drent2.gif (4653 bytes)home.gif (4432 bytes)Genealogie ZEGERING

laatste update: 1-10-2017


Voor deze genealogie zijn o.a. de volgende bronnen gebruikt:

Drents Genealogisch Jaarboek 1997,     Genealogie Zegering, J. van Hoorn, R. Sanders, J. Westerhuis


 

 

I Jan Zegering, geb. circa 1600, overl. circa 1675.
Willem Lockinge met zijn vader Lambert Lockinge te Exloo zijn op 23-5-1649 eisers tegen Jan Oostinck te Exloo. Jan zou de eiser uitgescholden hebben ten huize van Jan Zegering voor een huisbrander (brandstichter). De verweerder moet zijn excuses aanbieden voor de predikant en Willem Rosing.[1]

Handtekening Johan Zegering[2]

 

Kind:

1.

 m 

Willem Zegering, geb. circa 1620 te Exloo (zie II).


II Willem Zegering, geb. circa 1620 te Exloo, zn. van Jan Zegering (zie I).
Waarschijnlijk gehuwd met een Huisinge dochter, zie het stuk van de Etstoel bij zijn zoon Jan.
Jacob Bebinge voor hem zelf en als volmacht voor de heer Graaf van Schellart en Albert Mentinge, markegenoten van Exloo zijn op 13-11-1683 eisers tegen Roelof Segeringe en zijn beide broers Jan Segeringe en Harmen Segeringe. De partijen moeten papieren inleveren bij de landschrijver Selbach, waarna de zaak wordt verdaagd naar de volgende lotting.[3] Op 11-11-1684 komt de zaak opnieuw voor de etstoel. De verweerders zouden hooi over de "Busschemaetse waerdielsdijk" vervoerd hebben zoner daartoe gerechtigd te zijn.[4]

Tr.
Partner is N.N. Huising, geb. circa 1620, dr. van N.N. Huising.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Roelof Zegering, geb. circa 1645 te Exloo (zie IIIa).

2.

 m 

Jan Zegering, geb. circa 1650 te Exloo (zie IIIb).

3.

 m 

Harm Zegering, geb. circa 1650 te Exloo.

4.

 v 

Jantien Zegering, geb. circa 1655 te Exloo.
Tr. kerk voor 1682.
Echtgenoot is Jan Oldenschaange, geb. circa 1650 te Benneveld, overl. circa 1720, zn. van Hindrik Oldenschaange en Jantje Rosing.
Eyse Schreuring te Aalden, mede namens zijn overleden zwagers lenen op 24-7-1710 184 gulden van Jan Olden Schaange en zijn vrouw Jantien te Benneveld.[5]
Jan Oldenschaange is op 31-3-1708 volmacht te Benneveld.


IIIa Roelof Zegering, geb. circa 1645 te Exloo, overl. voor 1687 te Exloo, zn. van Willem Zegering (zie II) en N.N. Huising.
Hij wordt genoemd in het huisgeldregister te Exloo in 1676 met 1.
Willem Hovinge tot Buinen leent op 1-5-1677 400 gulden van Roelof Zegering en Geessien Rosing zijn huisvrouw.[6]
Jacob Bebinge voor hem zelf en als volmacht voor de heer Graaf van Schellart en Albert Mentinge, markegenoten van Exloo is voor de Etstoel op 13-11-1683 eiser tegen Roelof Zegering en zijn beide broers Jan Segeringe en Harmen Segering. De partijen moeten papieren inleveren bij de landschrijver Selbach, waarna de zaak wordt verdaagd naar de volgende lotting.[7] Op 11-11-1684 komt de zaak opnieuw voor, en er wordt een commissie benoemd ter bemiddeling.[8]
In 1687 wordt hij niet meer in de collecte Waldenzers genoemd, hij zal dus voor 1687 overleden zijn.
Arent Dilling en Grietien zijn vrouw lenen op 29-7-1692 200 gulden van Geesien Rosinge, weduwe van Roelof Seegeringe te Exloo.[9]
Jan Zegering van Exloo en Jan Oldenschaenge namens zijn vrouw zijn voor de Etstoel op 24-6-1704 eisers tegen Harm Huising van Exloo. De eisers willen nietig verklaring van een verkoping op. 30-11-1696 door partijen oom Reiner Huysinge van al zijn goederen aan Harm Huising. In de akte wordt ook de weduwe van Roelof Zegering genoemd.[10]

Tr. kerk voor 1677.
Echtgenote is Geesje Rosing, geb. circa 1660, dr. van Harm Rosing.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Willem Zegering, geb. circa 1680 te Odoorn (zie IVa).

2.

 v 

Jantje Zegering, geb. circa 1680 te Odoorn, overl. 1-1719 te Lheebroek.
Tr. kerk op 2-9-1703 te Dwingeloo.
Echtgenoot is Jan Jans Bloemberg, geb. circa 1680 te Lheebroek, overl. 1-1723 te Lheebroek, zn. van Jan Roelofs Bloemberg en Grietje Ottens.
Ook Jan Roelof Bloemberg genoemd.

3.

 v 

Wemeltje Zegering, geb. circa 1683 te Odoorn, overl. op 2-2-1766 te Meppen, begr. op 12-2-1766 te Zweeloo.
Haar naam is af te leiden uit het familiearchief Aringe.[11]
Bij haar overlijden was ze 53 jaar getrouwd, en 83 jaar oud, nalatende 4 kinderen.

Tr. kerk circa 1723 te Odoorn.
Echtgenoot is Meerten Banting, geb. circa 1690 te Aalden, overl. na 1776, zn. van Albert Banting en Hindrikje Nijenhuis.
Meerten Banting wordt genoemd in de haardstedenregisters te Meppen in 1754, 1764 met een vol erf.
Hij wordt in 1708 als volmacht van Meppen genoemd als Meerten Alberts Banting.[12]
Op 12-12-1724 geeft Meerten Banting de erfenis aan van zijn zuster gehuwd geweest met Hindrik Schaange.[13]


IIIb Jan Zegering, geb. circa 1650 te Exloo, zn. van Willem Zegering (zie II) en N.N. Huising.
Hij wordt genoemd bij de collecte Waldensers te Exloo in 1687[14] en 1699.[15] In het haardstedenregister van Exloo wordt hij genoemd met een vol erf in 1691-1694.
Jan Segeringe van Exloo en Jan Oldenschaenge namens zijn vrouw zijn eisers tegen Hermen Huysinge van Exloo. Het betreft een stokstraffing tegen de verkoping van 30-11-1696 door partijen oom Reiner Huysinge van al zijn goederen aan Hermen Huysinge. Ook de weduwe van Roelof Segeringe wordt genoemd in het stuk.[16]
Op 30-5-1710 lenen Roelof Sanders en zijn vrouw Grietje Sanders en zijn voorkinderen 350 gulden van Jan Zegering en Willem Zegering van Exloo en hun erven.[17] Op 1-5-1710 leent Roelof Sanders nogmaals 50 gulden van Jan Zegering en zijn neef Willem Zegering.[18]

Tr.
Partner is Eempje N.N.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Willem Zegering, geb. circa 1695 te Exloo (zie IVb).

2.

 m 

Roelof Zegering, geb. circa 1695 te Exloo (zie IVc).


IVa Willem Zegering, geb. circa 1680 te Odoorn, zn. van Roelof Zegering (zie IIIa) en Geesje Rosing.
Geert Schuttrops, Henderik Schuttrops en Harmen Willems Schuttrops te
Odoorn zijn op 29-11-1740 eisers tegen Reiner Bebinge, Geert Edinge en Roelofjen Mentinge weduwe van Willem Zegering te Exloo. De eisers willen chadevergoeding wegens het vernielen van een slot. De eiser krijgen ongelijk.[19]

Tr.
Partner is Roelofje Menting, geb. circa 1690, dr. van N.N. Menting.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Geesje Zegering, geb. op 4-3-1715 te Exloo, overl. circa 1740 te Exloo.
Op 13-12-1740 geeft Roelofje Menting van Exloo de erfenis van 2000 gulden aan van haar dochter Geesje Zegering. Er is sprake van andere zusters en broers.[20]

2.

 m 

Roelof Zegering, geb. op 17-4-1718 te Exloo (zie Va).

3.

 v 

Henderica Zegering, geb. op 28-7-1721 te Exloo.
Tr. kerk op 29-9-1743 te Zweeloo.
Echtgenoot is Hendericus Oldenhuising, geb. te Benneveld, ged. op 1-5-1715 te Zweeloo, overl. 1782 te Benneveld, zn. van Willem Schaange (Oldenhuising) en Jantje Oldenhuising.
Henricus Oldenhuising woonde gedurende zijn eerste huwelijk te Zweeloo, maar hij ging terug naar Benneveld, vanwaar zijn tweede huwelijk plaatsvond. Hij liet in 1742 een nieuwe kleine boerderij bouwen ´6 gebint en 24 voet weit´8 op de meest zuidelijke kant van het Hovinge (2e) waardeel. Hij was al voor 1748 tot zijn overlijden in 1782 schatbeurder te Zweeloo, doch hij heeft waarschijnlijk weinig levensgeluk gekend gezien het overlijden van zijn vrouw en zijn vijf kinderen.
Na zijn overlijden was de nalatenschap voor meerdere familieleden aanleiding om hiervan aangifte te doen. Op 22-5-1782 hadden Jacob Oldenbandring, voor hem en zwager Roelof Koops aangegeven ´de erfenisse van hun oom Schatbeurder H. Oldenhuising voor enige dagen overleden´. Ook Willem, Roelof en Jannes van Bennveld en Hendrik Marissen van Diphoorn, noi Uxoris, hadden hun aandeel in de erfenis.
Dat blijkt uit een aantekening, uitgeschreven door de schulte op verhuur van het groenland op 28-5-17829. Op 7-6-1782 werd voor Willem, Jacob en Jantien Oldenhuising en mede voor hun broer Jan te Groningen, de erfenis van hun oom tijdens het horen door de schulte genoteerd. Op 28-5-1782 heeft tenslotte Eemtyn, weduwe Roelof Zegering en zuster van Ette Zegering, aangegeven, dat door het overlijden van haar zwager, H. Oldenhuising, nu op haar gedevolvert (= toegevallen) was de erfenis van haar nicht Roelofje Oldenhuising. Deze aangifte werd voor f6400,- afgekocht.
Op 30-8-1782 was de publieke verkoop van de bezittingen van de schatbeurder. Veel land kwam in het bezit van de oomzeggers, maar de weduwe Oldenhuising bleef hier wonen, terwijl zij nog in 1794 2 gld. haardstedengeld betaalde. Zij had in 1799 nog 7 koebeesten, ouder dan twee jaar en 3 jongere beesten12. Zij moet voor 1804 zijn overleden, want dan staat Roelof Oldenhuising in het register vermeld9. Roelof, zijn broers en zwager, elk voor 1/12 deel erfgenaam en medeverkoper in 1782, kochten voor 1003 gld.


IVb Willem Zegering, geb. circa 1695 te Exloo, overl. op 16-3-1775 te Exloo, zn. van Jan Zegering (zie IIIb) en Eempje N.N.
Hij wordt in de haardstedenregisters te Exloo genoemd met een vol erf van 1754 tot 1774.
Op 16-4-1749 lenen Willem en Reinder Schuttrups 100 gulden van Willem Zegering.[21]
Op 10-5-1705 leent Geert Harms te Odoorn 40 gulden van Willem Zegering te Exloo.[22] Ook in latere jaren zijn er nog veel geldlening van Willem Zegering.

Tr. kerk circa 1730 te Odoorn.
Echtgenote is Wemeltje Rosing, geb. circa 1710 te Exloo, overl. voor 1763, dr. van Harm Rosing en Willemtje ten Rodengate.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Eempien Zegering, geb. circa 1730 te Exloo, overl. op 13-3-1780 te Zuidlaren.
Tr. kerk op 25-10-1754 te Zuidlaren.
Echtgenoot is Roelof Tamming, ette Oostermoer 1753-1770; ette Zuidenveld 1770-1786, schatbeurder, geb. op 21-7-1720 te Zuidlaren, overl. op 16-2-1799 te Zuidlaren, zn. van Claas Tamming, ette Oostermoer 1739-1753, en Hindrikje Roelofs Wierding.
Roelof Tamming en zijn vrouw lenen regelmatig grote bedragen.
Roelof Tamming en Eemtje Zegering lenen van heer R. Tiadens 1500 gulden op 10-7-1761. Getuige is Klaas Tamming.[23] Ette Roelof Tamming en huisvrouw van Zuidlaren lenen op 1-6-1773 2800 gulden van heer A.C. Grave van Heiden tot Laarwoud, drost.[24]
Roelof Tamming van Zuidlaren leent 4000 gulden op 22-8-1782 van Focke Gerrits; Geert Willems Kuiper, diaconen van Slochteren 4000 gulden op 22-8-1782[25] en nogmaals 4000 gulden van dezelfden op 10-10-1783.[26] Op 15-5-1783 leent ette Roelof Tamming van Zuidlaren 1100 gulden van dominee Herman Knock van Windeweer.[27]
Ette Roelof Tamming leent 200 gulden van Geert Willems Kuiper en huisvrouw op 4-12-1782.[28]
ette Roelof Tamming van Zuidlaren leent van B. Barlagen 1500 gulden, vanwege afbetaling van leningen aan Roelof Rosing; Jan Carstens; Roelof Jans op 6-2-1782.[29]
Ette Roelof Tamming van Zuidlaren leent van Edsko P. Smid en vrouw van Groningen 500 gulden op 16-10-1783.[30]
Ette Roelof Tamming van Zuidlaren lenen van S.P.A. Grave van Heiden tot Laarwoud, drost 1400 gulden op 2-8-1784.[31] Het bedrag is de helft van 2800 gulden door wijlen de vader van de crediteur A.C. Grave van der Heide aan Roelof Tamming en wijlen zijn huisvrouw Eempje Zegering geleend op 1-6-1773. De andere helft blijft ten laste van landspander W. Carst nom. ux. Hindrikje Tamming als erfgenaam van haar moeder E. Zegering.
Ette Roelof Tamming van Zuidlaren leent van Jacob Jans Strating 200 gulden op 9-12-1784.[32]
Op 25-4-1756 geven de ette R. Tamming en Otto Tamming van Zuidlaren voor zich en cons. de erfenis aan van Marchien Pieters in 1749 te Noordlaren overleden.[33]
Roelof Tamming wordt als keuter en ette genoemd in het haardstedenregister te Zuidlaren van 1774 met daarbij de vermelding: "Roelf Tamming keuter en Ette, welkes schoonsoon Willem Carst bij hem in huis wonende Landspander is". In 1794 wordt de oud ette R. Tammink te Assen genoemd.

2.

 m 

Jan Zegering, geb. circa 1732 te Exloo (zie Vb).

3.

 m 

Harmannus Zegering, geb. op 23-3-1746 te Exloo (zie Vc).


IVc Roelof Zegering, ette Zuidenveld 1732-1772, geb. circa 1695 te Exloo, overl. op 22-6-1772 te Valthe, zn. van Jan Zegering (zie IIIb) en Eempje N.N.
Hij wordt genoemd in het haardstedengeld register te Exloo met een vol erf in 1742, een half erf in 1754, en als keuter in 1764 en 1774. Waarschijnlijk heeft hij zijn boerderij verpacht.
Lambert Hartgers te Exloo is op 21-6-1756 250 gulden schuldig aan Roelof Zegering te Exloo, waarvan 200 gulden voor geleverde ossen in april 1756, en 50 gulden voor landhuur etc.[34] Op 1-5-1757 lenen Lambert Nijemanting te Odoorn en zijn vrouw Jantje Hindriks 100 gulden van Roelof Zegering te Valthe.[35]
Ette Roelof Zegering van Valthe is op 29-11-1757 eiser tegen Aaltien de weduwe van Lauwrens Jacobs en haar zoon Jan Laurents voor zich en zijn kinderen. De eiser wil betaling van 157-17-8 wegens huur. Volgens de verweerder moeten er diverse posten verrekend worden. De eiser krijgt gelijk.[36]
Thijs Bebing en Egbert Sikken als hoofdmomber over Roelof Bebing van Exloo lenen op 1-5-1763 850 van ette Roelof Zegering van Valthe.[37] Op 1-5-1767 leent Willem Schirringe van Noordbarge 150 gulden van ette Roelof Zegering.[38] Ook de jaren daarop zijn leent Roelof Zegering nog diverse malen geld uit.

Tr.
Partner is Aaltje Sijnge, geb. -11-1705 te Valthe, overl. op 25-3-1803 te Valthe, dr. van Hendrik Sijnge en Jantje Rosing.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Jantien Zegering, geb. circa 1724 te Valthe, overl. op 4-4-1755 te Roswinkel.
Tr. kerk circa 1745.
Echtgenoot is Jannes Haasken, ette Zuidenveld 1746-1759; kerkvoogd; volmacht landdag 1757, geb. circa 1719 te Roswinkel, overl. op 10-10-1759 te Roswinkel, zn. van Willem Haasken, ette Zuidenveld 1718-1745, en Jantje Oldenvrijling.

2.

 m 

Jan Zegering, geb. circa 1730 te Valthe (zie Vd).

3.

 v 

Eempien Zegering, geb. circa 1730 te Valthe, overl. op 19-2-1811 te Exloo.
Tr. kerk op 3-11-1753 te Odoorn.
Echtgenoot is
Roelof Zegering (zie Va).

4.

 v 

Henderica Zegering, geb. circa 1732 te Valthe.
Tr. kerk op 30-5-1757 te Borger.
Echtgenoot is Albert Manting, ette Zuidenveld 1768-1776, geb. circa 1732 te Westdorp, overl. 1776, zn. van Hindrik Manting en Annechien Manting.

5.

 m 

Harmannus Zegering, geb. circa 1741 te Valthe (zie Ve).


Va Roelof Zegering, geb. op 17-4-1718 te Exloo, overl. op 18-9-1774 te Exloo, zn. van
Willem Zegering (zie IVa) en Roelofje Menting.
Tr. kerk op 3-11-1753 te Odoorn.
Echtgenote is
Eempien Zegering, geb. circa 1730 te Valthe, overl. op 19-2-1811 te Exloo, dr. van Roelof Zegering (zie IVc) en Aaltje Sijnge.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Roelfien Zegering, geb. op 1-11-1754 te Valthe, overl. op 26-12-1830 te Exloo.
Tr. kerk op 8-11-1786 te Odoorn.
Echtgenoot is
Harmannus Zegering (zie Vc).

2.

 m 

Willem Zegering, geb. op 24-5-1756 te Exloo, overl. op 17-11-1813 te Odoorn.

3.

 m 

Roelof Zegering, geb. op 17-12-1758 te Exloo, overl. op 11-3-1762 te Exloo.

4.

 v 

Aaltien Zegering, geb. op 4-1-1761 te Exloo, overl. op 18-1-1762 te Exloo.

5.

 m 

Roelof Zegering, geb. op 1-1-1763 te Exloo, overl. op 13-4-1838 te Odoorn.

6.

 v 

Henderica Zegering, geb. op 19-3-1765 te Exloo, overl. op 28-12-1794 te Valthe, begr. op 7-1-1795 te Odoorn.
Tr. kerk op 22-10-1790 te Odoorn.
Echtgenoot is
Roelof Zegering (zie VIb).

7.

 v 

Aaltien Zegering, geb. op 19-6-1768 te Exloo, overl. op 30-7-1842 te Valthe, begr. op 1-8-1742 te Odoorn.
Tr. kerk op 25-7-1799 te Odoorn.
Echtgenoot is
Roelof Zegering (zie VIb).

8.

 m 

Roelof Zegering, geb. op 3-11-1774 te Odoorn.


Vb Jan Zegering, geb. circa 1732 te Exloo, overl. op 16-6-1797 te Exloo, zn. van
Willem Zegering (zie IVb) en Wemeltje Rosing.
Jan Zegering wordt met een vol erf te Exloo genoemd in 1784 en 1794. In 1804 wordt zijn weduwe genoemd.
Jan Dijks te Exloo leent op 1-5-1766 100 gulden van Jan Zegering en Harmannus Zegering te Exloo.
[39] Ook later zien we nog diverse geldleningen van de broers Jan en Harmannus Zegering.

Handtekening Jan Zegering[40]


Tr. kerk circa 1770 te Odoorn.
Echtgenote is Zwaantje Rosing, geb. circa 1742 te Exloo, overl. op 13-10-1771 te Exloo, dr. van Jan Hamming Rosing en Hebeltien Seringe.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Willem Zegering, geb. op 13-10-1771 te Exloo (zie VIa).


Vc Harmannus Zegering, geb. op 23-3-1746 te Exloo, overl. op 11-4-1813 te Odoorn, zn. van
Willem Zegering (zie IVb) en Wemeltje Rosing.
Tr. kerk op 8-11-1786 te Odoorn.
Echtgenote is
Roelfien Zegering, geb. op 1-11-1754 te Valthe, overl. op 26-12-1830 te Exloo, dr. van Roelof Zegering (zie Va) en Eempien Zegering.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Wemelina Zegering, geb. op 25-5-1788 te Exloo, ged. op 1-6-1788 te Odoorn, overl. op 24-8-1813 te Odoorn.

2.

 v 

Eempien Zegering, geb. op 1-1-1792 te Exloo, ged. op 6-1-1792 te Odoorn, overl. op 26-6-1857 te Exloo.
Tr. op 19-12-1822 te Odoorn.
Echtgenoot is
Hendericus Zegering (zie VIIb).


Vd Jan Zegering, ette Zuidenveld 1773-1788; schatbeurder, geb. circa 1730 te Valthe, overl. op 4-5-1788 te Valthe, zn. van
Roelof Zegering (zie IVc) en Aaltje Sijnge.
Tr. kerk op 25-6-1754 te Emmen.
Echtgenote is Geesje Sikking, geb. te Zuidbarge, ged. op 23-4-1724 te Emmen, overl. op 9-12-1811 te Valthe, dr. van Jan Sikking en Hindrikje Eving.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Aaltien Zegering, geb. op 30-8-1755 te Exloo, overl. op 3-3-1833 te Exloo.
Tr. kerk op 21-11-1784 te Odoorn.
Echtgenoot is Harmannus Rosing, diaken Odoorn 1779-1784, geb. circa 1752 te Exloo, overl. op 12-5-1793 te Exloo, zn. van Willem Rosing en Jantien Seringe.

2.

 m 

Jan Zikken Zegering, geb. op 19-3-1758 te Exloo, overl. op 20-4-1815 te Odoorn.

3.

 m 

Roelof Zegering, geb. op 1-1-1764 te Valthe (zie VIb).


Ve Harmannus Zegering, geb. circa 1741 te Valthe, overl. op 15-6-1798 te Den Hool, begr. op 22-6-1798 te Sleen, zn. van
Roelof Zegering (zie IVc) en Aaltje Sijnge.
OSA 1383 Erm no. 51; Wemeltien Lamberts, 60, weduwe, 2 kinderen.
Tr. kerk op 30-11-1766 te Sleen.
Echtgenote is Wemeltje Lamberts ten Hool, ged. op 14-9-1738 te Sleen, overl. op 29-3-1823 te Den Hool, dr. van Lambert Pieters ten Hool en Jantien Weggemans.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Lambert Zegering, ged. op 10-4-1768 te Sleen.

2.

  

N.N. Zegering, geb. op 17-4-1769 te Den Hool, overl. op 17-4-1769 te Den Hool.

3.

 v 

Jantje Zegering, ged. op 16-4-1770 te Sleen, overl. op 19-1-1846 te Den Hool.
Tr. kerk circa 1804.
Echtgenoot is Jan Boelken, geb. te Zwinderen, ged. op 19-9-1781 te Oosterhesselen, overl. op 16-8-1843 te Den Hool, zn. van Willem Boelken, ette Zuidenveld 1782-1790, en Everdina Johanna Marissen.

4.

 m 

Roelof Zegering, geb. te Den Hool, ged. op 24-10-1772 te Sleen, overl. op 5-12-1772 te Den Hool.

5.

 v 

Aaltje Zegering, geb. te Den Hool, ged. op 18-1-1779 te Sleen.


VIa Willem Zegering, landbouwer, geb. op 13-10-1771 te Exloo, overl. op 10-4-1845 te Gieten, zn. van
Jan Zegering (zie Vb) en Zwaantje Rosing.
Hij wordt in 1825 genoemd onder de bewoners van Gieten op huis nummer 18. In 1832 staat hij in de kadastrale atlas onder sectie E nummer 397.
Otr. op 11-3-1808 te Gieten, tr. kerk op 11-5-1808 te Odoorn.
Echtgenote is Marchijn Braams, geb. te Gieten, ged. op 9-12-1787 te Gieten, overl. op 16-6-1868 te Gieten, dr. van Jan Braams, schulte van Gieten; herbergier, landbouwer; burgemeester van Gieten, en Hindrikje Ottens.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Zwaantje Willems Zegering, geb. op 15-4-1809 te Exloo, overl. op 10-7-1848 te Eext.
Tr. op 5-10-1832 te Gieten.
Echtgenoot is Hendrik Hendriks Hogenesch, landbouwer, geb. op 21-3-1806 te Gieten, ged. op 30-3-1806 te Gieten, overl. op 9-10-1893 te Anloo, zn. van Hendrik Hendriks Hogenesch, landbouwer, en Harmtien Harms Hamming.

2.

 v 

Henderkien Zegering, geb. op 23-4-1811 te Exloo, overl. op 26-3-1872 te Odoorn.
Tr. op 5-6-1839 te Odoorn.
Echtgenoot is Hendrik Nijenhuis, geb. op 27-2-1812 te Odoorn, overl. op 28-9-1853 te Odoorn, zn. van Harmannus Nijenhuis en Roelofje Lamberts Julsing.

3.

 v 

Jantien Zegering, geb. op 21-2-1814 te Gieten, overl. op 21-11-1896 te Gieten.
Tr. op 22-5-1838 te Gieten.
Echtgenoot is Hindrik Homan Jobing, landbouwer te Gieten, wethouder van Gieten vanaf 1851-1872, geb. op 25-2-1806 te Eext, ged. op 9-3-1806 te Anloo, overl. op 3-6-1882 te Gieten, zn. van Jan Hendriks Jobing, landbouwer, en Jacobje Hindriks Homan.

4.

 m 

Jan Zegering, landbouwer te Gieten, geb. op 18-3-1817 te Gieten, overl. op 10-7-1860 te Gieten.
Tr. op 10-6-1859 te Gieten.
Echtgenote is Geesje Homan, geb. op 28-12-1822 te Smilde, overl. op 9-3-1910 te Gieten, dr. van Bernier Lucas Homan, korenmolenaar, graanhandelaar, landbouwer, en Jantien Niewold.

Geesje Homan

5.

 v 

Wemelina Zegering, geb. op 25-3-1820 te Gieten, overl. op 5-12-1886 te Gieten.

Wemelina zegering


Tr. op 21-10-1857 te Gieten.
Echtgenoot is Bareld Frederikus Homan, landbouwer, geb. op 29-3-1819 te Smilde, overl. op 14-2-1880 te Gieten, zn. van Bernier Lucas Homan, korenmolenaar, graanhandelaar, landbouwer, en Jantien Niewold.
Bij huwelijk wettiging van een kind.

Bareld Frederik Homan



Bareld Frederikus Homan en Wemelina Zegering

6.

 v 

Marchien Zegering, geb. op 14-7-1824 te Gieten, overl. op 10-4-1854 te Gieten.


VIb Roelof Zegering, burgemeester Odoorn; ette Zuidenveld 1789-1790, geb. op 1-1-1764 te Valthe, overl. op 28-9-1828 te Valthe, zn. van
Jan Zegering (zie Vd) en Geesje Sikking.
Op 31 mei 1799 worden Roelof Zegering te Exloo, Harmannus Zegering aan moeders zijde, Jan Sikken Zegering te Valthe en Willem Haasken te Roswinkel als mombers benoemd over Jan en Henricus, kinderen van Roelof Zegering en Henrica Zegering te Valthe. Roelof hertrouwt met Aaltje Zegering te Exloo.
Als verwanten genoemd: Hendrik Evinge van Weerdinge en Jan Sikken van Zuidbarge aan bruidegoms zijde; Meindert Nijenhuis en Harmannus Nijenhuis van Odoorn aan bruidszijde.

Tr. kerk (1) op 22-10-1790 te Odoorn.
Echtgenote is
Henderica Zegering, geb. op 19-3-1765 te Exloo, overl. op 28-12-1794 te Valthe, begr. op 7-1-1795 te Odoorn, dr. van Roelof Zegering (zie Va) en Eempien Zegering.
Tr. kerk (2) op 25-7-1799 te Odoorn.
Echtgenote is
Aaltien Zegering, geb. op 19-6-1768 te Exloo, overl. op 30-7-1842 te Valthe, begr. op 1-8-1742 te Odoorn, dr. van Roelof Zegering (zie Va) en Eempien Zegering.

Uit het eerste huwelijk:

1.

 m 

Jan Zegering, geb. op 20-7-1791 te Exloo (zie VIIa).

2.

 m 

Hendericus Zegering, geb. op 28-12-1794 te Exloo (zie VIIb).

Uit het tweede huwelijk:

3.

 v 

Geessien Zegering, geb. te Valthe, ged. op 27-7-1800 te Odoorn, overl. op 4-9-1872 te Valthe.
Tr. op 26-3-1832 te Odoorn.
Echtgenoot is Jan Bronniger Hadders, geb. op 26-6-1797 te Borger, ged. op 2-7-1797 te Borger, overl. op 1-1-1858 te Valthe, zn. van Jan Hadders Sikking en Grietje Bronniger.


VIIa Jan Zegering, landbouwer, geb. op 20-7-1791 te Exloo, ged. op 7-8-1791 te Odoorn, overl. op 24-5-1866 te Exloo, zn. van
Roelof Zegering (zie VIb) en Henderica Zegering.
Getuigen bij het huwelijk zijn::
Zijn kant: Hendrikus Zegering (30), broer; Harm Huizing (42), neef
Haar kant: Jan Ottens van Gieten (40), neef; Harmannus Nijenhuis van Valthe (60), neef.

Tr. op 20-11-1825 te Odoorn.
Echtgenote is Lutgertje Nijenhuis, geb. op 28-3-1800 te Bronneger, ged. op 6-4-1800 te Borger, overl. op 9-2-1834 te Valthe, dr. van Willem Nijenhuis, landbouwer, en Margje Dilling.

Uit dit huwelijk:

1.

 m 

Roelof Zegering, geb. op 5-10-1826 te Valthe, overl. op 14-4-1913 te Exloo.

2.

 v 

Marchien Zegering, geb. op 6-6-1828 te Valthe, overl. op 10-12-1870 te Exloo.

3.

 v 

Hindrijka Zegering, geb. op 28-2-1830 te Valthe, overl. op 27-8-1859 te Exloo.

4.

 m 

Willem Zegering, geb. op 2-2-1832 te Valthe, overl. op 1-1-1833 te Valthe.

5.

 m 

Willem Zegering, geb. op 19-12-1833 te Valthe, overl. op 17-6-1835 te Valthe.


VIIb Hendericus Zegering, geb. op 28-12-1794 te Exloo, ged. op 11-1-1795 te Odoorn, overl. op 22-3-1874 te Exloo, zn. van
Roelof Zegering (zie VIb) en Henderica Zegering.
Tr. op 19-12-1822 te Odoorn.
Echtgenote is
Eempien Zegering, geb. op 1-1-1792 te Exloo, ged. op 6-1-1792 te Odoorn, overl. op 26-6-1857 te Exloo, dr. van Harmannus Zegering (zie Vc) en Roelfien Zegering.

Uit dit huwelijk:

1.

 v 

Henderica Zegering, geb. op 24-10-1824 te Exloo, overl. op 6-3-1825 te Exloo.

2.

 v 

Henderica Zegering, geb. op 20-3-1826 te Exloo, overl. op 24-6-1846 te Exloo.



E-mail



[1] Etstoel 14 deel 14 folio 29 d.d. 23-5-1649

[2] Grondschattingsregsiter Odoorn

[3] Etstoel 14 deel 26 folio 160 d.d. 13-11-1683

[4] Etstoel 14 deel 26 folio 355 d.d. 11-11-1684

[5] Schultenprotocol 50 folio 77 d.d. 24-7-1710

[6] Schultenprotocol 312 folio 54 d.d. 1-5-1677

[7] Etstoel 14 deel 26 folio 160 d.d. 13-11-1683

[8] Etstoel 14 deel 26 folio 355 d.d. 11-11-1684

[9] Schultenprotocol 312 folio 63 d.d. 29-7-1692

[10] Etstoel 14 deel 36 folio 327 d.d. 24-06-1704

[11] GrA toegang 565 Archief Aringe inv. no. 46

[12] Etstoel 134

[13] OSA 1785 pg. 2313 d.d. 12-12-1724

[14] OSA 1028

[15] OSA 1029

[16] Etstoel 14 deel 36 folio 327 d.d. 24-6-1704

[17] Schultenprotocol 72 deel 1 folio 313 d.d. 30-5-1710

[18] Schultenprotocol 72 deel 1 folio 315 d.d. 1-5-1710

[19] Etstoel 14 deel 46 folio 232 d.d. 29-11-1740

[20] OSA 1785 blz. 3441

[21] Schultenprotocol 72 deel 2 foio 183v d.d. 16-4-1749

[22] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 183v d.d. 10-5-1750

[23] Schultenprotocol 264 deel 6 folio 249 d.d. 10-7-1761

[24] Schultenprocotol 264 deel 6 folio 323 d.d. 1-6-1773

[25] Schultenprocotol 264 deel 6 folio 317 d.d. 22-8-1782

[26] Schultenprocotol 264 deel 6 folio 319 d.d. 10-10-1783

[27] Schultenprocotol 264 deel 6 folio 313 d.d. 15-5-1783

[28] Schultenprocotol 264 deel 6 folio 319 d.d. 4-12-1782

[29] Schultenprocotol 264 deel 6 folio 351 d.d. 6-2-1782

[30] Schultenprocotol 264 deel 6 folio 354 d.d. 16-10-1783

[31] Schultenprocotol 264 deel 6 folio 368 d.d. 2-8-1784

[32] Schultenprocotol 264 deel 6 folio 384 d.d. 9-12-1784

[33] OSA 1785 pg. 4770 d.d. 14-12-1756

[34] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 154 d.d. 21-6-1756

[35] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 161 d.d. 1-5-1757

[36] Etstoel 14 deel 52 folio 203v d.d. 29-11-1757

[37] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 209 d.d. 1-5-1763

[38] Schultenprotocol 72 deel 2 folio 251v d.d. 1-5-1765

[39] Schultenprotocol 72 deel 4 folio 14 d.d. 10-5-1776

[40] Haardstedenregister Odoorn 1784