er een rechtszaak van Albert Meursing,
namens zijn vrouw Aaltje Meijering tegens Jan en Jacob Meijering, zijn zwagers
inzake de erfenis van olde Jan Meijering, van wie Aaltje Meijering een
kindsdeel heeft geërfd.[56]
Kinderen: Jan Meursing en Warmoltje Meursing.
Tr. kerk voor
1641.
Echtgenote is Aaltje Meijering, geb. voor 1610 te Eext,
overl. op 24-1-1690
te Eext,
dr. van Olde
Jan
Meijering.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Jan
Meursing, geb. circa
1638 te Eext
(zie Vd). |
2. |
v |
Warmeltje (Willemtien)
Meursing,
geb. circa
1640 te Eext. |
IVe Jan Meursing, overl. voor 1641,
zn. van Roelof Meursing (zie IIIb)
en Jantje Sloots?
Kind:
Va Boele Meursing, geb. circa 1645
te Eext,
overl. op 22-5-1701
te Eext,
zn. van Otto Meursing (zie IVb)
en Jantje
Jans
Meijering.
Dr. Steenbargen als volmacht van Wessel Huising voor zich
nevens Berent Huisinge en Geert Huisinge nomine uxorum zijn op 4-6-1694 eisers
tegen Boele Meursinge te Eext. De eiser wil betaling van 400 gulden wegens een
koopbrief. Abel Nannens ageert namens Boele Meursinge. Hij is rechthebbende van
Otto Meursinge en als cessiehouder van de moeie de naaste tot Willem Meursinge,
op het schip van de heer admiraal Opdam mede gesprongen en overleden. Hij wil
wel met de eisers overleggen, maar nog niet meteen betalen.[58]
Boele Meursing wordt in de haardstedenregisters van Eext
genoemd met een vol erf in 1691, 1692 en 1693.
Tr.
Partner is Frerikje Harms Sloots, geb. circa 1645 te Gieten,
overl. na 1687
te Eext,
dr. van Harm Sloots en Jantien N.N.
Uit dit huwelijk:
1. |
v |
Hindrikje
Meursing,
geb. circa
1670 te Eext,
overl. na
1718 te Eext. |
2. |
v |
Jantje Meursing, geb. circa 1670 te Eext,
overl. voor
1718 te Gieten. |
3. |
v |
Lammigje Boelens
Meursing,
geb. voor
1674 te Eext. |
4. |
v |
Jantje Meursing, geb. circa 1675 te Eext,
overl. circa
1718. |
5. |
v |
Willemtje
Meursing,
geb. te Eext,
ged. op 26-12-1677
te Anloo,
overl. na
1700. |
6. |
m |
Bartelt Meursing, geb. te Eext, ged. op 28-9-1679
te Anloo,
overl. op 2-3-1685
te Eext. |
7. |
m |
Otto Meursing, geb. te Eext, ged. op 1-1-1682
te Anloo,
overl. op 9-6-1684
te Eext. |
8. |
v |
Jacobje Meursing, ged. op 2-8-1685 te Anloo,
overl. op 24-2-1686
te Anloo. |
9. |
m |
Otto
Boeles Meursing, geb. te Eext (zie VIa). |
Vb Warmolt Meursing, geb. circa 1640,
overl. 1666
te Sappemeer,
zn. van Willem Meursing (zie IVc)
en Geesje Sickens.
Kind:
1. |
v |
Jantje Meursing, ged. op 3-3-1665 te Sappemeer. |
Vc Sicke Meursing, geb. circa 1645,
overl. op 1-5-1680
te Kropswolde,
zn. van Willem Meursing (zie IVc)
en Geesje Sickens.
SP 264 Deel I, blz. 306 lening
Leners:Sicco Meursing x Aaltje Hendriks te Foxham
Uitleners:Jan Jans Coster
Bedrag:3618 Plaats:Groningen Datum:22-11-1679
Bijzonderheden:pacht voor het tolhek te Foxham voor drie
jaar; borg is broer Sjabbe Meursing. Zij stellen als onderpand huis, hof etc te
Annerveen, mandelig met Albert Meursing, meyerswijs door Willem Jansen
gebruikt.
SP 264 Deel II, blz. 50 verkoop
Verkopers:Sicco Meursing x Aaltien Hendriks te Foxham en
Siabbe Meursing, zijn broer
Kopers:Jan Jans Koster x vrouw
Object:plaats te Annerveen, mandelig met Albert Meursing,
tegenwoordig door Willem Jansen meyerswijs bewoond
Bedrag:450 Plaats:Groningen Datum:22-11-1679
Bijzonderheden:overgedragen aan Jan Jans Koster in verband
met niet nakomen van financiële verplichtingen, waarvoor zij door Jan Jans
Koster gevangen gezet zijn. Daadwerkelijk overgeleverd aan Jan Koster op
25-4-1682 door Aaltien Hendriks, wed. Sicco Meursing.
Otr. op 22-10-1671
te Engelbert.
Echtgenote is Aaltje Hindriks, geb. voor 1650 te Sappemeer?
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
|
2. |
v |
|
3. |
m |
|
4. |
v |
|
5. |
m |
Vd Jan Meursing, geb. circa 1638
te Eext,
zn. van Albert Meursing (zie IVd)
en Aaltje Meijering.
Uit het protocol van een zitting van de Landdag van
Ridderschap en eigenerfden van 3-3-1659 blijkt, dat Jan Meursing, zoon van
Albert Meursing de Oude en Aeltje Meyering, in moeilijkheden is geraakt. Op
deze landdag werd beslist over het verzoekschrift, door Albert Meursing
ingediend, om de verbanning van zijn zoon Jan Meursing ongedaan te maken. Deze
straf was uitgesproken, omdat in 1656 bij een "rixa" (algemene
vechtpartij) Jan Luitiens was omgekomen, waarop zijn zoon beschuldigd werd, dit
ongeluk te hebben veroorzaakt. Albert Meursing nu stelt in zijn request,
"dat bij die vechtpartij Jan Luitiens was int deel gevallen en aan de hand
verwondt, hoewel onseecker door wat occasie vermits het in rixa is
voorgevallen. Jan Luitiens had daarop zijn hand niet wel in acht genomen en is
daeghs daarna gestorven: Jan Meursing werd toen goenoodsaeckt sich buyten Lands
te begeven hoewel de Doctoren en Chirurgiens rondelick hebben verclaert, dat de
wondinge niet dootlick is geweest, versoekende oversulx dat daarop behoorlick
moge worden gelettet ende gedisponeert dat het tot behoudenisse van sijn soon
moge comen te strecken, om also wederomme te mogen intomen ende aff te maecken
´t geene hij met sijn onverstandicheit ende dertelheit mochta hebben
gesondigt ofte misdaen. Besloten is nu, dat des supplianys soon Jan Meursinge
wederomme binnen Landes sal mogen comen ende frequenteren, bloed te soenen,
terwijl, vermits dat hij gehouden sal wesen het wanneer de suppliant en de
vrunden van de doode tot de soeninge niet en willen verstaan, de Heere Drost
mits desen te autoriseren, met assumptie van eenige uyt den Atstoel, de
soeninge uijt te streken.".
Zegel
Meursing[63]
Tr.
Partner is Aaltje Siabbes, geb. circa 1640, dr. van Jan
Sjabbes en Albertje N.N.
Mogelijk een dochter van Jan Siabbes.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Albert Meursing,
geb. circa
1660 te Sappemeer
(zie VIb). |
2. |
m |
|
3. |
m |
VIa Otto Boeles Meursing,
geb. te Eext,
ged. op 7-8-1687
te Anloo,
overl. na 1734
te Eext,
zn. van Boele Meursing (zie Va) en Frerikje Harms Sloots.
Tr. kerk 1713
te Anloo.
Echtgenote is Wennigje Tebinge, geb. te Anloo, ged. op 30-11-1690
te Anloo,
overl. na 1759
te Eext,
dr. van Jan Tebinge en Aaltje Coops.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Boele Meursing,
geb. circa
1713 (zie VIIa). |
2. |
m |
Luichje Tebing Meursing, geb. te Eext, ged. op 22-7-1714
te Anloo. |
3. |
v |
Frerikje Meursing, geb. te Eext, ged. op 29-1-1719
te Anloo. |
4. |
m |
Jan Meursing,
geb. te Eext
(zie VIIb). |
5. |
m |
Bartelt Meursing, geb. te Eext, ged. op 4-2-1725
te Anloo,
overl. voor
1731. |
6. |
v |
Jacobje Ottens Meursing, geb. te Eext, ged. op 25-5-1727
te Anloo. |
7. |
m |
Bartelt Meursing, geb. te Eext, ged. op 18-2-1731
te Anloo,
overl. voor
1734. |
8. |
m |
Bartelt Meursing, geb. te Eext, ged. op 16-5-1734
te Anloo
(get.: Aaltje
Elting). |
VIb Albert Meursing, geb. circa 1660
te Sappemeer,
overl. op 15-2-1722
te Eext,
zn. van Jan Meursing (zie Vd) en Aaltje Siabbes.
Hindrik Jans en Jacobje Meursing van Annen lenen op
26-12-1753 100 gulden van de weduwe Albert Meursing van Eext.[65] Onder deze akte: "Wij ondergeschrevenen bekennen van onse
broeder Pieter Meursing. En transporteren deze in volle eigendom aan hem
over." Ondertekening door Bronne Meursing en Jannes Meursing, d.d.
18-11-1765.
Tr. kerk circa
1690.
Echtgenote is Margje
Hindriks Baving, geb. circa 1670, dr. van Hindrik Baving en Grietje N.N.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Jan Meursing,
geb. te Eext
(zie VIIc). |
2. |
v |
Grietje Meursing, geb. te Eext, ged. op 8-10-1693
te Anloo. |
3. |
m |
Albert Meursing,
geb. te Eext
(zie VIId). |
4. |
m |
Hindrik Meursing,
geb. te Eext
(zie VIIe). |
5. |
m |
Bronne Meursing,
geb. te Eext
(zie VIIf). |
6. |
m |
Jannes Meursing,
geb. te Eext
(zie VIIg). |
7. |
m |
|
8. |
m |
Lucas Meursing, herbergier, boer, geb. circa 1706
te Eext,
overl. -11-1774
te Rolde. |
9. |
v |
Aaltje Meursing, geb. circa 1710 te Eext. |
10. |
m |
VIIa Boele Meursing, geb. circa 1713,
zn. van Otto Boeles Meursing (zie VIa) en Wennigje Tebinge.
SP 266 Deel 6 Folio 354
Ouders:Roelofje Jansen van Gieten
Kinderen:Frerickje Meursing
h.m.:Jan Geerts van Bonnen
m.m.:Casper Caspers van Bonnerveen; Roelof Geerts van
Bonnerveen; Willem Roelofs van Gieten
Bijzonderheden
Frerickje is het "voorkind" van Roelofje
SP 264 Deel 6 folio 153 : broers Boele Meursing en Jan
Meursing van Eext lenen van Tonnis Jans Braams x Marchje Meursing van Eext 800
gulden op 6-5-1778.
Kind:
VIIb Jan Meursing, geb. te Eext,
ged. op 4-3-1722
te Anloo,
overl. na 1810
te Anloo,
zn. van Otto Boeles Meursing (zie VIa) en Wennigje Tebinge.
Boele Meursing; Jan Meursing gehuwd met Harmtje Jobing
lenen 1000 gulden van Hindrik Meijers gehuwd met Cornelisje Alberts van Eext op
1-5-1755.[67]
In 1778 lenen de broers Boele Meursing en Jan Meursing van
Eextg 800 gulden van Tonnis Jans Braams en zijn vrouw Marchje Meursing.[68]
Boele Meursing en Jan Meursing worden in het
haardstedenregister van Eext genoemd in 1784 met een vol erf.
Boerderij
Jan Meursing[69]
Tr. kerk op 10-11-1754
te Anloo.
Echtgenote is Harmtje Jobing, geb. te Eext, ged. op 24-11-1726
te Anloo,
overl. 1810
te Eext,
dr. van Jacob Jobing en Roelofje Alberts.
Uit dit huwelijk:
1. |
v |
Wennigje Jans Meursing, geb. te Eext, ged. op 5-10-1755
te Anloo
(get.: Annegje
Harms, hv. van Hindrik Meijering van Eext), overl. op 17-3-1807
te Anloo. |
2. |
m |
Jacob Meursing,
geb. te Eext
(zie VIIIa). |
VIIc Jan Meursing, brouwer te Eext,
geb. te Eext,
ged. op 21-2-1692
te Anloo,
overl. voor
1737, zn. van Albert Meursing (zie VIb) en Margje Hindriks Baving.
Op 28-1-1729 worden er mombers benoemd over de kinderen van
Jan Meursing en Anna Catharina van Buinen. De kinderen zijn Trijntje Meursing
en Grietje Meursing. De hoofdmomber is Hindrik Dilling (moederszijde), de mede
mombers zijn Jacob Jobing (moederszijde); Albert Meursing en Jan Jansen (beide
van vaderszijde).[70]
Nieuwe mombers over de twee minderjarige kinderen van Jan
en Catharina zijn op 13-4-1740: Albert Meursing, mulder te Eext i.p.v. Hendrik
Dilling van Drouwen en Bronne Meursing i.p.v. wijlen zijn vader Albert
Meursing.[71]
Op 21-4-1737 betaald de weduwe van Jan Meursinge voor een
begrafenis.
Op 6-4-1746 zijn de mombers over Albertje, dochter van
wijlen Jan Meursing en Jantje Roelofs: Albert Meursing en Bronne Meursing van
vaderszijde en Jan Roelofs van Schipborg en Jan Hindriks van Anloo van
moederszijde. Jantje hertrouwt met Geert Jans van Rolde.[72]
Otr. (1) op 5-7-1716
te Anloo,
tr. kerk op 11-8-1716
te Groningen.
Echtgenote is Anna
Catharina van Buinen.
Tr. kerk (2) op 14-11-1728
te Anloo.
Echtgenote is Jantje
Roelofs Smeenge, geb. te Schipborg,
ged. -11-1709
te Anloo,
dr. van Roelof Willems Smeenge en Wibbigje Jans.
Uit het eerste huwelijk:
1. |
v |
Trijntje Meursing, geb. te Eext, ged. op 6-7-1718
te Anloo. |
2. |
v |
Grietje Meursing, geb. te Eext, ged. op 21-12-1721
te Anloo. |
Uit het tweede huwelijk:
3. |
m |
Albert Meursing, geb. te Eext, ged. op 3-12-1730
te Anloo,
overl. voor
1737. |
4. |
v |
Albertje Meursing, geb. te Eext, ged. op 9-10-1735
te Anloo
(get.: Jantje
Tebinge). |
VIId Albert Meursing, brouwer,
schatbeurder en ouderling te Eext, geb. te Eext, ged. op 6-11-1695
te Anloo,
overl. voor
1742, zn. van Albert Meursing (zie VIb) en Margje Hindriks Baving.
In de haardstedenregisters van 1742 wordt te Eext genoemd:
"Albert Meursinge wed. veeltijds 3 peerden brouwerije"
Glasruitje
Albert Meursing[74]
Tr. kerk op 17-5-1733
te Anloo.
Echtgenote is Jantje Hebeling, geb. te Eext, ged. op 8-2-1705
te Anloo,
dr. van Harm Uddinge Hebeling en Jantje Pieters Hoving.
Uit dit huwelijk:
1. |
v |
Margje Alberts Meursing, geb. te Eext, ged. op 14-3-1734
te Anloo
(get.: Albertje
Roelofs, hv. van Jan Freriks Homan), overl. op 25-4-1812
te Eext. Handtekening Tonnis Braams[77] |
VIIe Hindrik Meursing, kapitein-luitenant
der infanterie, geb. te Eext, ged. op 21-11-1697
te Anloo,
overl. 1766
te Meppel,
zn. van Albert Meursing (zie VIb) en Margje Hindriks Baving.
Tr. kerk op 15-12-1729
te Zutphen.
Echtgenote is Theodora
Maria van Walcheren, geb. op 23-3-1704
te Woudrichem,
dr. van Isaac Van Walcheren en Geertruida van Oversteeg.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Albert Hendriks Meursing,
geb. te Eext
(zie VIIIb). |
2. |
v |
VIIf Bronne Meursing, brouwer te
Eext, landdagscomparant in 1750, 1755, 1759, 1763,1769, geb. te Eext,
ged. op 4-8-1700
te Anloo,
zn. van Albert Meursing (zie VIb) en Margje Hindriks Baving.
Tr. kerk op 31-10-1734
te Anloo.
Echtgenote is Aaltje Alting, geb. te Elp, ged. op 6-5-1703
te Westerbork,
dr. van Hindrik Alting, ette Beilen, en Idegien Times Dilling.
Lidmaat te Westerbork op 12-1721.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Albert Bronnes Meursing,
geb. te Eext
(zie VIIIc). |
2. |
m |
Hendrikus Meursing, geb. te Eext, ged. op 25-11-1736
te Anloo. |
3. |
v |
Hendrika Meursing, geb. te Eext, ged. op 22-9-1737
te Anloo. |
4. |
v |
Margje Meursing, geb. te Eext, ged. op 31-7-1740
te Anloo
(get.: Jantje
Hebeling), begr. op 30-4-1799 te Smilde. |
5. |
v |
Ida Meursing, geb. te Eext, ged. op 20-9-1745
te Anloo
(get.: Trijntje
Meursing). |
VIIg Jannes Meursing, bierbrouwer,
geb. te Eext,
ged. op 25-2-1703
te Anloo,
begr. op 16-4-1793
te Meppel,
zn. van Albert Meursing (zie VIb) en Margje Hindriks Baving.
Otr. op 8-10-1735
te Anloo,
tr. kerk 1735
te Meppel.
Echtgenote is Elisabeth van der Wolde, ged. op 10-9-1713 te Meppel,
overl. op 10-2-1789
te Meppel,
dr. van Remmelt Hendriks van der Wolde en Lutgertje Dilling.
Uit dit huwelijk:
1. |
v |
|
2. |
m |
|
3. |
m |
|
4. |
v |
Marchien Chatarina Meursing, ged. op 11-3-1745 te Meppel,
overl. op 21-4-1787
te Meppel. |
5. |
v |
|
6. |
m |
Albert Meursing,
ged. op 16-3-1755
te Meppel
(zie VIIId). |
VIIIa Jacob Meursing, geb. te
Eext,
ged. op 6-2-1757
te Anloo
(get.: Hindrikje
Udding, de volle nicht van de moeder van het kind), overl. te Eext,
begr. op 4-8-1795
te Anloo,
zn. van Jan Meursing (zie VIIb) en Harmtje Jobing.
Jacob Meursing en Aaltje Homan krijgen zes kinderen te
Eext: Jan, Jacobje, Otto, Harmtje, Roelofje en Jacob.
Otr. op 23-9-1781
te Anloo.
Echtgenote is Aaltje Homan, geb. te Eext, ged. op 18-7-1756
te Anloo
(get.: Lammigje
Julsing, halfzuster van de moeder), overl. op 31-3-1824 te Eext,
dr. van Otto Barelts Homan en Jacobje Jacobs Meijering.
Op 24-11-1778 verzoekt Aaltje Homan, minderjarige dochter
van wijlen Otto Homan aan de Etstoel om meerderjarig verklaart te worden. Zij
is dan 23 jaar oud.[78]
Aaltje Homan wordt genoemd in 1797/1798 te Eext als weduwe
en boerin met 6 kinderen.[79]
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Jan Meursing,
geb. op 24-8-1782
te Eext
(zie IXa). |
2. |
v |
Jacobje Jacobs Meursing, geb. te Eext, ged. op 23-5-1784
te Anloo,
overl. op 26-5-1828
te Rolde. |
3. |
m |
Otto Meursing,
geb. te Eext
(zie IXb). |
4. |
v |
Harmtje Meursing, geb. te Eext, ged. op 19-4-1789
te Anloo,
overl. op 29-7-1847
te Eext. |
5. |
v |
Roelfje Meursing, geb. te Eext, ged. op 10-6-1792
te Anloo,
overl. op 15-2-1848
te Taarlo. |
6. |
m |
Jacob Meursing,
geb. op 18-8-1795
te Eext
(zie IXc). |
VIIIb Albert Hendriks Meursing,
geb. te Eext,
ged. op 1-1-1731
te Anloo,
begr. op 2-7-1796
te Zwolle,
zn. van Hindrik Meursing (zie VIIe) en Theodora Maria van Walcheren.
Tr. kerk op 12-7-1761
te Havelte.
Echtgenote is Luytje
Jans Nijentap, overl. te Broekhuizen,
begr. op 13-4-1804
te Ruinerwold.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Albertus Meursing, apotheker te Meppel,
ged. op 19-11-1762
te Havelte,
overl. op 19-12-1835
te Nijeveen. |
VIIIc Albert Bronnes Meursing,
boer,
brouwer, landmeter, schatbeurder, rentmeester der Domeinen, geb.
te Eext,
ged. op 10-5-1735
te Anloo
(get.: Aaltje
Meursing), overl. op 8-3-1820 te Eext, zn. van Bronne
Meursing (zie VIIf)
en Aaltje Alting.
OSA 1383 Eext: huisnr. 236, rentmeester, landmeter, boer,
geh, 5k.
SP 264 deel 7 folio 325 lening van 1000 gulden door A.
Meursing en vrouw van Tonnis Braams van Eext dd. 11-10-1805.
Tr. kerk op 30-11-1786
te Anloo.
Echtgenote is Grietje van Veen, geb. op 1-4-1759 te Diever,
overl. op 29-6-1837
te Eext,
dr. van Jan Hendriks van Veen en Aaltje Jans Hessels.
Uit dit huwelijk:
VIIId Albert Meursing, ged.
op 16-3-1755
te Meppel,
overl. op 18-5-1840
te Meppel,
zn. van Jannes Meursing (zie VIIg) en Elisabeth van der Wolde.
Tr. kerk op 29-7-1778
te Ruinerwold.
Echtgenote is Roelofje van de Hogt, ged. op 8-9-1756 te Ruinerwold,
dr. van Coop Coops en Aaltje Jacobs.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
Johannes Meursinge,
ged. op 30-5-1779
te Meppel
(zie IXd). |
IXa Jan Meursing, gemeenteontvanger,
landbouwer, geb. op 24-8-1782 te Eext, ged. op 1-9-1782
te Anloo,
overl. op 4-3-1856
te Westdorp,
zn. van Jacob Meursing (zie VIIIa) en Aaltje Homan.
OSA 1383 Eext: huisnr. 195.
Tr. (1) op 23-11-1815
te Borger.
Echtgenote is Roelofje Heling, geb. te Buinen, ged. op 4-11-1787
te Borger,
overl. op 28-2-1817
te Borger,
dr. van Albert Heling en Lammigje Cruisen.
Tr. (2) op 16-5-1822
te Borger.
Echtgenote is Jantje Dilling, geb. te Bronneger, ged. op 22-4-1792
te Borger,
overl. op 1-8-1835
te Buinen,
dr. van Arent Hindriks Dilling, landbouwer, en Annigje Jans Heling.
Uit het eerste huwelijk:
IXb Otto Meursing, geb. te Eext,
ged. op 25-3-1787
te Anloo,
overl. op 27-6-1869
te Eext,
zn. van Jacob Meursing (zie VIIIa) en Aaltje Homan.
Tr. op 7-5-1827
te Anloo.
Echtgenote is Geesje Roelfsema, geb. te Ter Aart, ged. op 6-4-1788
te Vries,
overl. op 10-3-1858
te Eext,
dr. van Roelof Jans Roelfsema en Grietje Jans Smeenge.
Uit dit huwelijk:
IXc Jacob Meursing, landbouwer,
geb. op 18-8-1795
te Eext,
ged. op 23-8-1795
te Anloo,
overl. op 1-5-1845
te Gasteren,
zn. van Jacob Meursing (zie VIIIa) en Aaltje Homan.
Tr. (1) op 6-5-1826
te Anloo.
Echtgenote is Roelofje
Geerts Cremers, ged. op 11-12-1803
te Gasselte,
overl. op 31-7-1838
te Anloo,
dr. van Geert Roelofs Kremer en Hadewijk Haijens.
Tr. (2) op 22-7-1839
te Anloo.
Echtgenote is Roelfien Thies, geb. op 19-11-1816 te Gasteren,
overl. op 5-6-1896
te Gasteren,
dr. van Thie Jans Thies en Aaltje Popken.
Uit het eerste huwelijk:
1. |
v |
Aaltje Meursing, geb. op 25-7-1826 te Eext,
overl. op 24-12-1856
te Gasteren. |
2. |
m |
Geert Meursing,
geb. op 5-2-1831
te Anloo
(zie Xa). |
3. |
m |
Jacob Meursing,
geb. op 2-2-1834
te Anloo
(zie Xb). |
Uit het tweede huwelijk:
4. |
m |
Jan Meursing,
geb. op 26-8-1843
te Gasteren
(zie Xc). |
5. |
m |
Thie Meursing,
geb. op 11-5-1845
te Gasteren
(zie Xd). |
IXd Johannes Meursinge,
ged. op 30-5-1779
te Meppel,
zn. van Albert Meursing (zie VIIId) en Roelofje
van de Hogt.
Tr.
Partner is Johanna Dannenberg.
Uit dit huwelijk:
Xa Geert Meursing, landbouwer,
geb. op 5-2-1831
te Anloo,
overl. op 7-12-1867
te Gieten,
zn. van Jacob Meursing (zie IXc) en Roelofje Geerts Cremers.
Tr. op 12-5-1859
te Gieten.
Echtgenote is Hendrikje Hogenesch, geb. op 23-1-1825 te Gieten,
overl. op 17-4-1884
te Bonnen,
dr. van Hendrik Hendriks Hogenesch, landbouwer, en Harmtien Harms Hamming.
Uit dit huwelijk:
1. |
m |
N.N. Meursing, geb. op 16-2-1860 te Bonnen,
overl. op 16-2-1860
te Bonnen. |
2. |
m |
Jacob Meursing,
geb. op 30-8-1862
te Gieten
(zie XI). |
Xb Jacob Meursing, landbouwer,
geb. op 2-2-1834
te Anloo,
zn. van Jacob Meursing (zie IXc) en Roelofje Geerts Cremers.
Tr. op 3-1-1867
te Scheemda.
Echtgenote is Grietje Pathuis, geb. op 25-5-1832 te Meeden,
overl. op 28-10-1899
te Stadskanaal,
dr. van Albert Okkes Pathuis en Fokkien Jans Butters.
Uit dit huwelijk:
Xc Jan Meursing, landbouwer,
geb. op 26-8-1843
te Gasteren,
overl. op 21-9-1904
te Gasteren,
zn. van Jacob Meursing (zie IXc) en Roelfien Thies.
Tr. op 6-5-1865
te Anloo.
Echtgenote is Pietertien Meijering, geb. op 18-9-1834 te Anloo,
overl. op 15-12-1879
te Anloo,
dr. van Otte Meijering, landbouwer, en Alegonda Lunshof.
Uit dit huwelijk:
Xd Thie Meursing, landbouwer,
geb. op 11-5-1845
te Gasteren,
overl. op 4-6-1936
te Anloo,
zn. van Jacob Meursing (zie IXc) en Roelfien Thies.
Tr. op 12-4-1877
te Anloo.
Echtgenote is Hinderkien Meijering, geb. op 14-1-1851 te Annen,
overl. op 19-12-1926
te Anloo,
dr. van Albert Meijering, koopman, landbouwer, en Hindrikje Houwing.
Uit dit huwelijk:
XI Jacob Meursing, landbouwer,
geb. op 30-8-1862
te Gieten,
overl. op 15-2-1952
te Gieten,
zn. van Geert Meursing (zie Xa) en Hendrikje Hogenesch.
Tr. op 7-5-1886
te Gieten.
Echtgenote is Lammechien Engelsman, geb. op 16-3-1866 te Gieten,
dr. van Jan Ottens Engelsman, bakker, en Suzanna Zwiers.
Uit dit huwelijk:
[1] Goorspraken 1572-1577 pg. 85 d.d. 15-4-1573
[2] Goorspraken 1572-1577 pg. 108 d.d. 15-3-1574
[3] Goorspraken 1572-1577 pg. 281 d.d. 19-3-1576
[4] Archief Mensinge
[5] Goorspraken 1577-1579 pg. 50 d.d. 5-8-1578
[6] Goorspraken 1583-1589 pg. 85 d.d. 17-7-1587
[7] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 389 d.d. 4-4-1598
[8] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 441 d.d. 2-9-1601
[9] Etstoel 14 deel 4 folio 31 d.d. 22-4-1616
[10] Etstoel 14 deel 4 folio 60 d.d. 27-9-1616
[11] DTB Groningen d.d. 14-6-1622
[12] Etstoel 14 deel 8 folio 194 d.d. 4-6-1632
[13] Archief Mensinge
[14] Goorspraken 1583-1589 pg. 29 d.d. 19-1-1585
[15] Ordelen van de Etstoel, Joosting pg. 409 d.d. 1599
[16] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 420 d.d. 1600
[17] Ordelen van de Etstoel, Joosting, pg. 431. d.d. 1601
[18] Etstoel 14 deel 6 folio 73 d.d. 9-10-1637
[19] Etstoel 14 deel 6 folio 73 d.d. 9-10-1637
[20] Schultenprotocol 264 deel 1 folio 50 d.d. 11-11-1638
[21] Etstoel 14 deel 12 folio 253 d.d. 15-6-1646
[22] Etstoel 14 deel 13 folio 23 d.d. 16-6-1647
[23] Etstoel 14 deel 15 folio 383 d.d. 19-6-1654
[24] Etstoel 14 deel 19 folio 74 d.d. 12-11-1663
[25] Etstoel 14 deel 1 folio 6 d.d. 26-4-1609
[26] Etstoel 14 deel 1 folio 6 d.d. 26-4-1609
[27] Etstoel 14 deel 1 folio 34v d.d 1-8-1609
[28] Etstoel 14 deel 1 folio 87v d.d. 16-4-1610
[29] Etstoel 14 deel 1 folio 92 d.d. 16-4-1610
[30] Etstoel 14 deel 2 folio 45 d.d. 8-10-1610
[31] Etstoel 14 deel 3 folio 167 d.d. 7-7-1614
[32] Etstoel 14 deel 3 folio 212 d.d. 24-4-1615
[33] Etstoel 14 deel 3 folio 266 d.d. 28-8-1615
[34] Etstoel 14 deel 4 folio 8 d.d. 22-4-1616
[35] Etstoel 14 deel 4 folio 49 d.d. 27-9-1616
[36] Etstoel 14 deel 4 folio 60 d.d. 27-9-1616
[37] Etstoel 14 deel 7 folio 16 d.d. 19-6-1626
[38] Etstoel 14 deel 11 folio 136 d.d. 8-12-1640
[39] Etstoel 14 deel 11 folio 224 d.d. 18-1-1643
[40] Etstoel 14 deel 11 folio 358 d.d. 4-4-1644
[41] Etstoel 14 deel 14 folio 284 d.d. 16-5-1650
[42] Etstoel 14 deel 12 folio 65 d.d. 23-6-1645
[43] Etstoel 14 deel 12 folio 370 d.d. 4-11-1646
[44] Etstoel 14 deel 11 folio 38 d.d. 4-4-1644
[45] Etstoel 14 deel 11 folio 493 d.d. 30-10-1644
[46] Etstoel 14 deel 11 folio 494 d.d. 30-10-1644
[47] Etstoel 14 deel 21 folio 150 d.d. 8-6-1669
[48] Etstoel 14 deel 30 folio 192 d.d. 24-6-1694
[49] Etstoel 14 deel 6 folio 4 d.d. 9-10-1637
[50] GrA RA Selwerd en Sappemeer, inv.no. 137
[51] GrA IIIh d.d. 10-6-1661
[52] GrA IIIh d.d. 20-6-1661
[53] GrA IIIh d.d. 21-4-1668
[54] GrA RA Selwerd en Sappemeer, inv.no. 252, ca. 1662, inv.nr. 253 circa 1663
[55] Etstoel 14 deel 14 folio 284 d.d. 16-5-1650
[56] Etstoel 14 deel 17 folio 285 d.d. 22-5-1660
[57] Schultenprotocol 264 deel 2 folio 192 d.d. 24-11-1690
[58] Etstoel 14 deel 30 folio 192 d.d. 4-6-1694
[59] Etstoel 14 deel 59 folio 98v d.d. 30-11-1774
[60] Schultenprotocol 264 deel 4 folio 215 d.d. 1-5-1725
[61] OSA 1785 pg. 2384 d.d. 11-12-1725
[62] OSA 1785 pg. 1844 d.d. 13-12-1718
[63] Drents Genealogisch Jaarboek 1999, pg. 6
[64] OSA 1785 pg. 4073 d.d. 5-12-1747
[65] Schultenprotocol 264 deel 5 folio 210 d.d. 26-12-1753
[66] OSA 1785 pg. 6486 d.d. 25-1-1780
[67] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 428 d.d. 1-5-1755
[68] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 153 d.d. 6-5-1778
[69] De ´E-s´ van Eext, H.J. Homan
[70] Schultenprotocol 266 deel 2 folio 150 d.d. 28-1-1729
[71] Schultenprotocol 266 deel 3 folio 449 d.d. 15-3-1740
[72] Schultenprotocol 266 deel 5 folio 160 d.d. 6-4-1746
[73] OSA 1383
[74] Drents Genealogisch Jaarboek 1999, pg. 4
[75] Schultenprocotol 264 deel 7 folio 218 d.d. 24-12-1802
[76] OSA 1383
[77] Haardstedenregister 1794
[78] Etstoel 14 deel 61 folio 81 d.d. 24-11-1778
[79] OSA 1383